Nauwelijks meer dan een half jaar na Triplicate, waarmee Bob Dylan voor een overdosis American Standards zorgde, ligt, net op tijd voor de feestelijkheden rond de geboorte van Jezus, Trouble No More in de winkel, de dertiende aflevering in de stilaan nooit eindigende Bootleg Series.
Wie aan Triplicate al een overladen gevoel overhield, kijkt best uit zijn doppen. Zoals bij de meer recente Bootleg Series immers de gewoonte is, verschijnt niet louter een standaardversie met twee cd’s, maar is er eveneens een wel heel uitgebreide versie die een stuk of acht schijfjes, enkele boekwerkjes en een stevig prijskaartje telt. Bovendien snijdt de nieuwe Bootleg Series een niet bepaald oncontroversieel hoofdstuk in Dylans carrière aan: de religieuze periode aan het einde van de jaren zeventig, begin jaren tachtig.
Een fan, of was het een fanatiekeling, die een kruisbeeldje op het podium gooide. Meer zou er niet aan de basis gelegen hebben van Dylans weg naar God. Al bestaat er ook een versie waarin een vrouw de hoofdrol speelde in de bekering van de man die niet lang daarvoor nog met volle teugen van vrijheid en blijheid genoot tijdens de Rolling Thunder-tournee.
Plots was Dylan herboren en werd het roer drastisch omgegooid, met weer maar eens horden ontgoochelde fans tot gevolg. Zie ook: elektrisch gaan, huisman spelen, Self Portrait uitbrengen. Telkens draaide het publiek achteraf bij, niet zelden nadat, decennia later, The Bootleg Series fijntjes wezen op de kwaliteit die aanvankelijk over het hoofd gezien werd.
Op het oorspronkelijke trio platen, Slow Train Coming, Saved en Shot of Love, stonden best enkele kleppers. “Convenant Woman”, om er maar eentje te noemen, blijft een parel, al kwamen we het op deze box wel eens tegen in een zeurderige versie, terwijl van “Gotta Serve Somebody” dan weer een swingende, funky uitvoering opdook.
Bob Dylan speelde immers op scherp, zo blijkt uit de talloze liveopnames die nu geopenbaard worden. De man klinkt furieus, zijn band staat er en de backingzangeressen tillen alles nog een niveautje of twee hoger. Bovendien is het een grappige vaststelling te merken dat Dylan zijn muzikanten in die dagen voorstelde aan het publiek. Van de zwijgzame, nukkige oude man was toen nog geen sprake. Meer zelfs: de concerten van deze tournees werden geregeld opgeluisterd door religieuze donderpreken door de man zelf, maar die werden vakkundig achterwege gelaten, zelfs in de meest uitgebreide uitgave van deze release.
Hoewel de religieuze periode, zeker achteraf bekeken, als een belangrijke fase in de carrière van Dylan gezien kan worden, blijft ook na het meermaals uitzitten van Trouble No More (goed acht uur per keer, na een tijdje is het heus niet leuk meer) de conclusie hetzelfde: aardig, bij momenten meeslepend en soms reuze-interessant, maar niet behorend tot de toplaag van Dylans carrière. Op The Basement Tapes kan je jezelf met een zekere gretigheid storten, maar hier blijft het, ondanks de uitschieters, toch eerder proeven, zoeken naar lekkers, en soms licht gefascineerd luisteren naar een van de meest tot de verbeelding sprekende, maar daarom nog niet altijd even geslaagde carrièrewendingen in de moderne muziekgeschiedenis. Met mate tot zich te nemen.