Best Kept Secret 2022 :: Minder drank, meer aardrijkskunde

, ,

Dag Drie :: Le déluge, en wat daarna

In een waas worden we wakker onder de bomen achter de TWO. Dat was nu ook de bedoeling niet, maar hé, geslapen is geslapen. Nog één dag doorbijten, nog één nacht, en het eigen bed wenkt. Maar eerst: de kers op de taart, de Nick op de Cave.

Het verval zet zich niettemin in, en dat niet alleen in onze knoken maar ook in de toiletten die tot nog toe behoorlijk proper bleven, maar dat soort pretenties ondertussen hebben opgegeven. Het is zoeken naar een exemplaar dat wel de kracht had om de faeces en papier van de voorganger door te spoelen; après nous le deluge !

20220612 Amenra (c) Geert Vandepoele-9693

Nog brutaler blaas Amenra ons in de TWO de prut uit de ogen. Zo open, licht en weids Best Kept Secret is, zo aardedonker dit spookbos waarin de drums als wilde stammen opschieten, gitaren in het wilde weg klauwen als doornen. Intens, zeg maar, is frontman Collin Van Eeckhouts ding, en zo staat hij ook nog altijd op het podium: met zijn rug naar het publiek, voorovergebogen als een kraai, één arm als een misvormde klauw achter de rug gekromd. In verschroeiend hevig “A Solitary Reign” loeien de gitaren minutenlang als mantra’s, deinen band en publiek als één lichaam op en neer. Wanneer die band af gaat af, verschijnt op de backdrop: ‘Liefde en licht’. Onze demonen van gisteravond zijn uitgezweet. Goeiemorgen!

De ‘katerbonus’ noemen de concullega’s van 3voor12 hoe Meskerem Mees haar tent stil krijgt. Wij zeggen: slim gedaan om zo stil te spelen dat zelfs een Nederlander spontaan gevaccineerd wordt tegen The Dutch Disease. “Astronaut” is het beleefd aankloppen, in “Seasons Shift” laat cellist Frederik Daelemans zich een eerste keer opmerken. Meteen valt op dat hij die mooie melodieuze lijn anders interpreteert dan zijn voorgangers; minder folk, meer klassiek, van insteek. Het oudje “Don’t Ask Me (Song For Lewis)”, dat niet eens goed genoeg werd bevonden voor debuut Julius, blijft ook vandaag nog altijd bloedmooi.

En zo zet de Belgische blues- en folkzangeres haar eerste stappen in op het pad van de Nederlandse verovering. Een tent ziet dat het goed is, hoort hoe ze “Let It Be” meedogenloos binnenstebuiten keert, tot Mc Cartney er zijn jongen niet meer in herkent. Droog informeert ze of “iemand weet hoe laat het is?” Tijd genoeg voor nog een nieuwe song, die ondanks alle dreigementen geen koerswijziging laat horen, en natuurlijk afsluiter “Where I’m From”; een beginselverklaring, een punt achter een discussie die niet moet gevoerd worden. De enige vraag die we horen te bespreken is: hoé goed was Meskerem Mees? Antwoord: tussen geweldig en verbluffend, alle andere zijn fout.

20220612 Black Midi (c) Geert Vandepoele-9781

Pretentie. Laat ons er niet mee geconfronteerd worden in de vorm van een ambtenaar aan een loket, maar zet het op een podium en we staan in beate bewondering – zéker bij zulke klasbakken als de London Lads van Black Midi. Aangekondigd als ‘undisputed heavyweight champions of the world’ jogt drummer Morgan Simpson nog snel even enkele rondjes en dan vliegt de beuk er in voor een wervelende set die werkelijk alle kanten uitschiet: uit de withete punk van het begin komt zelfs het drumstel niet ongeschonden, en dat zorgt voor technische mankementen die halverwege de vaart lichtjes uit de set halen – iets wat ook een akoestisch flamencointermezzo niet kan herstellen.

Daartegenover staat dat deze jongeheren ongelooflijk losjes de meest ingewikkelde hortende ritmes uit hun instrumenten halen. Gitarist-zanger Geordie Greep en Simpson kijken elkaar geconcentreerd aan, om aan te voelen wie wanneer moet invallen. En halverwege een nummer de boel platleggen en even een piccolo uit de broekzak vissen om er laconiek ocharme twee noten op te blazen? Greep kan dat. Net als zingen trouwens: hoe hij moeiteloos in cabaretmodus schiet, na de reddingsboei die “John L” na dat ingezakte midden was, was van porseleinen kwaliteit. Waarna  “Slow” als een olifant in die porseleinkast alles nog een laatste keer aan diggelen hanneste, zodat de cirkel mooi rond werd gemaakt.

