Weinig moderne artiesten kunnen verleden en heden verzoenen als Sam Amidon dat doet, met de vingers in de neus dan nog. Met zijn recentste verzameling tradfolksongs Salt River bevestigt de Amerikaanse singer-songwriter en multi-instrumentalist andermaal zijn status van eigenzinnig muzikaal anachronisme.
Salt River, Amidons dertiende album sinds Solo Fiddle uit 2001, liet langer op zich wachten dan we gewoon zijn van de man: zijn vorige worp Sam Amidon dateert al van 2020. Salt River maakt snel duidelijk dat er toch geen sleet zit op de motor van de bezige bij die Amidon eigenlijk wel is. Bijna drie kwartier lang laat hij zich kennen als vakkundig schakelbord tussen “Old Weird America” en een idiosyncratische visie op wat Amerikaanse volksmuziek anno 2025 inhoudt. “Een kampvuur rond de synths van producer Sam Gendel”, omschrijft hij het resultaat zelf.
Wat voor sommigen klinkt als een spreidstand waar niemand op zat te wachten, is net Amidons lieve leven. Hij valt inderdaad nadrukkelijk terug op traditionele folkstandaarden in vaak vooral geschiedkundig relevante subcategorieën, maar de toewijding waarmee hij met “zijn” muziek omgaat zou folkchroniqueur Harry Smith (Anthology Of American Folk Music) trots maken. Het blijft fascineren hoe Amidon keer op keer in de archieven lijkt te duiken in zijn pogingen om oud en nieuw te verbinden.
“Oldenfjord”, bijvoorbeeld, heeft sporen die te traceren zijn tot de middeleeuwse folksong “Greensleeves”, tot hedendaagser instrumentatie voor verwarring komt zorgen. Op barokke zeemansballade “Golden Willow Tree” klinkt de muzikale traditie uit Amidons eigen geboortestreek New England. De link met de muziek die de Engelse kolonisten in de Nieuwe Wereld introduceerden in de 17de eeuw, is snel gemaakt. Ook de historische folktraditie uit de Appalachen kon niet ontbreken, al mengt Amidon die opnieuw met moderne elementen.
Neem nu “Tavern”, een bont allegaartje van fiddle, sax, en synth dat een psychedelisch avondje stappen in een middeleeuwse herberg voor de geest brengt. Amidon is een anachronisme, we zeiden het al, en dat vergt wel wat verbeelding. De covers op Salt River maken dat nog het meest duidelijk. “Big Sky”, origineel van Lou reed, wekt pleinvrees op, en de verbastering van Yoko Ono’s “Ask The Elephant” doet al helemaal de wenkbrauwen fronsen. Ornette Colemans “Friends And Neighbors” haalt Amidon samen met zijn kornuiten uit zijn free jazz jasje door dieper in te gaan op de kern: “Friends and neighbors, that’s where it’s at”, inderdaad.
Met zijn lukrake veelzijdigheid en gedrevenheid om zijn invloeden door elkaar te gooien maakt Amidon wel dat zijn Salt River meer aanvoelt als een compilatie dan een echt album met duidelijke focus. Zelfingenomen criticasters zouden zijn aanpak dan makkelijk als een hoopje gimmicks wegwuiven, maar met een beetje goeie wil en respect voor vakmanschap gaat Salt River een flink eind mee.