De loopbaan van de Amerikaanse filmmaker Benjamin Brewer is min of meer een blauwdruk voor hoe mensen erin slagen om beetje bij beetje vaste voet aan de grond te krijgen in Hollywood. Hij startte met kortfilms en een langspeler op festivals, vond geen financiering voor zijn volgende projecten en regisseerde in opdracht dan maar een aantal videoclips. Hij ging nadien aan de slag bij het team dat instond voor de speciale effecten in het Oscar-winnende Everything, Everywhere, All At Once en vervolgens ging hij in zee met Nicolas Cage (met wie hij ook al het geruisloos gepasseerde The Trust draaide) voor Arcadian, zijn eerste film die nu toch door een paar Amerikaanse critici werd opgemerkt.
Cage geeft gestalte aan Paul, een vader die met zijn twee zonen probeert te overleven in een post-apocalyptische wildernis. De met de hand geschoten opening geeft ons heel erg summiere informatie over de val van de maatschappij, zonder echt in te gaan op wat er precies aan de hand is, aangezien dat element cruciaal is voor de spanningsopbouw (een beproefd recept dat bijvoorbeeld ook werkte voor de originele A Quiet Place).
Brewer vertelt in interviews dat hij zich als regisseur graag laat inspireren door het werk van David Lynch en Lars von Trier, en daar is wel iets van te merken in de manier waarop Arcadian het centrale mysterie, dat de bedreiging vormt voor de overlevenden, opbouwt en onthult. Het script is slim genoeg om ons lang in het ongewisse te laten en ons mondjesmaat telkens wat meer informatie te schenken, al is het wel jammer dat vervolgens na twintig minuten dan toch, via een spelletje dat twee personages spelen, beslist wordt ons maar meteen diets te maken wat nog ontbrak.
Een redelijk verzorgde sfeeropbouw dus met wat schoonheidsfouten die ook wel verstoord wordt door de bijna constant zwalpende camera. De techniek om het materiaal een zekere urgentie te schenken door vanuit de hand te filmen, levert zelden een sterke visuele ruggengraat op en dat is helaas ook hier weer het geval. Dat is een gemiste kans, want Brewer en zijn fotografieleider Frank Mobilio (ook al met een achtergrond in videoclips) hebben best wel oog voor fraaie composities, zoals een handvol scènes illustreert.
Arcadian heeft zeker bescheiden kwaliteiten: een gevoel van onrust en dreiging dat over de film gedrapeerd wordt, het inzetten van minimale middelen om een filmische wereld te bouwen die overeind weet te blijven, het onderschrijven van de stelling dat de monsters die we (bijna) niet zien, vaak angstaanjagender zijn dan diegene die we wel te zien krijgen. Alle sterke punten worden alleen te veel tenietgedaan door slordigheden – zowel visueel als narratief – die uiteindelijk toch serieus gaan doorwegen. Dit is een aardig filmpje, maar echt sterke of creatieve cinema valt er niet te rapen.