Het is alweer vier jaar geleden dat Sóley Stefánsdóttir haar debuutplaat vol wegdroommuziek op de wereld losliet. De IJslandse fluisterfee tovert de knusse melancholie van haar debuut nu om tot een schaduwwereld waarin je maar beter geregeld over je schouder kijkt. Gelukkig valt er ook in het duister heel wat schoonheid te ontdekken.
Na haar zwangerschap leverde de IJslandse vorig jaar een minimalistisch en quasi-instrumentaal piano-EP’tje af, maar Krómantík was toch vooral een zoethoudertje voor de fans. Vier jaar na haar debuut We Sink is Sóley nu terug met een volwaardige plaat. Met Ask The Deep borduurt ze verder op de droomwereld die ze op We Sink wist op te bouwen, al is de sfeer die de plaat uitademt van een heel andere orde. Waar Sóley op haar debuut nog duidelijk alle songs rond haar piano spon, moet die nu geregeld de spotlights delen met wat ‘zwaarder’ geweld. Enfin, naar Sóleynormen toch.
Zo bouwt de tristesse in “Devil” langzaam op naar een expressief crescendo waarin percussie en elektrische gitaar volledig de overhand nemen. Het is dan ook dankzij deze radicale keuze voor rockinstrumenten dat er vanaf de eerste minuut veel dreiging en duisternis in de plaat zit. Nu ja, met titels als ““Halloween”, “Devil” en “Follow Me Down” hoeft dat niet te verbazen.
Bang voor een lange intro is Sóley ook niet. De intro van “I Will Never” beslaat zowat de helft van de song en hij is zinderend onheilspellend. En wie had er vier jaar geleden gedacht dat die lieve, sprookjesachtige stem van Sóley zo gemakkelijk naar the dark side kon overstappen? Enfin, aan die duistere zijde lijkt het in elk geval wel boeiend te zijn.
In “Halloween” zijn de nieuwe instrumenten uitgebalanceerder aanwezig, maar dat gaat ten koste van de impact. Ook opvullertje “Óhljóð” komt ook die vijver, het is een geluidsmuur samengebald in 37 seconden, maar zonder veel overtuigingskracht. Gelukkig zijn er heel wat kleine dingen die de plaat boeiend weten houden. De hartslag die “One Eyed Lady” omspant en de echoënde stemeffectjes op “Follow Me Down” en “Breath”. De combinatie van stem en subtiele percussie die “Breath” naar een hoger niveau tilt.
Dat Sóley nog steeds met veel plezier vertoeft in haar droomwereld is duidelijk. Toch zijn haar dromen mettertijd een stuk minder vrolijk geworden. Als kleine revolutie kan deze plaat alvast tellen. Sóley ontbindt haar duivels en tilt het deksel van haar persoonlijke doos van Pandora. Gedaan met de gezellige pianobespiegelingen, tijd voor doorgravende introspectie. Tijd om de confrontatie aan te gaan met de minder mooie kanten van het leven, lijkt Sóley te willen zeggen. Maar hoe stijlvol ze de duisternis ook omarmt, als we mogen kiezen, geef ons dan toch maar de gemoedelijkheid van We Sink.