Ongekunstelde muziek, het is het handelsmerk van Lou Barlow. Het nieuws dat hij een nieuw soloalbum zou uitbrengen, ontlokte ons dan ook een kleine vreugdedans. Maar is dat ook terecht?
Van Lou Barlow, de ongekroonde koning van de lo-fi, zeggen dat hij een bezig baasje is, mag gerust als een understatement beschouwd worden. Zo is hij niet alleen opnieuw actief bij Dinosaur Jr. — wiens reünie samen met die van Swans zowat de enige geslaagde van alle herenigde gitaarbands uit de jaren ‘80 en ‘90 is — maar ook met zijn eigen geesteskind Sebadoh met het prima Defend Yourself uit 2013 als resultaat. Tel daarbij nog andere projecten waarmee hij vroeger actief was, zoals Sentridoh en Folk Implosion, en het hoeft niet te verwonderen dat Barlow met Brace The Wave nog maar voor de derde keer, en zes jaar na voorganger Goodnight Unknown, een album uitbrengt onder eigen naam.
Een album dat het gevolg is van de terugkeer van Lou Barlow naar zijn geboortestreek in Massachusetts na zeventien jaar in Los Angeles gewoond te hebben. Met Justin Pizzoferrato, de man die ook bij de laatste drie Dinosaur Jr.-platen achter de knoppen zat, als producer dook Barlow gedurende zes dagen de studio in. Het resultaat is Brace The Waves, een album waar alle overtollig vet van afgeschraapt is. Negen songs die samen net de dertig-minutengrens halen en grotendeels akoestisch zijn. Dit is een Lou Barlow die zich blootgeeft, zowel muzikaal als tekstueel (“Lou’s Anxiety Song(s)” zegt hij zelf over het album). Het klinkt misschien niet meer zo lo-fi als ten tijde van Sebadoh-klassieker III, maar naar goede Barlowtraditie spat de spontaniteit en ongekunsteldheid ervan af.
De ukelele, vroeger het exclusieve domein van de geitenwollensokfolk, is niet meteen het instrument dat je met iemand als Lou Barlow zou associëren. Des te opvallender dus dat net dit instrument een relatief prominente plaats op het album krijgt, maar reeds ten tijde van Deep Wound en Dinosaur Jr. was Barlow naar eigen zeggen actief in de weer met de ukelele, al was het wel een door hem ietwat aangepast exemplaar. Op de openingssong “Redeemed”– schuld en boete, maar dan in liedjesvorm — brengt de ukelele een steeds herhaald motiefje achter een ingetogen zingende Barlow. Maar het is vooral de geloofwaardige en ongedwongen manier waarop Barlow de songs brengt die meteen duidelijk maakt dat dit een eerlijk album is en niet het werk van een artiest die zich achter zijn muziek wil verschuilen. Niet dat we van Lou Barlow iets anders verwacht hadden natuurlijk. Tegenover die ingehouden opener staat het catchy en verduiveld aanstekelijke (bijna-)titelnummer “Wave”, het soort song dat in vroegere tijden een geheid radiohitje zou geweest zijn op Studio Brussel.
Op songs als “Lazy” en “C+E” — zeker dat laatste is een van de hoogtepunten van het album — krijgen we dan weer een Barlow te horen die folksongs brengt die evengoed zouden kunnen dateren uit een vroeger tijdperk. Wie zich verwacht aan rammelrock moeten we teleurstellen, die schittert op Brace The Waves door afwezigheid. Buitenbeentje “Nerve” krijgt een wat vollere begeleiding mee in vergelijking met de rest, maar — toeval of niet — het is ook de zwakste schakel op het album. Nee, geef ons dan maar de heerlijk rafelige folk zoals in “Boundaries”.
Brace The Wave mag dan wel geen essentiële aanvulling zijn van het oeuvre van Lou Barlow, want daarvoor ontbreken de echt onvergetelijke songs, maar het is een knap en onbevangen werkstuk geworden. Voor wie zijn muziek graag ingetogen en zonder franjes maar met bakken authenticiteit heeft.
Op 2 oktober treedt Lou Barlow op in Trix in Antwerpen.