Is luide rock vaak nog een synoniem voor "onverstaanbaar dronkemansgebral in een microfoon", dan toont The Killbots aan dat het ook anders kan. Met de nodige stijl en klasse werpen de Limburgers een indrukwekkend debuut in uw en ons lichtjes verbaasde gezicht.
Het Sinterklaasgevoel, lang geleden dat we daar nog eens last van hebben gehad. De reden dat we overvallen worden door deze doorgaans exclusief in de kindertijd voorkomende vorm van gelukzaligheid is het verschijnen van de eerste plaat van The Killbots. Daar zaten we namelijk al op te wachten sinds we de band een jaar of drie geleden toevallig aan het werk zagen op Pukkelpop, waar ze met een half dozijn gitaristen onze festivallethargie aan gruzelementen speelden.
Zoveel enthousiasme voor een zoveelste vaderlandse — wat zeggen we: Limburgse! — band, is dat niet wat verdacht? Als tegenbewijs willen we één enkele song aanvoeren, daarna mag u verder zuchten, als u daar nog toe in staat bent. "Whirlwind Pussy" heet het nummer in kwestie, en het is — verschoning voor het taalgebruik — een motherfucker die u alle hoeken van de kamer laat zien. Alles klopt namelijk: een intro met twee gitaren die na elkaar invallen, enkele meppen op de basdrum en dan: patat! Volle kracht vooruit. Niets of niemand ontziend dondert "Whirlwind Pussy" (knappe titel, overigens) over de weg die alleen genomen wordt door de gevorderden van de rock-’n-roll.
Het is niet moeilijk om met referenties te strooien. Zo horen we El Guapo Stuntteam en Peter Pan Speedrock, twee onvermijdelijke namen en ankerpunten voor iedereen die iets wil zeggen over powerrock in de Lage Landen. De heren uit die twee bands zullen The Killbots binnenkort naast zich moeten dulden, want bovenal horen we hier een band met een eigen, indrukwekkende klank. Niet dat daarom elk nummer als onmisbaar beschouwd kan worden. "Fever" klinkt aardig, maar ook niet meer. Zoiets wordt makkelijk vergeven — en vergeten — wanneer "Killer Raid" langskomt. Met zijn knipoog naar heavy metal is het nummer onmiddellijk een van de sterkste songs van de plaat en toont het de muzikale veelzijdigheid van de band in al zijn glorie.
The Killbots tonen dat het niet nodig is eendimensionaliteit aan de dag te leggen, een val waar menig band in trapt. Goed halverwege de plaat, tijdens "Rule Me Out" en "The Counts Of Mondo" laat het gezelschap zien dat het niet voor een gat te vangen is en kunnen er niet alleen flarden postrock en psychedelica opgevangen worden, maar evengoed referenties aan oude Metallica, Kyuss, Hypnos 69 en Led Zeppelin.
En dan moet het beste nog komen: afsluiter "Tantra" ontlokt ons orgastische kreten en zorgt voor een flashback naar de voornoemde Pukkelpop-editie. Het indrukwekkend opbouwende nummer is het verslavende hoogtepunt van een waanzinnige debuutplaat. Dit is de impact van een asteroïde, door een evil genius omgezet in muziek. Sommigen zouden The Killbots omschrijven als een metalplaat, maar — als er al zo’n etiket op te plakken valt — dan is het er in ieder geval eentje waar je stil van wordt.