Degelijk, oerdegelijk zelfs. Zo kan de eerste soloplaat van Jack White samengevat worden. Helaas is oerdegelijk niet hetzelfde als uitmuntend, waardoor Blunderbuss de -toegegeven- hoge verwachtingen niet weet in te lossen.
Er komt geen soloplaat. Dat zou toch maar een klinken als een verwaterde versie van mijn band. Woorden die Michael Stipe uitte in de naweeën van de split van zijn bandje. En hij heeft een punt, ergens. Nu The White Stripes ruim een jaar officieel over and out zijn, kan je bijna niet anders dan bij de eerste soloplaat van Jack White proberen te traceren in hoeverre dit een verderzetting is van The White Stripes, The Dead Weather of The Raconteurs.
Het positieve nieuws is: niet of nauwelijks. De keerzijde is echter dat, hoewel Blunderbuss nergens tegenvalt, de plaat niet bepaald een laaiend enthousiasme weet op te wekken. Na anderhalve week intensief luisteren, is er zelfs geen enkel nummer dat een wow-effect te weeg weet te brengen.
Daarmee komt White vervaarlijk dicht bij de theorie van Stipe: dit is best goed, maar niet memorabel. Er zijn aardige songs, zoals “Missing Pieces”, dat een zekere funkiness uitstraalt en waarin White zich als gitarist kan laten gelden. “Trash Tongue Talker” is een door piano aangedreven stuwende song die doet denken aan de tijd dat Cold War Kids nog interessante muziek maakte, maar dan net niet zó interessant.
De song gaat gebukt onder het grote mankement van Blunderbuss: het is allemaal wel goed en, zoals “Trash Tongue Talker”, hier en daar opzwepend (dit kan live een knaller worden), maar ondanks de meer complexe songstructuren, weet White hier nergens echt indruk te maken.
Alleen het heerlijk golvend “Hip (Eponymous) Poor Boy” heeft een gevoel van tijdloze schoonheid over zich, maar dan voornamelijk omwille van de retro-inslag waarop het lied gestoeld is en niet zozeer omdat White met een inventief en geniaal nieuw idee komt aanzetten.
Nog voorbeelden? “Freedom At 21” ìs The Dead Weather. Maar dan met de handrem op. Op papier is dit een song om jezelf in te verliezen, nu niet meer dan geluidsbehang om je belastingen op in te vullen. Ja, de drums stuwen de gitaren naar een geladen climax, maar veel overtuiging heeft die niet.
Is Blunderbuss een gemiste kans? Ja en neen. Jack White is het songschrijven niet verleerd, zoveel is duidelijk. Maar waar de man niet eens zo lang geleden met een vonk de hele boel in lichterlaaie wist te zetten, komt hij nu niet verder dan een gezellig haardvuurtje. Ook aangenaam, natuurlijk, maar als verse start misschien net iets te bescheiden om de toekomst euforisch tegemoet te hollen.
Jack White stelt zijn nieuwe plaat op Rock Werchter voor