Weinig trio’s uit (of verwant aan) de noordelijke freejazz hebben zo’n armslag als het Zweedse Fire!. Met hun zesde album in minder dan een decennium zijn de drie bij hun meest directe en toegankelijke statement tot nu toe beland.
Natuurlijk is er ook nog het bredere plaatje, want de skeletstructuren van Mats Gustafsson (saxen, electronica), Johan Berthling (basgitaar en contrabas) en Andreas Werliin (drums/percussie) lenen zich tot interpretatie. Uit de schoot van het moedertrio ontstond zo ook het Fire! Orchestra, waar menig festival al mee in vuur en vlam gezet werd. Van de weelderige bombast van die XL-formatie valt op The Hands wel niet veel te horen, want hier klinkt Fire! vooral hecht en bekommerd om de kern der dingen: simpele, repetitieve structuren die mikken op één ding: trance.
Daarvoor beweegt de ritmesectie regelmatig als een massief blok, met eindeloos malende patronen en een knoert van een sound die meer gemeen heeft met, pakweg, Black Sabbath dan met een hedendaagse jazzband. Berthlings elektrische bas is een donker ronkbeest waar liefhebbers uit doom/stonerwerelden ook wel weg mee zouden weten. In combinatie met de sax zou het ook kunnen herinneren aan de moddervette sound van Zu, maar de Italianen hebben een veel driftiger temperament en maken vooral ook herrie die een stuk complexer is. Fire! verkiest een uitgepuurde, bijna ritualistische benadering.
Bas en drums blijven zoals gezegd een hechte eenheid. Gustafssons saxen (hij tekende hier voor de kloekere telgen van de saxfamilie: tenor, bariton en bas) krijgen vrij spel, schallen als woeste misthoorns hun extatische en getergde liederen. Hier en daar met turbulent geraas en gegil, maar net zo vaak met monotone scheuren en lange uithalen die de daverende motieven van de ritmesectie stap voor stap volgen. De titeltrack is zo meteen de ideale opener. Met jazz, laat staan met freejazz, heeft dit amper nog iets te maken. Haal de sax weg, en je zou net zo goed kunnen luisteren naar Motorpsycho, of een band die vrij rudimentaire psychedelische muziek speelt.
Er wordt wat gespeeld met het tempo — “When Her Lips Collapsed”, “Up. And Down.” en “To Shave The Leaves. In Red. In Black” verkiezen een slepend galeientempo, geschikt als soundtrack bij een calvarietocht, maar in essentie blijven de drie trouw aan de formule, al beheersen ze die wel tot in de puntjes, en kneden ze hier en daar bij met een overduidelijke souplesse en een beheersing die niet te miskennen valt. Opvallend is ook dat Berthling de basgitaar een paar keer inruilt voor de staande bas, wat er in “Washing Your Heart In Filth” voor zorgt dat de muziek wat lichter en elastischer aanvoelt, zeker in combinatie met de gemeen zeurende tenorsax van Gustafsson. De band zit daar in het vaarwater van The Thing.
De contrabas komt ook terug in de fraaie afsluiter “I Guard Her To Rest. Declaring Silence.” Als het smeulende “Touches Me With The Tips Of Wonder” eerder op de plaat al herinnert aan de intensiteit van het Trespass Trio, dan is dit spek naar de bek van al wie iets heeft met het duistere minimalisme van volk als Bohren & der Club of Gore: traag en met een donkere sensualiteit. Fire! heeft daarmee niet bepaald z’n meest uitdagende plaat gemaakt, maar dat was ook niet de bedoeling. Soms doet het deugd om muzikanten die het hele gamma van hypercomplex tot abstract beheersen toch te zien kiezen voor een naakte essentie. Dat maakt van het compacte The Hands een ideale instapplaat naar meer voor nieuwsgierig volk.