Herinnert u zich nog A Lesson in Crime,
dat heerlijke ep’tje van Tokyo Police Club uit 2006? Met acht
nummers die er op minder dan twintig minuten tijd doorgejaagd
werden, wisten deze vier sympathieke jongens uit Ontario de harten
van alle indiekids in te palmen. De nummers waren kort, maar – met
dank aan de hitsige gitaarpartijen, de ouderwets pompende bas en de
haast opzettelijk amateuristische keyboardinterventies – perfect
balancerend op de grens tussen intelligentie en speelsheid. Een
heel album bij elkaar schrijven, is natuurlijk nog iets
anders.
Nochtans is de grens tussen ep en cd blijkbaar niet zo bijzonder
groot. Met drie nummers (samen ongeveer tien minuten) meer dan op
‘A Lesson in Crime’, blijft Tokyo Police Club op ‘Elephant Shell’
trouw aan de gebruikelijke compactheid van zijn songs. Muzikaal
gezien neemt de band eveneens geen al te grote sprongen in andere
richtingen, al zijn de nieuwe nummers misschien nét wat minder
postpunk en nét iets meer poprock. Wat meer opvalt, is de meer
volwassen sound die we op ‘Elephant Shell’ voorgeschoteld krijgen.
Tokyo Police Club klinkt niet meer zo rauw als in ‘Cheer It On’ of
zo heerlijk onstuimig als op ‘Shoulders & Arms’.
Nu ja, geen enkele band klinkt twee jaar na zijn debuut nog even
roekeloos als op die oude plaatjes. Bovendien had de ep reeds
aangetoond dat de vier Canadezen ook toen al best overweg konden
met meer uitgekiende, sfeergerichte nummers: ‘Citizens of Tomorrow’
was bijvoorbeeld de perfecte kruising tussen The Strokes en
The
Notwist.
Die songschrijverscapaciteiten blijken ook weer op ‘Elephant
Shell’. De plaat start sterk met ‘Centennial’ en ‘In A Cave’, twee
nummers die paradoxaal genoeg tegelijk uitblinken dankzij hun
maturiteit en hun misleidende simpelheid. Van hetzelfde kaliber
zijn ‘Juno’ (over het meest gebruikte vrouwelijke excuus om geen
seks te hebben: “You and your soapy eyes/Called it off so late
at night/But your hand’s on your heart/Cause your head’s always
right/Juno, you’re tired”) en ‘Listen to the Math’, al zijn de
enige songs die écht bijblijven ‘Tessallate’ en ‘Your English is
Good’.
‘Tessellate’ is een prachtig nummer met een schitterende
wisselwerking tussen gitaar, drum en toetsen, met de nasale stem
van Dave Monks als kers op de taart. Jammer genoeg is het net dat
stemgeluid dat elders op de plaat ietwat op de zenuwen kan
werken.
‘Your English is Good’ is dan weer het enige nummer dat, ondanks de
politiek getinte inhoud, qua tomeloosheid en sfeer echt bij de ep
kan aansluiten. De opzwepende drum en herhaaldelijke
sing-alongmomenten zitten daar vermoedelijk voor iets tussen.
Maar u voelt de bui waarschijnlijk al hangen. Er staan nóg vijf
nummers op ‘Elephant Shell’, en die laten een veel mindere indruk
na. Slecht kan je ze niet noemen, dat is een feit, maar van Tokyo
Police Club hadden we toch wel wat meer verwacht. We moeten het
echter doen met een stel te eentonige songs, en dat in alle
opzichten. De instrumentatie die in de hierboven genoemde nummers
nog zo avontuurlijk en toonaangevend was, wordt als het ware
gestandaardiseerd. Twintig minuten was misschien geen probleem,
maar na een halfuur heb je het ook wel gehad met de eigenlijk wel
relatief vlakke stem van Monks. En ja, de songs zelf, de melodieën…
het zijn vooral die die het laten afweten.
Dit debuut laat de luisteraar dan ook met gemixte gevoelens achter.
Dat Tokyo Police Club geëvolueerd is van een hitsig postpunkbandje
naar een meer volwassen poprockband, staat vast. Wat het resultaat
van die evolutie is, valt echter niet zo eenduidig samen te vatten.
‘Elephant Shell’ bevat een resem knappe songs, maar ook een hoop
bandwerk, waardoor de plaat ondanks haar bijzonder korte speelduur
net iets te lang lijkt. Misschien terug overschakelen naar het
maken van et’s?
Tokyo Police Club speelt op 5 juni in de Botanique.
http://www.tokyopoliceclub.com
http://www.myspace.com/tokyopoliceclub