Dat Mogwai Chinees is voor monster mag u niet tegenhouden Happy Songs For Happy People te kopen of op zijn minst te kopiƫren: de vierde van de underground-band uit Glasgow is meteen ook hun kalmste. Op de lap metal in "Ratts Of The Capital", de kortstondige ruk in "Killing All The Flies" en de apotheose in "Stop Coming To My House" na, bemerken we weinig dat zwangere vrouwen en onze bij geboorte doorprikte oren kan schaden.
Golden Porsche" heeft niets met de rotvaart waarmee James Dean zich te pletter reed, maar alles met "Trust" van The Cure te maken: traag tempo en hoofdrollen voor cello en een in mineur gedrenkte piano. Verrassen doen de heren ook als ze in "Kids Will Be Skeletons", wanneer we een overweldigend gitaarbombardement verwachten, clichƩs vermijden door doodleuk terug te keren naar het voorspel van het nummer: een slimme zet.
We gaan liggen Ć©n luisteren, want ondanks de positieve cd-titel ontwaren we oermelancholie: gitaarscapes en klankstromen die ā hier en daar bevlekt met een religieus vocoder-stemmetje ("Hunted By A Freak"), een streep elektronica ("I Know You Are But What Am I?") of een strijkkwartet ("Moses? I Amāt") ā hengelen naar introspectie. Nieuw is de sound niet, wel warmer, subtieler en nog meer gepolijst dan op voorganger Rock Action, een logge plaat die gebukt ging onder een karrenvracht ruis en trompetten.
Van enige kruisbestuiving met andere post-rockbands is soms sprake. Zoals in het door Sigur RĆ³s bestoven "Boring Machines Disturbs Sleep": sacrale kamermuziek vol helium. Of in "Kids Will Be Skeletons" dat de friemelende geluidjes van Godspeed You! Black Emperor leent. Het stoort niet: Happy Songs For Happy People is een bezwerend plaatje dat de uitgeholde term postrock op een gevaarlijk mooie manier luister bijzet. Mogwai komt naar Pukkelpop. We hopen van u hetzelfde.