Ik moet 15 geweest zijn toen mijn zuster mij ‘The Wall’ gaf voor
mijn verjaardag of als nieuwsjaarcadeau. De hoes op zich was al
intrigerend. Uiteraard moest de plaat (een dubbel-LP) meteen op de
platenspeler en de eerste tonen deden mij naar de volumeknop
grijpen: wat was dat? Hoorde dit zo? Al gauw werd ik echter met de
feiten geconfronteerd wanneer de scheurende gitaar van David
Gilmour mijn trommelvliezen op de proef stelde. De eerste tonen en
ik was al verkocht. Aanvankelijk was het vooral de eerste plaatkant
van de eerste plaat, met de obligate single ‘Another Brick in the
Wall Part I’, die grijs gedraaid werd. Vooral ‘Mother’ intrigeerde
me, met alweer een magistrale Gilmour, die een pracht van een solo
weggeeft (niet zijn enige op de plaat trouwens). Misschien herkende
ik mezelf wel in de tekst : verstikkende moederliefde is iets waar
iedere jongen wel eens mee te maken krijgt. Met de leeftijd groeide
de waardering voor de rest van de plaat, inclusief het fanfareske
proces (‘The Trial’) op plaatkant 4. Krachtige songs (‘Young Lust’,
‘Run Like Hell’) worden afgewisseld met heerlijke rustigere nummers
(‘Goodbye Blue Sky’, ‘Hey You’, ‘Nobody Home’).
De film van Alan Parker met dezelfde naam, die ik later te zien
kreeg (en inmiddels op DVD te verkrijgen is), gaf me bovendien een
beter inzicht in de demonen waar Roger Waters mee worstelde, niet
in het minst door de prachtige tekeningen van Gerald Scarfe (later
ook tekenaar van Disney’s ‘Hercules’). Dit was het werk van een
getormenteerde ziel, op zoek naar zichzelf. In die tijd was het nog
hip om een conceptplaat te maken, nu wordt dergelijk werk met de
nek aangekeken. Toch is deze plaat af, zo af zelfs dat ze eindigt
waar ze begint en omgekeerd. Weinig nummers kan je op zichzelf
bekijken, het is het geheel dat zo’n overweldigende indruk
maakt.
Toch wil ik nog even ‘Comfortably Numb’ aanstippen, met een alweer
fantastische solo van Gilmour (na die van ‘Hotel California’ de
beste gitaarsolo ooit, naar verluidt), maar dat is slechts een deel
van het geheel en het geheel is in dit geval een meeslepend nummer
dat je bij de keel pakt om je niet meer los te laten. Dit werkstuk
kan je dan ook met recht en reden een klassieker noemen.
PS: In die tijd bracht Pink Floyd de hèle plaat als liveshow. Ook
daarvan is nu een CD (‘Is There Anybody Out There?’) uitgebracht,
die eveneens de moeite van het beluisteren waard is.