De Oostenrijkse filmmakers Veronika Franz en Severin Fiala hebben op relatief korte termijn een stevige reputatie opgebouwd. Getuigen daarvan zijn de even beklemmende als onbehaaglijke psychologische thriller Ich seh, Ich seh (Goodnight Mommy) en de duistere genreoefening The Lodge. Ook hun nieuwste prent bevestigt dat de twee regisseurs, wars van alle heersende trends, tegen de stroom in blijven varen.
Des Teufels Bad ontleent zijn titel aan een idee dat stamt uit de achttiende eeuw. Het concept is dat men er toen van overtuigd was – en er vooral in de volksmond werd gezegd – dat wie aan melancholie leed, gevangen zat in het ‘bad van de duivel’. Franz en Fiala voeren ons terug naar die periode. De schokkende proloog, waarin een dame van middelbare leeftijd een huilende baby over de rand van een waterval gooit, zet meteen de toon en legt de basis voor het verhaal dat volgt. Spilfiguur uit het benauwende Des Teufels Bad is de diepgelovige, hoogsensitieve Agnes (Anja Plaschg), een ongelukkig getrouwde vrouw die totaal niet voorbereid lijkt op het soort leven dat haar te wachten staat. Ze probeert angstvallig te ontsnappen aan het verstikkende keurslijf dat haar wordt opgelegd en verliest daarbij gaandeweg de pedalen.
Horror werd al meermaals als instrument gebruikt om de donkerste regionen van onze gedachten bloot te leggen. In Des Teufels Bad wordt de innerlijke pijn van het worstelende hoofdpersonage in beeld gebracht en de intensiteit opgeschroefd. Veronika Franz en Severin Fiala haalden de mosterd voor de film bij een podcast die voortkwam uit het uitvoerig historisch onderzoek van Kathy Stuart (Suicide By Proxy In Early Modern Germany: Crime, Sin And Salvation) en bij de driehonderd jaar oude zaak rond Ewa Lizlfellner, die werd veroordeeld voor kindermoord. Dit resulteert in een akelig realistische verkenning van een somber huwelijksleven en religieus fanatisme.Â
Het in amper veertig dagen opgenomen Des Teufels Bad baadt in aardse kleuren en onheilspellende schaduwen. DOP Martin Gschlacht won met zijn uitgekiende camerawerk de Zilveren Beer voor uitzonderlijke artistieke bijdrage. De spookachtige 35 mm-fotografie herinnert aan Robert Eggers’ langspeelfilmdebuut The Witch: A New-England Folk Tale en aan het werk van Hiëronymus Bosch. Fiala vergelijkt dit met het herscheppen van een schilderij, dat op zijn beurt een geïdealiseerde weergave van de werkelijkheid is – al ziet coregisseur Franz thematisch dan weer veel overeenkomsten met onze moderne tijd.
De door Anja Plaschg zelf gecomponeerde soundtrack, het nauwkeurige kostuumontwerp van Tanja Hausner (wat haar recent nog de European Film Award opleverde) en het bijzondere geluidsdesign dragen alle bij tot het welslagen van de film die je helemaal in z’n greep houdt dankzij de dwingende mise-en-scène. Dit alles maakt van Des Teufels Bad – de Oostenrijkse inzending voor de Oscars – een gestileerde en toch grimmige karakterstudie die drijft op een sterke sinistere sfeerschepping.