Pet Shop Boys zijn on a roll: de Fundamental-tour van drie jaar terug groeide uit tot hun langste ooit, en nu is er meteen daarna alweer een nieuw album. Maar zelfs het snelste paard struikelt wel eens, en Yes is dan ook geen succes over de hele lijn. En misschien is dat wel Kylie’s schuld.
Eigenlijk waren Neil Tennant en Chris Lowe immers de studio ingetrokken om songs voor X, het laatste album van camp Queen Minogue, te schrijven, die vervolgens deed alsof ze niets gehoord had, en een stinker van een album maakte. "Pech", moeten Pet Shop Boys gedacht hebben, en ze namen het hele zootje dan maar zelf op.
"De songs voor Kylie inspireerden ons om nog eens vrolijke, blije liedjes te schrijven", zegt Tennant, en om maar meteen helemaal voor POP! te gaan werd het productieteam Xenomania aangetrokken, het soort hitfabriekje dat normaal voor Sugababes, Girls Aloud en… Kylie schrijft. Als tegengewicht mocht ook Johnny Marr opnieuw wat gitaar bijdragen en Owen Palett (Final Fantasy) schreef een strijkersarrangement voor "Beautifull People" en "Legacy". En toch wil de mayonaise niet altijd pakken.
Al is er nog genoeg om erg vrolijk van te worden. De erg fijne single "Love Etc.", bijvoorbeeld: Pet Shop Boys pur sang. Bijzonder is "All Over the World" dat een melodie van Tsjaikovski herneemt, en bewerkt tot een vrolijke polonaise die met zijn "this a song for boys and girls/you hear it playing all over the world"-refrein een hit wordt in elke wereld met een béétje smaak. Ook de aanstekelijke discotheekdreun "Did You See Me Coming?" mag er meer dan wezen.
Flauwer is "Beautiful People" dat nét onder de lat doorschiet in het wat tamme refrein of de lusteloze ballad "Vulnerable". Met "More Than A Dream" — een platte stamper — en "Building A Wall" zijn we middenin de treurnis beland. Gelukkig komt het spetterende "Pandemonium" de meubelen redden. Het is too little too late, om het album tot op het hoogste schavotje te tillen.
Het doet allemaal wat denken aan Very uit 1993, die vorige keer dat Pet Shop Boys resoluut voor de dansvloer en niets anders kozen. Tennant en Lowe zijn in hun element in een discotheek, dat leidt geen twijfel, maar het is maar één van de vele kanten aan de groep. Zichzelf hiertoe herleiden, levert niet hun sterkste moment op als plaat. De vraag "mag het ietsje meer zijn", blijft hangen.