Parquet Courts keert terug naar de nasale versie van hun bandnaam voor een plaat die subtiel een overgangsfase inluidt.
Voor muziek is de jaarwisseling niks speciaals: trends blijven aanhouden, bands blijven aan hun platen werken. (Vanzelfsprekend is de marketingmachine wel gevoelig voor het jaareinde, maar dat heeft an sich weinig te maken met de muziek). Voor Parquet Courts gaat dat dubbel op: weinig andere bands blijven zo koppig hun eigen ding doen. Content Nausea, een van die platen van eind 2014 die we u gewoon niet konden ontzeggen, is al hun vierde langspeler op vier jaar. De tweede op drie jaar tijd zelfs, voor wie pas begint te tellen vanaf de re-release van doorbraakplaat Light Up Gold. Indrukwekkend, zeker gezien de uitstekende kwaliteit van hun werk.
Toen iemand me onlangs vroeg Parquet Courts te beschrijven, bleef ik steken bij: “wat rough around the edges, impulsief, tussen punk en slacker, en ze lijken nooit erg lang over de dingen na te denken.” Uiteraard klopt dat van geen kanten, want Parquet Courts is ook een band die heel hard werkt aan een artistiek imago – de indruk die komt bovendrijven als algemene deler van hun sound en attitude. Niks nieuws in showbizzland, maar ik heb de indruk dat het bij Parquet Courts wel om iets organischers en authentiekers gaat dan bij pakweg Michael Bublé.
Het is raadzaam om dat in het achterhoofd te houden bijContent Nausea, een plaat waarop je aanvankelijk vooral veel hoort dat ook al op Light Up Gold en Sunbathing Animal te vinden was. De lome bas en dito drums in “Everyday It Starts”, de no-nonsense zang van Andrew Savage – nog steeds het perfecte vehikel voor hun brokkenpilootrock – , de zakmesscherpe gitaren van “Insufferable”, de marsdrum in “Content Nausea”: allemaal vintage Parquet Courts. Ook de twee uitstekende covers “These Boots Are Made For Walkin’” en “Slide Machine” (origineel van Roky Ericksons heerlijke psychrockband 13th Floor Elevators) hebben een bekende signatuur meegekregen.
Tussen de lijnen door hoor je deze band evenwel zachtjesaan opschuiven, in de richting van iets dat niet voortdurend hoeft te rammelen als een slechte tweedehandswagen. Na een paar luisterbeurten komt het onmiskenbaar bovendrijven: die donkere laag die aftastend maar zelfverzekerd het patroon in dit weefgetouw ondersteunt. Neem nu “Psycho Structures”, de claustrofobische postpunktrack die door zijn plaats op dit album op het eerste gehoor een eenzaat lijkt. Lijkt, want dezelfde donkere dreiging ligt op de loer in “The Map” en de instrumentale intermezzo’s “Urban Ease” en “No Concept”.
2015 zou het jaar kunnen worden waarin blijkt dat ik Parquet Courts hier helemaal verkeerd begrepen heb. Of evengoed het jaar waarin hun New Yorkse indiesound definitief een nieuwe, alweer intrigerende wending neemt. Ik gok op dat laatste – niet alleen omdat ik niet wil afgaan als een gieter, maar omdat deze band er de branie voor heeft.