20220612 Novastar (c) Geert Vandepoele-9861

En er is meer Bekend Belgisch Volk, wat je natuurlijk mag verwachten op een festival dat voor twee derde (minstens) door Belgen is geannexeerd. Maar dat het Novastar is, een act die je doorgaans op de Gladiolens en Casablanca’s van deze wereld verwacht, doet wel even opzien baren. Je zou het immers saai kunnen vinden, wat Joost Zweegers en band hier brengen, je kunt ook zeggen: ‘Dat eindeloos aanpielen op één nummer is toch wat The War On Drugs zo goed maakt?’ Als recensent zeggen we: ‘Ja, dat hangt dus af van hoe je dat nu precies aanvoelt, en hoe lang je je aandacht er bij kunt houden.’

Niet dat Zweegers voor de obscure aanpak kiest. “Closer To You”, “Because”, “When The Lights Go Down On The Broken Hearted” en “Mars Needs Woman” zijn allemaal singles geweest, en in hun langdradig uitwaaieren waaien ze ook aangenaam over dit strand in de zon. De woorden ‘gemoedelijk’ en ‘stemmig’ dringen zich als vanzelf op, wij sluiten hen in de armen en vragen: ‘Biertje, dabei?’

Zweegers zwoegt ondertussen, zal niet rusten voor dat hele strand op zijn hand is. De break van een puik en eindelijk straight-forward gebracht “Wrong” brengt hij staand op zijn piano door: wij handenwringend zorgen makend, hij genietend. Maar zo is hij wel: “Never Back Down”. En dus krijg je de vaststelling: ‘Ik heb alles gedaan, alles gespeeld, op de piano gestaan en ik heb ineens nog tien minuten over’ Wat doen we dan? Beloven dat “The Best Is Yet To Come”. Game, set and match: een internationale zangstonde dient zich aan, golft over het strand. Novastar? Die kan het nog.

20220612 Wolf Alice (c) Geert Vandepoele-9931

Wil ondertussen het echte Wolf Alice even opstaan? De groep rond Ellie Rowsell staat hier ondertussen voor de vierde keer – wat zo ongeveer een record moet zijn – en nog steeds weten we niet waar ze nu voor staan. Op minder dan een uur schiet het viertal, aangevuld met een toetsenist, van smachtende ballads naar pop op zijn Cranberries, zonder dat we ooit maar één moment voelen dat de groep hier voor een hevige, dringende reden staat. Zelfs de razende punkuitbarsting “Play The Hits” halverwege voelt getelefoneerd aan, en je vraagt je af: ‘Waarom???’ Dat de band nadien opnieuw gaat zwemmen in het meer langszij is charmant, maar voelt ook aan als een marketingstunt – wordt er tenminste over je geschreven. Welaan, bij deze, maar dus: iemand enig idee waarom deze band bestaat?

En het wordt niet beter. Sky Ferreira stapt het podium op, drinkt van haar bier en zucht. Ze is op dat moment al bijna twintig minuten te laat en zal er dan toch maar aan beginnen. “24 Hours” lijkt zelfs best een goeie popsong, net als “Boys” dat volgt. En toch twijfelen we of we daar blij mee moeten zijn, want Ferreira zelf zwalkt en zwalpt zich een weg door de songs alsof haar microfoon haar grootste houvast is. Heel even zoomt de camera in op haar gitarist, zijn gezicht spreekt boekdelen: he’s seen things, man.

20220612 Sky Ferreira (c) Geert Vandepoele-0044

Het had nochtans iets kunnen zijn. In de Angelsaksische muziekpers wordt Ferreira al jaren ernstig genomen, een straffe song als “You’re Not The One” zou die claim kunnen ondersteunen, ware het niet dat de zangeres de toonladders ondertussen op Mars situeert. Dat krijg je met artiesten waarvan je ondertussen meer drugs- en andere verhalen van kent dan songs. De band trekt en sleurt, Ferreira raakt zelfs uit haar zombiemodus, maar het is te laat: de tent loopt langzamerhand leeg tot slechts een kluitje volk overblijft. Ergens zit hier een tragisch verhaal in dat in een betere wereld nooit had moeten geschreven worden.

Een verhaal dat dan weer zo’n lange aanloop kent, dat we zo langzamerhand wel eens de clou willen kennen: The Haunted Youth. Dat is nu al twee jaar dat de groep als grote belofte door het vaderlandse landschap paradeert, maar dat debuut blijft maar op de rekken liggen. We begrijpen dat – the ‘rona, weetjewel – maar ondertussen kijken we wel nog maar eens naar een set die we zo langzamerhand al eens te veel hebben gezien zonder de songs écht te kennen.

