Sinds Andrew Fletcher een jaar geleden overleed ten gevolge van een hartaderbreuk gaat Depeche Mode als duo door het leven. Met Memento Mori, hun eerste album in zes jaar, bewijzen de Britse synth goden nog steeds meesters van het genre te zijn.
Elke nieuwe Depeche-plaat schijnt volgens kenners de beste sinds Violator te zijn. Toch komt geen enkele langspeler in de buurt van die grand cru uit 1990. Met het vertrek van meester-sommelier Alan Wilder – na Songs Of Faith And Devotion (1994) – was de muzikale geest helemaal uit de fles. De drie overblijvende Depechers gaan sindsdien telkenmale op zoek naar externe producers om de songs van Gore en het stemgeluid van Gahan meer boeket te geven. De resultaten zijn wisselend te noemen.
‘And then they were two’, sms-te Wilder naar Gahan na het overlijden van Andrew Fletcher. Muzikaal had Fletch weinig in de pap te brokken, maar hij was wel de lijm die moeilijke karakters Gore en Gahan aan elkaar deed klitten. Memento Mori was op dat moment bijna af, maar door de dood van Fletch kreeg de plaat een extra bittere afdronk.
Voor Memento Mori werd opnieuw beroep gedaan op producer James Ford. Op voorganger Spirit had Ford de blues van miskleun Delta Machine in de pompbak gegoten. Toch was het resultaat alles behalve legendarisch, want ook deze keer gaf songwriter-in-chief Martin Gore niet thuis. Het enige nummer dat we ons van die vorige Depeche Mode herinneren is “Cover Me”, dat uit de pen van Gahan kwam. De samenwerking tussen Gore en Richard Butler (Psychedelic Furs) op Memento Mori is dan ook een welkome verrassing.
De vooruitgeschoven single stemde hoopvol. “Ghosts Again” klinkt poppy, donker en toch opgewekt, in de stijl van “Precious”. Samen met “Wrong” en “It’s No Good” is het zonder twijfel een van de vier beste Depeche-singles sinds Violator. Gahan gaf in verschillende interviews dan ook toe dat dit nummer de reden was dat hij nog eens op de Depeche Mode-carrousel wilde stappen.
Ook derde single “Wagging Tongue” (Gore/Gahan) past in dat rijtje: heldere vintage synth klanken met de kenmerkende samenzang tussen de twee – een samenzang die we de laatste paar langspelers te weinig op de voorgrond hoorden. We kunnen ons deze eeuw geen DM-album herinneren dat twee zo’n sterke singles opleverde.
En er is nog veel om gelukkig van te worden. Wie Memento Mori met de hoofdtelefoon beluistert, hoort dat het productiewerk van Ford en de Italiaanse Marta Salogni (Björk en vele anderen) een stuk gelaagder is dan een eerste luisterbeurt doet vermoeden. Daardoor kunnen we de bizarre tweede single en filmische albumopener “My Cosmos Is Mine” toch bij de winnaars zetten. ‘No final breath, no senseless deaths’, bezweert het duo van gene zijde. De industriële noise doorspekt met de ijle engelenstem van Gore: het werkt gewoon.
Ook “Don’t Say You Love Me” is een topper. Een cynische wals die niet zou misstaan als titeltrack voor sciencefiction Western Westworld. ‘You’ll be the killer, I’ll be the corpse. You’ll be the laughter and I’ll be the punchline, of course’ “Perfect Stranger” is een angstig ontsporende koorstaanval, enkel in toom gehouden door een geweldige baslijn. Vijf songs ver, vijf keer prijs. Zou het?
“Soul with me”, de obligate door Gore gezongen ballad, had voor ons helemaal niet gehoeven. De tweede helft van het album – met vier songs van Gores hand – verwatert dan ook lichtjes tot een zeer verdienstelijke tafelwijn. “Caroline’s Monkey” klinkt even fris en open als “Wagging Tongue”, opnieuw is de samenzang tussen de twee overgebleven bandleden onberispelijk. Op de al te opvallende beats van “People Are Good” haalt Gahan nog eens zijn Elvis-impressie van op Delta Machine boven. Gelukkig wordt de pastiche tijdens het refrein afgewisseld met het fantastische stemgeluid dat Gahan op de rest van MM laat horen, zoals bijvoorbeeld op het uitstekende “Before We Drown”. De stem van de eenenzestigjarige klonk nooit overtuigend.
“Always You” is niet meer dan een tussendoortje en “Never Let Me Go” doet iets te hard zijn best om bij NIN of Joy Division aan te schurken. “Speak To Me” is de perfecte antipode tot “My Cosmos Is Mine”. Toch speelt de autobiografische afsluiter van Gahan te opvallend leentjebuur bij het eerder genoemde “Cover Me”. Spartaanse opbouw die eindigt in een wall of sound: been there, done that.
Is Memento Mori de beste appellation contrôlée uit de Depeche-kelder deze eeuw? Absoluut. Is het een Depeche grand cru die Violator naar de kroon steekt? Laten we serieus blijven.