“Come get me drunk, tell me I’m pretty, tell me you want me by
your side“: met deze regels begint de afsluiter ‘You’ve Won Me
Over’, een naakte gitaarballade die tussen Shannon
Wright, Lauren Hoffman en de vroege Cat
Power in laveert. De toon is wrang op een sobere, volwassen
wijze. Niet meteen wat je zou verwachten van het debuutalbum van
een negentienjarige Foo Fighters-fan, die twee tienerrelaties van
zich wil afschrijven. Onder de auspiciën van Dan Auerbach (The
Black Keys) verwachtten we geen tweede Paramore, maar dat de
persoonlijkheid van deze jonge deerne zo sterk zou schitteren
hadden we ondanks de bescheiden hype nooit durven dromen.
Een plaat over liefde en vaker nog het gebrek daaraan dreigt in
tienerhanden – en daarbuiten best ook wel trouwens – snel
pathetisch aan te doen. Mayfield weert dit eerst en vooral door een
uitgepuurd geluid waar geen overbodige tierlantijntjes aan te pas
komen om dramatische hoogtepunten op te blazen. In de meestal rond
de drie minuten afklokkende songs spelen Mayfield en haar
akoestische gitaar ontegensprekelijk de hoofdrol. Door de
simpliciteit van een gitaarriedel à la ‘I’m Not Lonely Anymore’
gaat de aandacht vanzelf naar de stem en de lyrics, hoewel ook de
melodie memorabel blijft dankzij een spitsvondige twist op het
einde. ‘Greater Heights’ is opgeluisterd met wat percussie, maar
heeft die franjes niet nodig en zal in een soloversie ongetwijfeld
even sterk klinken. De plaat isoleert je niet met de gitaar alleen,
maar de extraatjes domineren slechts één keer, tijdens ‘The One
That I Love Best’, dat sowieso te opgezwollen klinkt om tussen de
rest te gedijen en in combinatie met de meest clichématige lyrics
uit de rij (“You’re the sun and the moon and all the
stars“) een jokerkaart bij commercieel succes van de plaat
lijkt.
Naast de ingetogen instrumentaties weert ook de bijna confessionele
eerlijkheid van de lyrics de banaliteit van ‘With Blasphemy, So
Heartfelt’. Op de opener ‘Kiss Me Again’ kruipt Mayfield direct met
de gitaar de biechtstoel in (“You can touch me if you want to,
I don’t really care. I have ruined everything that I have ever
loved“): uit de mond van een jeugdige ziel klinkt dit
misschien te zwartgallig, maar toch is deze apathie op eender welke
leeftijd herkenbaar. Naïviteit staat niet meer in haar woordenboek.
Hoe zoet en kalverliefd het begin van ‘For Today’, het meest poppy
nummer op het album, ook klinkt, na een minuut zakt de crush in
elkaar, waardoor het in een antilovesong transformeert (“I love
the sound of you walking away“).
Er loopt een sonore lijn doorheen de plaat, maar in tegenstelling
tot vele soortgelijken is van eentonigheid hier geen sprake. Elk
nummer behoudt een eigen identiteit, door een flirt met country
(‘We’ve Never Lied’), het overschakelen op een radicaal andere
ritmiek (‘Is This Love?’) of een orchestraler sfeer waarover een
elektrische gitaar giert als ware het een treurwilg gevangen in het
oog van de storm (‘I Can’t Lie To You, My Love’). De songs zitten
goed in elkaar, de verhoudingen zijn mooi afgewogen en toch blijft
het natuurlijk klinken. ‘Bible Days’, de overweging der
religiositeit waaruit de briljante titel gedistilleerd werd, klinkt
bijvoorbeeld bijna improvisatorisch.
Op dat ene nummer na geen slecht woord over het debuut van Jessica
Lee Mayfield dus, en zo scharen we ons meteen achter onze
internationale collega’s, die haar als als dé in het oog te houden
singer-songwriter van 2009 loofden. Op haar Myspace zien we
ondertussen al de mogelijkheid om ringtunes uit deze plaat te
bestellen. Hout vasthouden dat ze niet ten prooi valt aan de
commerciële hype dus!
Je kan nog profiteren van een set van Mayfield in de Muziekodroom
(Hasselt) op 3 april en in de AB Club op 4 april, alvorens zij
mogelijk naar de grotere podia doorgroeit.
www.myspace.com/jlmayfield