Zo krijg je natuurlijk altijd verrassingen, want plots pakt de groep uit met een nummer dat zo een gerateerd hitje van eightiessensatie Berlin had kunnen zijn: wazige synthsound, gate drums, groots, power balladachtig gevoel. “I don’t belong here”, kreunt Joachim Liebens, en misschien speelt het ondertussen allemaal iéts te veel op kracht en effecten. Je voelt dat de groep ondertussen zijn stagejaren heeft gedaan, veel gespeeld en vakmanschap heeft vergaard, maar daardoor ook durft iéts te los te spelen. Dat zorgt ervoor dat “Teen Rebel” in de warm gloeiende avondzon eerst niet meer is dan een warm, maar iets te gemoedelijk dekentje, tot het langzamerhand opbouwt naar een knallende ontknoping. Wanneer “Coming Home” naar een gloedvolle finale wordt gestuwd, weten we het zeker: dit is de laatste zomer zo, tegen volgend jaar willen we kunnen meezingen.

20220611 King Gizzard & The Lizard Wizard (c) Geert Vandepoele-0077

Op de ONE blijkt King Gizzard & The Lizard Wizard op dit zonnige uur de onverwachte koning van de publieksparticipatie te zijn: terwijl wij achteraan op het strand een portie okonomiyaki verorberen (moeilijk te spellen, verder een aanrader, deze Japanse pannenkoek), wordt er in het voorste vak gecirclepit en zowaar geroeid bij de lang uitgesponnen psychedelische garage van de Australiërs. Meer nog, frontman-gitarist Stu Mackenzie heeft wel zin in een duik, maar vindt het toch wat ver lopen vanaf het podium. Publiek to the rescue, en Mackenzie wordt al crowdsurfend naar het meer vervoerd voor een plonsje. Ondertussen zet de rest van de band “The Dripping Tap” vrolijk verder – nummers van achttien minuten laten wel ruimte voor wat waterpret – waarna Mackenzie al even drippend weer inpikt voor een episch freakend slot. In augustus staan ze op Pukkelpop, kan iemand daar snel nog even een meertje graven?

Hoe heeft hij ons hier gekregen? Vijf nummers ver zijn we, en wanneer Nick Cave het zesde inzet kun je een speld horen vallen. Zonder dat we het door hadden sleurde de oude vleermuis ons van de daverende beginselverklaring “Get Ready For Love” de emotionele diepte in. Het openingsgeweld is overgegaan in de gospel van “Oh Children”, “Jubilee Street” trok de handrem helemaal aan. Zo dus.

En daar staan we dan, bij dat “Bright Horses” waarin Cave en plein public rouwt om zijn ondertussen zeven jaar geleden overleden zoon Arthur. Geen mens houdt het droog als hij een vaderhart zo hoort barsten, laat staan als die een nummer verder het gebroken “I Need You” croont. “Just breathe / Just breathe / Just breathe” zucht hij tot het niet meer gaat. Het zinnetje zal blijven terugkeren, net als dat “Cry cry cry” uit “From Here To Eternity” eerder. Vuurvliegjes reflecteren rond hem: als stille aanwezigen.

Dit is een masterclass performance waar je een Lesje Songschrijven 101 bovenop krijgt. En zo is heel dit concert een Meesterproef. In het aanschijn van tragedies is Nick Cave uitgegroeid tot De Grootste Van Zijn Generatie. Zo een waarvan er maar één is. Al helpt het dat hij The Bad Seeds in de rug heeft, een band die exact zoveel noten speelt als de song vraagt. Soms is dat veel, soms net niet. Desnoods leunen ze even achterover in hun stoel om de frontman solo te laten schitteren, waar andere bands het podium zouden verlaten. Achter hen: drie gospelzangers, die al evengoed schakelen van aanwezig naar ondersteunend.

De krop is doorgeslikt wanneer Cave met een hertimmerd “Tupelo” uit het dal kruipt. Vanaf nu draait het om de fans. Net als in het Sportpaleis enkele jaren terug, leunt de zanger heel nadrukkelijk op hen, raakt hen aan, vouwt desnoods hun devoot geheven handen tot een microfoonstandaard. Er is geen tweedeling meer, slechts één ‘wij’ dat dit samen beleeft. “Feel my heartbeat!” roept de frontman, en hij laat zijn hartslag mee-scanderen: “Boom! Boom! Boom!”

