2013 was onder andere het jaar van Nick Cave, die met z’n Bad Seeds niet alleen zijn meest relevante plaat van deze eeuw maakte, maar een van de beste, meest intrigerende van z’n oeuvre. Voor de slechte verstaander is er als toemaatje deze intimistische liveplaat waarop de flow en het niveau van Push The Sky Away achteloos wordt doorgetrokken.
Het is verbazingwekkend genoeg nog maar Caves vierde officiële liveplaat, maar de vergelijking opzoeken met de legendarische Live Seeds-plaat uit 1993 is er niet bij. Live From KCRW is immers geen weergave van de verschroeiende tour die Cave dit jaar ondernam (u leest extatische verslagen van collega’s (mvm) en (jp) op deze pagina’s), maar een radiosessie voor ruim tweehonderd man die aan hun overdreven gejoel te horen toch een zekere historiciteit aan dit opzet toekenden. Cave zelf reduceerde z’n Bad Seeds voor de gelegenheid tot vier man en klinkt opvallend goedgeluimd en ontspannen.
Het komt de kwaliteit van de uitvoeringen ten goede. Je hoort een band die thuis is gekomen na enkele jaren zoeken (sinds Nocturama uit 2002) en zichzelf forceerde (Dig Lazarus Dig!!! uit 2008) om hun kenmerkende vuiligheid een plaats te geven in hun waardig ouder worden. Grinderman leidde even de aandacht af van die zoektocht, maar het was geen slecht idee om het bij twee platen te houden. Mannen als Cave mogen geen one trick pony’s of dode paarden trekken. Dan was er Push The Sky Away, waarop die vuiligheid geen doel meer hoefde te zijn, maar een middel, een onderstroom om schoonheid nog intenser te maken. Daarin heeft vooral Warren Ellis zijn rol geperfectioneerd, door meer dan ooit de vinger op de lippen te houden in plaats van het rode doek te zijn bij de Bad Seeds.
Net als Push The Sky Away baadt dit Live From KCRW in een prachtige, bedwelmende flow waarin schoonheid de ruimte krijgt om te ademen. De vier songs van de laatste plaat zijn niet alleen vier hoogtepunten, maar de oudere parels van Cave moeten zich tijdens deze sessie aanpassen aan de hele sfeer van die laatste plaat. Ook dat zegt iets over het belang van ’s mans laatste. Niet dat er aan alle nummers zoveel hertimmerd moest worden: “Far From Me” en “People Ain’t No Good” van op The Boatman’s Call voelen zich op vertrouwd terrein, al ligt het zo simpel niet – het is de ontbeerde rauwheid die dat album lager dan Push The Sky Away in de pikorde doet belanden.
De opvallendste metamorfose valt “The Mercy Seat” te beurt, waarop woede plaatsmaakt voor berusting, spuwen voor mijmeren. Het lijkt door de spaarzame arrangementen de keerzijde van het originele verhaal te zijn, een aanvulling zoals Caves hele laatste plaat dat voor z’n oeuvre is. “Stranger Than Kindness” past zich naadloos aan deze sessie aan, en bevestigt dat Push The Sky Away qua toon en sfeer veruit het dichtst aanleunt bij Your Funeral My Trial. Deze versie maakt van dat schijnhuwelijk tussen schoonheid en dreiging er een uit liefde.
Nog opvallend is dus hoe de nieuwste songs meer doen dan zich staande houden tussen de klassiekers. “Higgs Boson Blues”, een mijmering die het ontkennen van God koppelt aan de vergankelijke westerse cultuur van vandaag, wordt uitgekleed en blijft elke seconde boeien. De versie van “Mermaids” is misschien wel het hoogtepunt van de sessie: Caves piano probeert een overstuurde gitaar in bedwang te houden, het koortje van de Bad Seeds giet olie op de golven. Bloedstollend. Net als de titelsong, nu al een klassieker door al z’n poriën waarover al zo veel gezegd en niet gezegd is, en dan nog te weten dat “We No Who U R” en “Jubilee Street” echt gemist worden.
Tijdens de tour ging het er al eens als vanouds uitzinnig aan toe, op deze liveregistratie was daar geen plaats voor. Deze release ligt perfect in de huidige koers en bevestigt vooral de creatieve piek waarin Cave zich in z’n boerenjaar 2013 bevond. Dit jaar wordt het vermoedelijk weer wat rustiger rond de man, maar het is lang geleden dat we nog zo hard uitkeken naar wat hierna komen gaat.