Weg met de doem. Op The Great Calm van Whispering Sons overheersen dan wel winterse temperaturen, hier en daar schijnt toch al met een liefdevolle gloed de zon binnen. De derde plaat van het Limburgse vijftal is die van een transformatie die vanuit rust is gegroeid. ‘Liefde is ook een vorm van rust.’
enola: Afgaand op The Great Calm hing in het schrijfhok maar één ding tegen de muur: een blad met daarop ‘Verandering’
Fenne Kuppens: “Dat hing er niet. Het is niet dat dat devies in steen gebeiteld was, maar er is effectief wel veel veranderd. Op het vlak van schrijven en opnameproces hebben we alles over een andere boeg gegooid.”
Kobe Lijnen: “Ik denk dat we lessen hebben getrokken uit Several Others, onze vorige worp, die misschien iets te donker en te minimalistisch is uitgedraaid. Als reactie daarop zijn we iets anders gaan doen. Met dat idee zijn we beginnen schrijven. We wilden vooral dingen proberen, verschillende instrumenten vastpakken, en ons niet laten beperken door wat we live kunnen spelen. Dat was het vertrekpunt, de mindset waarmee we begonnen. Doordat we de plaat zelf produceten, samen met onze bassist Bert Vliegen, konden we ons ook veroorloven om langer in de studio te zitten, wat ons meer ruimte gaf om ook te experimenteren.
enola: Kobe, het schrijven begint altijd bij jou. Wil dat zeggen dat je van de anderen huiswerk kreeg? Een opdracht als ‘deze keer willen we dit of dat, of dat vooral niet?’
Lijnen: “Doordat Bert nu in de band zit, heb ik het hele demoproces met hem kunnen doen. Daardoor waren we al veel meer out of the box aan het denken voordat Fenne er mee aan de slag ging. Dat heeft het album ook een bepaalde richting uitgestuurd. Bert heeft muzikaal ook een andere achtergrond dan wij, en dat sloop er vanzelfsprekend eveneens in. Je hoort dat aan bepaalde klanken, of aan het gebruik van de piano. Zelf was ik ook altijd al pianist, en ik vond het heel fijn om dat instrument op Several Others in twee songs te introduceren. Nu gebruiken we het al in vier nummers.”
enola: Aan de andere kant moest het ook opnieuw meer een gitaarplaat worden.
Lijnen: “Ja, want ik wilde meer spelen. Doordat Several Others een beetje te minimaal uitdraaide, besefte ik op het podium dat ik de helft van de tijd niets aan het spelen was. Daar wilde ik verandering in brengen. En daarbij zijn we ook op zoek gegaan naar het juiste gitaargeluid.”
“Tijdens de opnames van de eerste twee langspelers waren we vooral gefocust op de fundamenten – bas, drums en synthesizers – en werd het aandeel van Fenne en mij daar uit tijdgebrek misschien iets te snel overheen gesmeten. Nu we ervoor kozen om dubbel zo lang in de studio te zitten, hadden we de tijd om veel meer te zoeken naar de sound van de gitaar, maar ook van de zang. Want ook die moest zo duidelijk en verstaanbaar mogelijk klinken.”
enola: En ondertussen was ook de groep wat veranderd. Sander Pelsmaekers schoof van drums op naar synths, toetsenman Sander Hermans verdween uit de band, terwijl Bert fulltime de bas opnam. Was het een moeilijk proces om alle rollen opnieuw op hun plek te laten vallen?
Lijnen: “Neen, eigenlijk. Iedereen was betrokken bij het schrijf- en opnameproces, en speelde verschillende instrumenten. We waren nooit een band waarin je je tot één rol moet beperken. En we hadden twee jaar terug met Tuurs opschuiven van bas naar drum al eens zo’n verandering meegemaakt. Dat was veel stresserender, want de tour rond Several Others stond op stapel. Nu hadden we tijd om te zoeken naar hoe het zou werken.”
enola: Niettemin: Whispering Sons was altijd een vriendengroep. Ik kan me voorstellen dat een afscheid toch moeilijk moet zijn geweest.
Kuppens: “Zulke dingen zijn nooit gemakkelijk. Maar het is deel van de natuurlijke evolutie van een band.”
enola: Bert moest als buitenstaander wel zijn plek vinden in die groep. Is dat vlot gegaan?
Kuppens: “Bert heeft onze eerste twee platen geëngineerd, dus ook hij is eigenlijk al van in het begin betrokken. Dat hij er bij kwam, was eigenlijk een heel logische keuze.”
