Met de scalp van zowel Humo’s Rock Rally als De Nieuwe Lichting nog zichtbaar aan de riem stonden de verwachtingen voor het debuut van BLUAI strak gespannen. Opgelucht ademhalen kan weer, want Save It For Later blijkt met zijn bonte mix van folk, country, en Americana gewoon een oerdegelijke plaat te zijn.
Nostalgie blijkt het toverwoord op deze Save It For Later. Op het langverwachte debuut van BLUAI volgen we zangeres en tekstschrijver Catherine Smet op een reis langs de gebroken harten en verloren vriendschappen uit haar kindertijd. De verhalen die ze schetst in haar liedjes zijn als kindertekeningen aan de muur van een ouderlijk huis – doordrenkt van een bitterzoet verlangen naar vervlogen tijden. Een coming-of-age-plaat dus, met songs over de kleine en grote gevoelens die horen bij het volwassen worden.
Ook als groep is BLUAI volwassen geworden. Wie nog denkt aan het ietwat schuchtere viertal dat destijds het goud op de Rock Rally verzilverde, fronst vandaag wellicht even de wenkbrauwen. Zo knalt de vuige swamp-blues van “My Kinda Woman” – een middelvinger naar maatschappelijke verwachtingen – iedere herinnering aan breekbare slaapkamerliedjes vakkundig aan diggelen. De band blaakt duidelijk van het zelfvertrouwen en laat dat maar al te graag merken: het geluid is grootser, gebalder en de dames klinken meer dan ooit als een volwaardige groep.
Een stuk Amerikaanser ook. Onder het toeziend oog van producer Willem Ardui (Blackwave.) verkent BLUAI – intussen herleid tot een trio – op Save It For Later de dorre graslanden van de country- en Americanamuziek. In het beste geval leidt dat tot een nummer als “Sad Boy, Angry Boy”: een hoekige countryballad met zowaar preciés de juiste hoeveelheid banjo. Eveneens de moeite: de uiterst meezingbare prairiepop van “In Over My Head” – nog zo’n song geboren met een strohalm tussen de lippen – waarmee de aanval op de zomerse festivalweide geopend lijkt.
Toch kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat de groep hier en daar een eigen smikkel mist. Het is oneerlijk om steeds weer die versleten vergelijking met Boygenius boven te halen, maar op sommige nummers maakt BLUAI het ons wel heel erg moeilijk. Neem nu de sad girl-folk van “Teeth”, een nummer dat zo nadrukkelijk lonkt naar Phoebe Bridgers dat zelfs Conor Oberst er wat ongemakkelijk van wordt. Het zachtjes kabbelende “Ceiling Stars” is, ondanks de fraaie backing vocals, in hetzelfde bedje ziek: te veel Phoebe, te weinig BLUAI.
Ze kunnen het nochtans hoor, een beklijvende song schrijven die hun eigen zegel draagt. Het hartverscheurende “Better, I Swear” bijvoorbeeld, met een glansrijke gastrol weggelegd voor Lara Chedraoui van Intergalactic Lovers. Engelachtige vocalen en viscerale drums vertellen samen het relaas van een uiteengereten vriendschap waarvan de littekens vandaag nog voelbaar zijn. “If I could turn around nice and slow / I’ll be better, I swear, I‘ll let you know / I’ll make it up to you”, klinkt het. Was het maar altijd zo simpel.
Tegen het einde van de plaat krijgt de voornoemde nostalgie opnieuw de bovenhand. Smet doopt haar pen in kinderlijke melancholie en perst er vervolgens het heerlijk bombastische “Keeping Up With The Boys” uit, een prachtige ode aan het opgroeien met de jongens in haar gezin. De ingetogen pianoballade “Save It For Later” vat tot slot de honingzoete kern van het album samen: “Stop de mooie herinneringen in je zak en bewaar ze voor later, zodat ze er zijn wanneer je ze nodig hebt.” Voor wie nog een boodschap zocht om op een tegel te drukken.
Save It For Later is een oerdegelijke debuutplaat geworden, niets minder, maar ook niets meer. Hoewel de songs bij momenten een eigen smoelwerk missen, bewijst BLUAI met het album een rechtmatige Rock Rally-winnaar te zijn. Deze nostalgische duik in het verleden lijkt de band zo te verzekeren van een mooie toekomst.