Alle grijze haren en overtollig vet rond de buikstreek ten spijt, Guided By Voices geeft niet op. Integendeel, met drie platen op één jaar tijd moet dit nu al een van de meest productieve reünies uit de recente muziekgeschiedenis zijn. En voorlopig lijkt het einde nog lang niet in zicht. De eerste Guided By Voices van het jaar telt alweer 17 nummers en scoort daarmee maar net onder het gemiddelde.
”Xeno Pariah” klinkt meteen heel vertrouwd in de oren en gaat traditiegetrouw nog voor het een deftig eindpunt bereikt alweer over in het tweede nummer, “Know Me As Heavy”. The Who is nooit ver weg en ook de invloed van The Beatles ligt er heel dik op. In het zomerse, door Tobin Sprout geschreven “Islands (She Talks in Rainbows)” bijvoorbeeld. De verhouding Pollard/Sprout helt trouwens ietsje over naar de eerste en zorgt nog steeds voor de variatie die Guided By Voices altijd al op een hoger niveau tilde. Dat niveau blijft nog twee nummers op punt maar dan volgt er een dipje.
”The Quiet Game” leunt op een repetitief gitaarrifje dat ondanks z’n aanstekelijke, lo-fi/glamrock-sound enkel een aanzet tot gegeeuw kan opwekken. Ook ”Noble Insect” boeit niet echt en lijkt wel het resultaat van een duffe jamsessie waarbij de inspiratie even niet wilde komen. Ach, het kaf van het koren scheiden was nooit hun sterkste kant en met “Sir Garlic Breath” gaat het dan weer wel de goede richting uit. Het nummer kraakt en ruist gezellig ouderwets uit de luidsprekers. Om nostalgisch bij te worden, want binnen een jaar of tien zijn de dingen waar dit soort gerammel op wordt opgenomen waarschijnlijk nergens meer te vinden. ”Crybaby 4 Star Hotel” gaat harder tekeer en vormt samen met “Taciturn Cave” een sterke tandem die bij het betere werk van GBV gezet kan worden. Vooral “Taciturn Cave” zou live weleens voor vuurwerk kunnen zorgen.
De vierde reünieplaat is net als z’n voorgangers weer een fijne en vooral zeer typische GBV-plaat. De vraag is of iemand daar nog op zit te wachten natuurlijk. Voor de echte fans die er niet genoeg van krijgen, valt er zoals steeds genoeg fijns te rapen. Voor de rest blijft Earthquake Glue vooralsnog de laatste echt relevante GBV-plaat, zeker voor wie op zoek is naar de potige, would-be-arena-rockversie van de band. Het zal de heren worst wezen natuurlijk, en dat is en blijft toch vooral de sterkte van deze groep. Want laten we wel wezen, het blijft een verademing om tussen al wat hip is af en toe dit soort van ongedwongen, maar met hoorbaar plezier gemaakte muziek in de oortjes te hebben.