Lijnen: “We konden al goed communiceren op muzikaal vlak, dus: geen moeite. Het hielp net heel hard bij het schrijven en opnemen. Doordat hij aan boord was, hadden we daarvoor meer tools in handen. Hij suggereerde dan om dit of dat te proberen. Die kennis zorgde ervoor dat het veel comfortabeler was in de studio.” Â
enola: Al ging hij van outsider naar insider, waardoor de notoire perfectionisten die jullie zijn misschien geen buitenstaandersperspectief meer kregen dat jullie uit het eeuwig zoeken en twijfelen kon halen.
Kuppens: “Dat is waar, maar het zorgde er ook voor dat we wel allemaal meer in ons element waren. Of meer op ons gemak.”
Lijnen: “En daardoor konden we open communiceren over wat we goed vonden en wat niet. Met een producer erbij ging dat vaak niet, dan durfden we niet altijd toegeven hoe we ons over iets voelden. We leunden dan wat op hem. Nu hebben we echt moeten léren om gewoon te zeggen wat niet werkte, om zo tot de best mogelijke songs te komen.”
Kuppens: “Het was het juiste moment om dit te doen. Bij je debuut weet je nog niet wat je aan het doen bent, wat een studio is, … Bij de opvolger ook nog niet echt. Deze keer was het ok. We wisten heel duidelijk wat we wilden, en hoe we daar zelf konden raken.”
Bee-Geesplaat
enola: Fenne, op The Great Calm zing jij meer dan ooit.
Kuppens: “Ik denk het ook. Ik heb geprobeerd om iets meer variatie in mijn zanglijnen te leggen, wat meer te proberen. Ik wilde niet blijven steken in dat diepe gemompel. Ik heb dan ook zangles gevolgd om te zien waar ik nog naartoe kan met mijn stem, en dat heeft me zelfvertrouwen gegeven om die ook effectiever te gebruiken op The Great Calm. Ik zal niet beweren dat het al erg extreem gaat, maar ik voel wel evolutie.”
Lijnen: “We hebben de zang ook meer vooraan in de mix gestoken. Dat werkt echt goed. Ik vind het cool hoe haar stem nu, net als bij concerten, eerst komt. Het was niet makkelijk om te vinden hoe we dat konden bereiken. Blij dat het eindelijk eens gelukt is.”
enola: In Humo zei je dat je door die zanglessen dingen kunt die je op dit album nog niet doet.
Kuppens: “Oh ja. Er komt van alles aan. Ach neen, ik weet het niet. Maar ik heb geleerd dat ik best hoog kan gaan met mijn stem. Dat is nog niet zo comfortabel, en heeft bij Whispering Sons nog geen plaats gekregen. Maar wie weet, in de toekomst …”
Lijnen: “… maken we een Bee Geesplaat.” (grijnst)
enola: Aan de andere kant van dat zingen is er “The Talker“, waarin je bijna in een soort sprechgesang glijdt.
Kuppens: “Het nummer leende zich daar toe. Het zat al zo vol dat ik er zelf weinig melodie kon aan toevoegen, en dat parlando zorgde voor een mooi contrast met de speelsheid van de muziek. Het geeft het een cynisch kantje.”
enola: “You shove these words into my mouth and now they keep on dripping over the side“, zing je. Slechte ervaringen met journalisten?
Kuppens: (lacht) “Dat was niet hoe ik het bedoelde, maar je leest er natuurlijk in wat je wil. Het gaat inderdaad wel over hoe me soms woorden in de mond worden gelegd, en dat kan al eens gebeuren in een interview. Maar het is niet de specifieke aanleiding voor het nummer, het is eerder een algemeen sociaal iets.”
enola: Waarom moest dat eigenlijk de eerste single worden?
Lijnen: “Dat moést niet, maar het had iets poppy dat het sowieso kandidaat-single maakte. En door die song als eerste uit te brengen, konden we laten horen dat ons palet was uitgebreid. Dat vonden we wel leuk, want we hebben eerst heel hard moeten zoeken voor dat nummer klikte.”
Kuppens: “Kobe kreeg hem moeilijk verkocht aan de band. Iedereen vond het nummer fantastisch, maar de vraag was of het op de plaat paste. Pas toen duidelijk werd dat The Great Calm breed ging en veel kleuren had, voelde het helemaal goed. ”
Lijnen: “We hebben er uiteindelijk voor gekozen om de beste nummers op de plaat te zetten en de twijfel of iets paste aan de kant te schuiven. In vergelijking met de twee voorgangers is “The Talker” een erg leeg nummer. Je voelt je al snel naakt; elke fout hoor je meteen. Het was een kwestie van zelfvertrouwen. Durf ik het zo brengen? Moeten er geen extra lagen over om alles wat te verdoezelen? Neen. Ik ben heel tevreden met hoe het is uitgedraaid.”
