Vijf jaar na het debuut Lomahongva komt Warped Dreamer, het Belgisch-Noorse kwartet rond drummer Teun Verbruggen, eindelijk met een opvolger. Eentje waarin de band nog altijd uitpakt met een bevreemdende, losgeslagen sound.
Teun Verbruggen hoeft uiteraard niet meer voorgesteld te worden. Weinigen in de Belgische jazzscene hebben een even indrukwekkend curriculum vitae. Bij het grotere publiek is hij het meest bekend via zijn werk bij het Jef Neve trio of Flat Earth Society. Maar dat is maar een klein facet van ‘s mans kunnen. Als bezieler van het in Anderlecht gevestigde Werkplaats Walter probeert hij ook een vrijhaven te bieden voor minder evidente muziek. Hier wordt hij vergezeld door Jozef Dumoulin, de boomlange tovenaar met de Fender Rhodes die al eerder met Verbruggen samenspeelde in de internationale band Bureau Of Atomic Tourism.
Het kwartet wordt verder aangevuld door twee vertegenwoordigers van de jazzscene uit het Hoge Noorden: gitarist Stian Westerhus en trompetist Arve Henriksen. Maar minstens even belangrijk voor Warped Dreamer als hun respectieve hoofdinstrumenten is de voorliefde van alle bandleden voor elektronica. Het geluid van de band is dan ook een samengaan van traditionele instrumenten en elektronische geluiden die samen voor een uniek resultaat zorgen. Het maakt dat het soms moeilijk te bevatten is wie welk geluid voortbrengt, waardoor de band er een is die je eigenlijk vooral in een live-setting moet beluisteren. Of beter gezegd: beleven.
Dat beide albums dan ook concertregistraties zijn, mag dan ook geen verwondering wekken. Debuut Lomahongva was de opname van een van de eerste optredens van Warped Dreamer in Het bos in 2015. Zoals de naam al duidelijk maakt, werd Live At Bimhuis opgenomen in de Amsterdamse jazztempel aan de Ij. Een opname die overigens al dateert uit 2016, maar pas nu pas uitgebracht wordt. Met 5 nummers in ongeveer 40 minuten is het een erg gebald werkstuk geworden.
Nochtans begint het allemaal behoorlijk rustig. Op “Ixwele” — een van de titels met een Afrikaanse referentie — hoor je eerst de talmende trompet en wat bescheiden percussie maar langzaamaan komt er een versnelling in het nummer en treedt de elektronica op de voorgrond. Naadloos gaat het over in “Golden Geek Award” — Google leert ons dat dit een bestaande onderscheiding is — waarin de luisteraar langs alle kanten overdonderd wordt. Verbruggen gaat als een bezetene tekeer achter z’n drumstel, de vervormde electronica biedt weinig houvast maar langzaam ontwaar je toch een onweerstaanbare groove die door het nummer loopt.
Donkere onweerswolken lijken samen te troepen bij het begin van “Lights Out – Darkness”, maar krakkemikkig klinkende elektronica — en dat bedoelen we positief, voor de goede orde — maakt dat het nummer eerder neigt naar de soundtrack die gespeeld wordt in een futuristisch spookkot. Een overweldigende ervaring. Op “Umgaba” tuimelen de bandleden eerst haast over elkaar heen om dan te ontplooien tot een logge elektronicastorm. Henriksen en Westerhus pakken op “Camphor Bush” uit met bezwerende gezangen — geen flauw idee wat ze precies zingen — in een relatief rustig begin vooraleer het geheel begint rol te tollen als een ontketende derwisj. Vijf jaar heeft het geduurd vooraleer deze concertregistratie een officiële release kreeg, maar dat bleek het wachten meer dan waard.