De Zweedse rietblazer Mats Gustafsson staat niet enkel bekend als een van de sterren van de radicale vleugel van de vrije improvisatie, maar ook als een gretig verkenner van de jazz- en rocktraditie. Met powertrio The Thing waagde hij zich aan composities van onder meer Don Cherry, The Ex, Lightning Bolt en PJ Harvey, maar ook solo raast hij geregeld door andermans werk. Torturing The Saxophone verzamelt drie eerder verschenen vinyl-ep’s met interpretaties van composities van Duke Ellington (2008), Albert en Don Ayler (2009) en Lars Gullin (2011).
Het gaat wel over zéér kleine releases op Italiaanse labels, want de one-sided plaatjes verschenen elk in een oplage van 99(!) stuks. Natuurlijk te weinig voor een artiest van dit kaliber, met als gevolg dat sommige exemplaren al voor een slordige 100 euro van eigenaar wisselden. Ook in deze vleugel van de melomanie zit je geregeld tussen obsessief verzamelen en inhalig speculeren, maar kom… Het belangrijkste is dat de muziek nu wel eenvoudig en betaalbaar beschikbaar is.
Het gaat om drie keer zo’n twintig minuten, met een korte bonustrack erbovenop. De vijf interpretaties van Ellingtons composities maken een verrassende slingerbeweging tussen radicale bewerking en lyrische uitvoering. “In A Sentimental Mood” wordt haast in je oor gefluisterd. Je hoort de lucht haast door en naast het mondstuk stromen, Gustafssons tenorsax een en al gevlei, een zacht romig en sensueel geluid dat terugkeert naar de hoogdagen van Ben Webster (lang een rechterhand van de meester) en Coleman Hawkins. Ook “Sophisticated Lady” is een fraai stukje intimiteit, maar dan ietwat abstracter, in zachtaardige ademstoten die gaandeweg expressiever worden.
De drie stukken daartussen laten een tegendraadser geluid horen: “I Never Felt This Way Before” is ontregelde en krakende elektronica waar de sax in gezocht moet worden, “Blue Goose” is een knetterende, pruttelende en onherkenbare verkrachting van het charmante origineel, terwijl gospelklassieker “Come Sunday” volledig in zichzelf gekeerd is, de kleppen van de sax even laat neerkomen als regendruppels op een plastic luifel en mijlenver verwijderd is van de klassieke, elegante versies met Johnny Hodges en Mahalia Jackson.
Voor de twee composities van de gebroeders Ayler wendt Gustafsson zich tot het instrument waar hij intussen mee vereenzelvigd wordt: de baritonsax. “Our Prayer” komt op gang met een kinderlijk muziekdoosje en, daaruit voortvloeiend, bedeesde uithalen. De uitbundige combinatie van rammelende freejazz en een uitbundige brassband uit New Orleans van het origineel wordt hier vervangen door zacht smeulende gospel. Bloedmooi. Ook in “Angels/Spirits” is de uitbundigheid van Aylers muziek ver zoek. Gustafsson zet volop in op een verkenning van het rokerige warme timbre, aanvankelijk in kerkelijke sfeer, daarna bruusker en bruter, compleet met stoomboot- en National Geographic-effecten.
Lars Gullin was een bejubelde Zweedse jazzmuzikant en in kennersmilieus een van de meest geliefde baritonsaxofonisten van de jazz van de jaren vijftig, naast Serge Chaloff en Gerry Mulligan. Zijn klassieke ballade “Danny’s Dream”, een prachtige compositie die Gustafsson ook al uitvoerde met The Thing en Swedish Azz, wordt hier gebruikt als springplank voor een bewerking van meer dan twintig minuten. Die evolueert van intieme fluisterserenade naar rauwe emotie, om uiteindelijk delicaat het originele thema te hernemen. En beweging die je, net als de bonustrack – een versie van Aylers klassieke “Ghosts” – de uiterste regionen van het baritonspectrum laat horen.
Torturing The Saxophone bevat voor de liefhebbers geen grote verrassingen. Gustafsson liet eerder al op enkele soloreleases (onder meer The Vilnius Implosion, Needs!, Bengt) verschillende gedaantes van zijn solospel horen, bewandelde daar ook al die paden tussen uit haar voegen barstende emotionaliteit, abstracte geluidskunst en meer finesse. Toch is het een aanrader om hem in de weer te horen met andermans werk, in verschillende gradaties van verminking. Die oorspronkelijke versies gelden dan ook meer als aanzetten voor hoogstpersoonlijke exploraties dan kansen om ze binnenstebuiten te keren. Vermoedelijk niets voor Ellington- en Gullinfanaten (Robert Crumbs reactie – te goed om achter te houden – verwoordt waarschijnlijk heel goed de reactie van heel wat muziekliefhebbers bij deze plaat en dit soort muziek in het algemeen), maar wel een uitstekende inhaalbeweging voor de fans.
Gustafsson speelt met Massimo Pupillo (Zu) en Brian Chippendale (Lightning Bolt, Black Pus) op Freakscene’s Summer Bummer, een festival in het Antwerpse Zuiderpershuis op 10 augustus, met verder ook Earth en een hele resem muzikanten die banden hebben met Antwerpen of Radio Centraal.