De ‘hits’ passeren nu, al is het soms verbouwd. “Tupelo” klinkt anders, “The Mercy Seat” is niet langer een stampvoetende spijtloze gang naar het schavot, maar een lamento vol zelfbeklag. Op het einde is het in de bissen toch weer het hart dat wordt gezocht. “Step into the vortex, where you belong”, zingt Cave. Het is een b-kantje dat zijn laatste, turbulente decennium samenvat. Maar misschien is het dat zinnetje uit “Carnage”, een half concert eerder, waarin de crux helderder zat: “It’s only love”. Misschien is het dat wat hij de afgelopen jaren heeft ontdekt: dat mededogen, begrip, en geduld met zelfs de vreemdste fan (shout-out naar Darragh die twintig euro bood voor Warren Ellis’ spuugemmertje) het enige is wat wij mensen elkaar te bieden hebben in het licht van het onoverkomelijke. “I am beside you, look for me”, uit “Ghosteen Speaks”, zijn de laatste woorden van dit concert. Wie ooit het ergste is overkomen, weet: meer kan een mens zijn medemens niet bieden.

En wat doet een mens na zo’n headliner? Dansen, dan maar? Welja. 2manydjs mag nog eens komen doen waar ze al jaren zo goed in zijn, en waar Jamie xx eergisteren een stuk minder in slaagde: platen op zotte wijze in elkaar draaien, opgeleukt met briljant geanimeerde platenhoezen – waarmee ze er meteen ook een geinig muziekquizje van maken. Want is dat niet de hoes van Rosalía die daar voorbijkomt? Zeker wel, voor een waanzinnige remix van “Bizcochito” die alle droefenis uit onze hoofden davert. En daar, een flard Charlotte Adigéry, wederom zo vertimmerd dat het nummer alle kanten tegelijk op stuitert: het publiek in de TWO neemt er met veel plezier een voorbeeld aan. De remix van Sylvesters “You Make Me Feel (Mighty Real)” – campingdisco is érg populair dit weekend – kon wat ons betreft nog wel een halfuurtje langer doorgaan, maar dat mag niet van de organisatie: stipt om kwart voor één, na een misschien wat goedkoop “Running Up That Hill”, zit het erop. Een paar diehards blijven nog een kwartiertje roepen om meer, verloren vrienden vinden elkaar op het allerlaatste moment nog terug, maar dan komt de security iedereen toch écht van het terrein duwen.

En zo zijn we terug waar de boel drie jaar geleden is stilgevallen: bij een Best Kept Secret dat na zijn acht eerste jaren een nieuwe identiteit zoekt, en daar nog niet helemaal in geslaagd is. Hoe fijn ook de omkadering en de sfeer, net als de laatste drie edities miste de affiche toch dit jaar onder zijn dure headliners een stevige buik. Naast die kleppers van één miljoen (we slaan er een slag in) is het immers vaak meteen afzakken naar beloftevolle nieuwkomers en van heel ver aanstormend talent, waar vroeger middenmotors als Death Cab For Cutie, First Aid Kit, Midlake of Belle & Sebastian mee de dienst uit maakten. Alsof het festival zich in dienst van zijn Duitse broodheren wat wil opblazen om de concurrentie op het vlak van grote namen in het vaarwater te zitten. Dat kan bedrijfsstrategisch ongetwijfeld interessant zijn, het tekent niet voor een boeiende affiche. Best Kept Secret moet voor editie 2023 nog eens grondig naar de tekentafel, want op deze manier is de fun er binnen de paar jaar af. We zijn blij dat dit festival bestaat, maar het kan en mag nog beter.

Beeld:
Geert Vandepoele & Jan Van den Bulck

aanraders

verwant

Fontaines D.C. :: Starburster

Fontaines D.C. for the bigger and bolder: vierde album...

Eindejaarslijstje 2023 van Matthieu Van Steenkiste

Afgaand op wat hieronder staat was 2023 vooral wat...

#So2023: Grian Chatten :: The Score

Om afscheid te nemen van 2023 presenteert elke dag...

Various Artists :: The Endless Coloured Ways: The Songs Of Nick Drake

Volgend jaar is het vijftig jaar geleden dat we...

Grian Chatten :: Chaos For The Fly

Drie platen. Zo lang had Grian Chatten nodig om...

recent

Adrian & Regis Hautiere :: Het Weeskind van Perdide: 1. Claudi & 2. Silbad

Uitgeverij Lauwert waagt zich naast vaak gesmaakte graphic novels...

The Zutons :: The Big Decider

Who Killed … The Zutons is ondertussen twintig jaar...

Hinds :: Boom Boom Back

Kijk, we hebben geprobeerd ons te verzetten. Met een...

Pet Shop Boys :: Nonetheless

De vijftiende van Pet Shop Boys is niet Electric,...

Maria Iskariot :: EN/EN

Tot spijt van wie het benijdt: de meisjespunk van...

2 REACTIES

  1. Mooie samenvatting van een festival dat niet meer nodig heeft dan een paar headliners, lekker eten en propere toiletten. De lat ligt hoog voor volgend weekend in Zeebrugge. Wel jammer dat je helemaal naar onder moet scrollen om deze review te vinden.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in