Ton Lemaire :: Bomen en bossen – Bondgenoten voor een leefbare aarde

Wat doe je als je de tachtig voorbij bent, je hele leven natuur hebt doorkruist en bestudeerd, en daarover een indrukwekkend oeuvre bij elkaar hebt geschreven? Juist, je schrijft er nog eens een boek over.

Wat doe je als je de tachtig voorbij bent, je hele leven natuur hebt doorkruist en bestudeerd, en daarover een indrukwekkend oeuvre bij elkaar hebt geschreven? Juist, je schrijft er nog eens een boek over. Misschien is Ton Lemaire met Bomen en bossen aan zijn laatste publicatie toe. Als dat het geval zou zijn, mag het een mooi sluitstuk heten van een imposant nalatenschap.

Lemaire’s schrijverschap kenmerkt zich door thematische homogeniteit, doch de man heeft zijn fascinatie voor natuur vormelijk heterogeen gestalte weten te geven. Concreet heeft de Nederlandse antropoloog en filosoof het in zijn volledige werk bijna uitsluitend over de verhouding tussen de mens enerzijds en fauna en flora anderzijds gehad. Tot zover de inhoudelijke monomanie. Lemaire heeft zijn passie voor de biologie immers heel divers gestalte gegeven binnen zijn publicaties. Waar zijn blik initieel eerder academisch en sterk rationeel geladen was, schreef hij in de daarop volgende decennia meer laagdrempelige boeken, waardoor Lemaire een uniek statuut genoot als schrijver en denker. Zowel onder intellectuelen als in de populaire cultuur werd zijn naam vereenzelvigd met het reflecteren over de waarde van al wat ons omringt. In zekere zin leerde hij zijn publiek anders kijken en opnieuw nadenken over zoiets evident als het landschap, en hoe de mens met dat gegeven omsprong. Zijn ideeën gedijden aan het eind van de vorige eeuw binnen een context van toenemend ecologisch bewustzijn, en Lemaire heeft de groene beweging met zijn hartstochtelijke en tegelijk prima gedocumenteerde en beredeneerde pleidooien voor meer voorzichtigheid, meer respect en meer eerbied voor het belang van de natuur hoe dan ook mee ondersteund.

Nu Lemaire als hoogbejaarde kan terugblikken op zoveel verwezenlijkingen, blijft hij evenwel niet bij de pakken zitten. In 2010 schreef hij nog het indrukwekkende De val van Prometheus – Over de keerzijden van de vooruitgang, een niet mis te verstane waarschuwing voor de alomtegenwoordige ecocide, die de planeet plankgas richting haar vernietiging duwt. Lemaire deinsde er niet voor terug het marktdenken en de schier eindeloze honger naar winst als katalyserende factoren voor deze suïcidale neiging van de menselijke soort te benoemen. Helaas is er in bijna anderhalf decennium nauwelijks iets veranderd, wat maakt dat Lemaire ook doorheen Bomen en bossen herhaaldelijk hamert op de catastrofe die zich al jarenlang, en in steeds hoger tempo, onder onze ogen voltrekt. Toch is de teneur niet defaitistisch of belerend, want aan het einde van zijn loopbaan wil Lemaire vooral nog een keer de ogen van zijn publiek openen. Zo is dit boek vooral bedoeld als een ode aan bomen. Hun complexiteit, hoe ze zich onderling verhouden, hoe ze reageren op wisselende omstandigheden, en hoe ze een plaats hebben veroverd in onze taal en ons cultureel aanvoelen van hun onomstotelijke noodzaak: in brede zin verkent Lemaire zijn onderwerp, waarbij hij – zoals in voorgaande werken – geen moeite heeft zijn eigen bewondering over te brengen op zijn lezers.

Typerend voor Lemaire, zeker voor zijn titels van recenter datum, is de breedtewerking: hij verliest zich niet in details en maakt van Bomen en bossen dus geen dieptestudie, maar wilde integendeel de volle reikwijdte laten zien van waaruit bomen ons leven, ons denken en ons ‘zijn’ mee mogelijk maken. Er is geen mensheid zonder bomen, geen leven zonder bossen, en dat illustreert Lemaire niet alleen door terug te keren naar het ontstaan van de menselijke soort, maar ook door zich ostentatief af te vragen wat de betekenis van bomen vandaag nog kan zijn. De sterkte van een dergelijke studie, waarvan de panoramische visie ontroert, hangt onherroepelijk samen met een manco. Zo is deze publicatie geen naslagwerk waarvan de verticale uitdieping zal bijblijven. Wat niet Lemaire’s betrachting is geweest, hoeft hem uiteraard ook niet aangerekend te worden. Bomen en bossen – Bondgenoten van een leefbare aarde is een prachtig en erudiet geschreven eerbetoon, een lofzang dat zich niet in idealisering verliest, maar zich oriënteert op wat zich vandaag in de wereld afspeelt. Meer dan ooit staat Lemaire met beide voeten in de blote aarde, wetend wat er op het spel staat. Moge zijn appel voor een groener en bescheidener leven, veel lezers vinden…

7.5

recent

Conclave

De Duitse regisseur Edward Berger won in 2023 om...

Megalopolis

Meer dan een kwarteeuw lang (en naar verluidt lag...

Vingt Dieux

Louise Courvoisier groeide op in Oost-Frankrijk en liep school...

Fortress :: Chroma

Een tweede EP voor Fortress, en alweer staat die...

Jef Parker ETA IV-tet :: The Way Out of Easy

The Way Out of Easy is de tweede van...

aanraders

Lara Taveirne :: Wolf

Sommige boeken wil je niet schrijven, maar dringen zich...

Robert Musil :: De verwarring van een jonge Törless

De Oostenrijkse schrijver Robert (von) Musil (1880-1942), is vooral...

Yves Bossart :: Een kleine filosofie van de humor

Filosofen worden beschouwd als ernstige mensen die nadenken over...

verwant

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in