U dacht toch niet dat het bij goddeau constant duisternis en treurnis is met al die ingetogen barden en woest kolkende postrock? Shaken willen wij ook wel eens, verdorie! En kijk eens aan: als dat Goldfrapp niet is die voor de tweede keer op rij met een plaat vol stompers op onze stoep staat: nu nòg geiler, nòg hitsiger.
Vorige keer was het een grote schok toen de ijzige triphopdiva van debuut Felt Mountain op Black Cherry duistere disco bracht, nu weten we waar we ons aan mogen verwachten. Geen verrassingen hier: Supernature is opnieuw een verzameling opwindende dansnummers om tot de vroege uurtjes een dansvloer op onveilig te maken.
Met een lange pauwenstaart poseert Alison Goldfrapp in het cd-boekje: van een beetje optutterij is ze nog altijd niet vies. En dat is begrijpelijk: op Supernature is het voortdurend zaterdagnacht, ergens in de hipste discotheek van een decadent Londen. En dat er gefeest zal worden. En nog geen beetje.
"Don’t want it Baudelaire/just glitter lust" windt la Goldfrapp er in de gewéldige opener "Ooh La La" al meteen geen doekjes om. En dat blijkt de hoofdbrok van de plaat: opwindende en hitsige discodeunen zoals ook "Lovely 2 CU" en "Ride A White Horse" (je hoort de zweep bijna letterlijk knallen), die de openingshattrick volledig maken.
Van hetzelfde kaliber is het iets meer zwevende en filmische "Fly Me Away", maar vooral het pittige "Slide In". Vettigheid primeert, en de synths slalommen vuil scheurend tussen de beats terwijl la Alison kirt en wulpse kreetjes slaakt. Waarna de dansende piano van "Satin Chic" ons aan allerlei bekends doet denken dat helaas op het puntje van onze tong blijft liggen. U mag ons altijd uit de nood helpen op ons forum.
Afsluiter "Number 1" klinkt als de hit die het nooit zal zijn: goeie melodie, lekker refrein, een breakje dat het op dansvloeren goed zou doen. Het zal waarschijnlijk wel niet zo lopen, maar bij deze hopen we heel hard dat we ongelijk gaan krijgen. Waarna we alsnog "zie je wel dat het een hit zou zijn!" gaan lopen roepen. Ja, wij kunnen van een stelling tegelijk het tegendeel beweren zodat we altijd juist zitten.
Desalniettemin neemt onze favoriete discotrees ook wel eens gas terug. Meteen na de openingspunch grijpen "You Never Know" en "Let It Take You" nog eens terug naar het meer etherische en atmosferische geluid van haar debuut. Deze twee vallen wat uit de toon op een plaat die zich anders volledig in een duistere club lijkt te situeren. We willen nummers waar we nog geen beetje op kunnen bewegen als Goldfrapp nog eens langs een concertzaal te lande passeert. Hopelijk krijgen we die kans snel en speelt er dan geen Arcade Fire op krèk het zelfde moment.