Geen politieke band
Dat de titel The Great Calm moest worden, wist Kuppens al vrij vroeg in het proces. Ze linkte het al snel met de foto van een uitgebrande auto van Wouter Van de Voorde: kalmte na de storm. Daar staat ze ook in het leven. Na enkele woelige jaren, worstelend met haar perfecionisme, vond de frontvrouw eindelijk wat rust, “een soort van acceptatie”.
enola: En dus misstond een liefdesliedje niet op de plaat?
Kuppens: “Voilà . Al zou ik het niet per se zo noemen … (corrigeert zich) Ach neen, dat is het gewoon. Het is een manier om schoonheid toe te laten, en liefde geeft rust. Ik denk dat dat voor mij de doorslaggevende factor was waarom “Oceanic” er op moest. Ik wilde iets anders doen dan weer over mijn zwaarste emoties schrijven. We hebben het aan de hand van de tekst verder gearrangeerd, en dan is het een heel mooi nummer geworden.”
enola: Kobe, was jij verrast door zo’n tekst?
Lijnen: “Eerlijk? Toen ik het voor het eerst hoorde, keek ik wel even op; dà t was een andere richting uit, en dat was wennen. Net als bij “The Talker” was het gewoon zaak te accepteren dat we meer zijn dan wat we in het verleden waren. Ik vond het ook een uitdaging om zoiets te doen werken in het geheel. Het was op dat moment inderdaad nog geen nummer. We hadden niet meer dan die watervalpiano, en een beat, dus het was interessant om te zien hoe we vanuit de tekst konden vertrekken om er een song van te maken.”
enola: De vorige keer dat we elkaar spraken, zei je “Ik schrijf altijd maar over mezelf, ik zou eens moeten leren om het over anderen te hebben.”
Kuppens: “Niet gelukt. Ik schrijf nog altijd over mezelf. Anderen interesseren me niet. (lacht) Nee, dat niet, maar ik ben geen verhalenverteller. Om het maar clichématig te zeggen: schrijven is gewoon iets therapeutisch voor me.”
enola: Pandemieën, oorlogen, … Dat inspireert niet?
Kuppens: “Whispering Sons is geen politieke band. Het is niet dat die zaken ons persoonlijk niet bezig houden, maar de groep is niet het platform om er iets mee te doen. Dat is het nooit geweest, dus het zou raar zijn om plots met statements uit te pakken. We willen de wereld wel beter maken, maar dan door mensen te verbinden met onze muziek.”
Vers perspectief
enola: The Great Calm is eigenlijk al een jaar ingeblikt, maar jullie hadden even een pauze van de band nodig?
Kuppens: “Dat was niet nodig, het was gewoon een kwestie van agenda’s samenleggen, en beslissen wat het juiste moment voor de release was. Het was een geforceerde pauze. We hebben er niet echt om gevraagd.”
Lijnen: “Het was eerder omgekeerd: doordat we plots lang moesten wachten, werd het even zoeken wat we ondertussen moesten doen. Dat was voor mij toch het geval. Whispering Sons was jarenlang gas geven geweest, en ik vond dat tempo tof. Eenmaal we dat moesten loslaten, wist ik niet meer hoe we moesten toeleven naar de release, en nog steeds dat gevoel te hebben dat het nieuw is. Maar goed, we zijn een jaar verder en er is nog heel veel drive en goesting om er mee op tour te gaan.”
enola: Fenne, jij had wel “bijna een burn-out”.
Kuppens: “Iedereen heeft hetzelfde interview gelezen, hé. Heb ik dat gezegd? Ja, maar dat moest van mij natuurlijk niet de kop worden. Ach, dat is journalistiek. Het was gewoon een samenloop van omstandigheden. Het album was af, de videoclips waren opgenomen … Al het creatieve was achter de rug, en dan word je heel erg teruggeworpen op jezelf en begin je na te denken. Voor mij was het op dat moment vrij snel duidelijk dat ik afstand moest nemen, om opnieuw met een vers perspectief naar de dingen te kijken. En dan ging dat vooral over de businesskant van de zaak.”
Lijnen: “Als je niets te doen hebt, begin je op details te focussen. Hoe de ticketverkoop loopt, en zo. Meer is er dan niet. Zo was het de laatste vijf maand iets te veel, dus ik kijk er naar uit dat de muziek nu eindelijk gaat leven.”
Kuppens: “En toch was die tijd nodig. Zo hadden we de ruimte om de campagne uit te denken, en er iets moois van te maken. En voor mij was het ook noodzakelijk om het even rustig aan te doen, en zo de juiste motivatie terug te vinden om door te gaan met de band.”