Alweer negen mooie liedjes. Luister maar.
Hij komt van ver, Michiel Libberecht. De slagschaduw van de Franse Grens, dat om te beginnen, maar ook muzikaal was zijn tweede album eentje waarvoor hij een fameuze E17 moest afreizen. Optreden met dat fijne debuut Big Enough had hem immers een straffe band opgeleverd; zo eentje die een song pakt en die vijf kilometer verder tien kilo potiger aflevert. Dat wekt indruk, je oogst er bewonderend applaus mee en zo’n episch uitgewerkt slot aan je nummer voelt ook al eens bevestigend; zo moest de volgende plaat dus klinken.
Dacht hij.
Ze was zo goed als opgenomen toen Libberecht alle twijfels op tafel gooide: het was toch niet dat. En hij keerde terug naar de tekentafel. De naïviteit van de jonge singer-songwriter van weleer ontbrak, de spierballen domineerden te veel. Opnames werden overgedaan, enkele nieuwe nummers geschoven tussen wat er al was. En toen was het wél goed.
Want goed is Come With Me And Hide alweer. Mooneye neemt wat op Big Enough begon en tilt het twee verdiepen hoger. De songs staan als een huis, de uitvoering is smaakvol – energiek waar het mag, mooi en verstild waar moet. Van dat eerste is “Lover To Stranger” het mooiste voorbeeld, van dat laatste “Too Young To Have Regrets”: een bijna vier minuten afsluitende mijmering waar op het einde iets van strijkers komt ingeslopen.
Libberecht schrijft het soort melodieën die al van de eerste keer vertrouwd voelen. Nog steeds is er geen hol vernieuwends aan, horen we de hele singer-songwriterij van een voorbije eeuw nog eens samengevat, maar dat mag. Wie een nummer schrijft als “Girl Like You”, met zijn stiekeme Midlake-vibes, mag altijd komen aanbellen voor een huiskamerconcert in onze living. “Out Of Place”? Doe ook maar. Dit is popmuziek in zijn pure, gedestilleerde vorm: zuivere druppels goud.
En dat geldt dus ook voor dat “Lover To Stranger”, waar we hierboven veel te kort bij bleven stilstaan. Topnummer? Wel, herinner u “Fix The Heather”, de epische sleper van Big Enough en bedenk dan hoe dat net dat tikje minder slepend en dramatisch kon. Hier vindt Mooneye de perfecte balans, met dank aan Filip Wauters (Het Zesde Metaal) op pedal steel, tussen al te langdradig en net uitgesponnen genoeg.
In het trage departement wordt al even goed werk geleverd, met een “Too Fast”, waarin de gemoedelijk sjokkende band halverwege gezelschap krijgt van een druppelende piano. Het wiegende “Branches” doet precies dat, gemoedelijk sussen. “Another Fool” zweeft ergens tussen de twee en blijkt daar hoogst comfortabel mee. Enkel in “Too Fast” lijkt Mooneye even verloren in het stapvoetse drijfzand waar elke poprockband wel eens belandt.
“They keep on asking things I did not sign up for”, zingt Libberecht in “Changing”, maar het zal wel. Hij heeft toch maar mooi een tweede album uit dat alweer zwaar overtuigt: hij overleeft het wel. En wij? Wij hebben weer negen nummers om te koesteren bij.