Wij zijn behoorlijk allergisch voor muziek met een te sterke nadruk op techniekbeheersing en virtuositeit. Niet dat we techniek overbodig vinden om goede muziek te maken, maar wanneer ellenlange virtuoze uitspattingen de bovenhand halen op het compositorische geheel, hoeft het voor ons niet meer.
Met Joe Satriani, Steve Vai en consorten moet je bij ons dus niet komen aanzetten, maar voor James Blackshaw staat onze voordeur altijd open. Ook hij is een behoorlijke virtuoos op zijn instrument (de twaalfsnarige gitaar) en hij steekt dat evenmin onder stoelen of banken. Tot voor kort stonden zijn platen zelfs volledig in het teken van zijn indrukwekkende en allesoverheersende gitaarspel. Maar het verschil met voornoemde notenneukers is dat de muziek van James Blackshaw op geen enkel moment aanvoelt als een show off van technisch kunnen. Alles staat in het kader van de compositie en de melodie, en dat is duidelijker dan ooit op zijn zevende plaat The Glass Bead Game.
Opener “Cross”, waarschijnlijk de meest gearrangeerde compositie die Blackshaw al schreef, toont dat meteen goed aan. Naast zijn galmende gitaarspel komen strijkers, blaasinstrumenten en stem het geluid vervolledigen op een manier die laat blijken dat James zo nu en dan wel eens een plaat van Philip Glass of Steve Reich durft op te leggen. Alleszins, net zoals bij veel minimalistische muziek, zorgen de verschillende rond en in elkaar wevende stemmen er in “Cross” voor dat er een samenspel van hemelse klanken en boventonen ontstaat waarin een mens zich helemaal kan verliezen.
Dat arrangeren is niet nieuw, ook op voorgaande platen durfde Blackshaw er al ‘ns een strijker bij te betrekken, maar op The Glass Bead Game gaat hij meer dan ooit voor een breed geluid vol subtiliteit en detail. Toch kiest hij ook niet volledig voor die aanpak en laat hij op twee van de vijf composities zijn twaalfsnarige gitaar nog volledig domineren. In “Bled” zorgt een harmonium nog wel voor een ambienttapijtje waarboven Blackshaw zijn gitaarmantra’s kan ontvouwen, maar in “Key” valt er niets te horen buiten het in reverb gedrenkte getokkel op een dozijn snaren die klinken als een heel orkest. Dat Blackshaw ook niet meer nodig heeft dan zijn gitaar om indruk te maken, bewijzen die twee songs ook ten volle, beide zijn pareltjes van transcendentaal aandoende composities.
Op de twee resterende composities laat Blackshaw zijn gitaar volledig achterwege en bouwt hij composities rond de piano. In “Fix” resulteert dat in een vrij kort minimalistisch stukje dat Max Richter geschreven zou kunnen hebben, ware het niet dat de strijkers hier veel vrijer en spontaner hun weg rond de statige pianoakkoorden banen. Die vrijheid horen we nog veel sterker in het epische “Arc”. Na een korte intro met galmende akkoorden begint Blackshaw zijn piano te bespelen als was hij op zijn gitaar aan het tokkelen, waarbij de snel opeenvolgende noten, met de sustain-pedaal volledig open, zorgen voor een overweldigende geluidszee. Echo en galm begraven daardoor verschuivingen en details onder een dreunend geheel waaraan ook de trage strijkers van Joolie Wood en John Contreras (beiden onder andere bekend van Current 93) en de stem van Lavinia Blackwell deelnemen. Na achttien minuten blijf je ofwel volkomen verweesd achter of vraag je je af of er wel iets gebeurt in dat nummer.
Dat is meteen ook een van de weinige nadelen die we bij deze plaat kunnen bedenken. The Glass Bead Game is een veeleisend album dat vraagt om een complete onderdompeling om de volledige impact ervan te kunnen ervaren. Het is daardoor ook geen muziek die je zomaar even oplegt, de stemming moet ernaar zijn. Voor sommigen kan ook het repetitieve aspect van de muziek misschien storend zijn, en we moeten ook toegeven dat wie al werk van James Blackshaw in huis heeft wel een zeker déjà-vugevoel kan hebben. Maar als de muziek van zo’n pracht blijft, mag de man gerust nog enkele jaren doorgaan voor hij ons zal vervelen.
James Blackshaw treedt op 19 en 21 september op met zijn zijproject Brethren Of The Free Spirit (met luitspeler Jozef Van Wissem), respectievelijk in Het Schip in Brussel en op het Happy New Ears Festival in Kortrijk.