Blonde Redhead lijkt na een decennium eindelijk klaar te zijn voor het grotere werk. Misery Is A Butterfly drijft voort op ingehouden tristesse en knipoogt slechts zelden naar hun oudere werk.
Blonde Redhead bestaat uit de Milaanse tweelingbroertjes Amadeo en Simone Pace en de uit Tokyo afkomstige Kazu Makino. De New Yorkse band vertoonde muzikaal sterke gelijkenissen met de vroegere no wave-scène en stadsgenoten Sonic Youth. Op Sonic Youth’s drummer Steve Shelly’s label Smells Like Records werden de eerste albums gereleased. Later volgde in 1997 het undergroundlabel Touch & Go waarna Blonde Redhead uitkwam bij 4AD.
Tot op heden waren wij niet echt een fan te noemen van Blonde Redhead. De muziek bevatte wel de aparte songs maar niet de grandeur die Sonic Youth wel wist ten toon te spreiden. Misery Is A Butterfly lijkt echter een breuk met het oude werk. Anderzijds is het ook een logisch vervolg op de vorige zeven albums. Het album wordt gekenmerkt door een grandioze en vaak ingehouden tristesse waarmee alleen de groten goed wegkomen.
"Elephant women" is de perfecte soundtrack voor het lost in translation-gevoel. Zelden heeft een nummer zo schrijnend de verlatenheid van een vreemde stad weten te verwoorden. De aparte en ijle stem van Kazu zweeft boven een dromerige gitaar uit. Na "Elephant women" snijdt "Doll is mine" onze adem af door de hartverscheurende kreten die Kazu uitstoot. De korte gitaaraanslagen die een strijd aangaan met de weelderige vioolpartijen onderlijnen de pijn nog meer. "I must have felt so much pain, It’s funny how some things never change" mag dan banaal klinken op papier, uit de mond van Kazu snijden ze, net door de achteloze manier waarop ze uitgesproken worden, door merg en been.
De violen en ijle gitaarpartijen vloeien rijkelijk op dit album. De drums blijven ingehouden op de achtergrond, behalve in "Maddening Cloud" en "Equus" waar ze hun grommende rockplaats opeisen. Een echt geniale plaat is het niet, daar wegen enkele songs nog iets te licht voor. Maar in zijn geheel is dit een sterk plaatje met een zevental nummers die ons nog altijd blijvend kippenvel bezorgen. Het iele kindstemmetje van Kazu is geen spek voor ieders bek en de dromerige songs zullen sommigen misschien enerveren, maar wij dachten vooral dat dit de rockplaat is die Air had kunnen maken.