Met de regelmaat van een kapotte Zwitserse klok splitst de Britse muziekpers ons groepjes in de maag die ze bedelven onder de lovende kritieken. Meestal verdwijnt zo een groepje, na haar vijftien minuten roem, geruisloos in de plooien der tijd. Toch hebben The Magic Numbers alles om de hype te overleven. Goede songs bijvoorbeeld.
Zanger en tekstschrijver Romeo Stodart kreeg, samen met zijn zus Michele, muziek met de paplepel ingegoten. Zijn moeder zong op televisie zowel opera als werk van Burt Bacharach. Later verhuisde de familie naar New York, waar een oom hen de aloude American Dream voorspiegelde. Aldaar werd Stodart volledig gebeten door de muziekmicrobe. Eenmaal terug in Groot-Brittannië stootten hij en zus Michele op een ander broer-zuskoppel. The Magic Numbers was een feit. Voortaan zouden de begrippen Close Harmony en Beatlesiaans nieuwe, ongekende, weidse dimensies krijgen.
Al gauw ontdekten de Britse muziekrecensenten het familieclubje en drukte het aan hun boezem. Een rits succesvolle concerten in 2004 mondden uit in een CD-release in 2005. Een greep uit de commentaren: "2 boys and 2 girls have created a 4 piece band whose 3-part harmonies will blow your heart in 2005." (NME) "The Magic Numbers have made one of the records – perhaps ’the’ record that 2005 is destined to be remebered for." (Mojo) "Greatness is but a formality." (The Observer Music Monthly) Nou nou.
Toch opent de CD ijzersterk. "Mornings Eleven" herinnert een fractie van een seconde aan "Yellow" van Coldplay, dan barst het geweld los. Het is alsof de instrumenten een speelkwartiertje krijgen: ze rommelen maar wat aan. Maar wat een charmant lawaai! Wat een heerlijke samenzang! Met een kamerbrede grijns nuttigen we track twee, de single "Forever Lost". Klinkt zeer jaren zestig. Doet denken aan The Mamas and Papas. Of eerder aan The Mamas and Papas meets Dinosaur Jr. Dit wordt gezellig meebrullen op Pukkelpop.
"Long Legs", nummer vier nodigt uit tot nog gewaagdere vergelijkingen. De gitaar lijkt zo van The Stone Roses geplukt, terwijl de samenzang herinnert aan het meest melodieuze —hou u vast, komt ie — van Cat Stevens. Dit is een song om op een mooie zomermorgen vingerknippend bij wakker te worden. Ook "Love Me Like You" heeft een refrein als een suikerspin. Wie hier niet op danst is a) verlamd of b) Hans Otten. Muziek die gloeit als een luciferdoosje.
Jammer dus dat de plaat daarna als een weekendhuisje in elkaar zakt. "Which Way To Happy" is opgewarmde kost waarvan de versheiddatum al lang verstreken is. Ook "Wheels On Fire", "Love Is A Game" en "Try" lijden aan bloedarmoede. Michele krikt met haar loepzuivere stem "I See You, You See Me" nog gevoelig omhoog. De samenzang met haar broer herinnert aan "Happy Ending" van Joe Jackson. Mooi.
De debuutplaat van The Magic Numbers is maar voor de helft briljant. Vooral het tweede deel vormt een goed alternatief voor Valium. Slaapverwekkend. Iemand had de broertjes en de zusjes van het ’Less is More’-principe op de hoogte moeten brengen. Echter: het eerste deel is van zulk een hoog niveau, is zulke verschroeiende, melodieuze pop, dat wij reikhalzend uitkijken naar de passage van de groep op Pukkelpop. Mogelijk vormt deze band, samen met Dead Fly Buchowski, de live-sensatie van het festival. Uitkijken dus naar deze jongens en meisjes eind augustus in Hasselt. Kom achteraf niet klagen dat we u niet gewaarschuwd hebben.