Met de uiterst beheerste thriller Longlegs treedt regisseur Oz Perkins voorgoed uit de schaduw van zijn vader, wijlen acteur Anthony Perkins, die de verpersoonlijking van het kwaad werd door z’n legendarisch geworden rol in Alfred Hitchcocks Psycho, maar evenzeer schitterde in The Trial van Orson Welles of geheel andere horizonten verkende in het controversiële Crimes of Passion uit 1984.
In het akelige Longlegs geeft Maika Monroe (de jonge revelatie uit It Follows) op indrukwekkende wijze gestalte aan een kersverse FBI-agente met een scherpe intuïtie. Wanneer ze een dossier krijgt toegewezen dat muurvast zit, stuit het groentje op een reeks mysterieuze aanwijzingen, wat het onderzoek rond een beruchte seriemoordenaar die al ettelijke jaren ongestoord zijn gang kon gaan, eindelijk in een stroomversnelling terecht doet komen.
Het is alsof we met deze sombere prent ook echt in het hoofd kruipen van de in zichzelf gekeerde protagonist, die kampt met haar eigen demonen, en zo deelgenoot worden van haar gedachten. Dat is meteen ook wat Longlegs zo bijzonder maakt en de film boven zichzelf doet uitstijgen.
Oz Perkins nam Longlegs op in Vancouver over een periode van nauwelijks een maand. Hij bedient zich niet van goedkope of gemakzuchtige schrikeffecten en ontwijkt met brio iedere vorm van sensatie. Tijdens de eerste helft van de film krijgen we de seriemoordenaar (vertolkt door een nagenoeg onherkenbare Nicolas Cage) zelfs niet eens te zien. Toch weet de maker van The Blackcoat’s Daughter en Gretel & Hansel quasi onmiddellijk een gevoel van dreiging en angst op te roepen. Dit laat zich eveneens voelen in de manier waarop de camera gepositioneerd wordt. De sterke proloog bijvoorbeeld (geschoten in het benauwende 4:3-formaat) getuigt direct van een dwingende beeldtaal. Ook de overwegend in vale kleuren gedrenkte fotografie van Andrés Arochi draagt hiertoe bij en heeft soms bijna iets verstikkends.
Longlegs leunt qua opzet dicht aan bij titels als Manhunter en The Silence of the Lambs, twee grandioze films die eveneens ieder van ons op hun eigen manier volledig wisten onder te dompelen in een hallucinante nachtmerrie. Dat zijn bepaald geen kleine schoenen om te vullen, maar Perkins lijkt niet al te zwaar onder de indruk en refereert zelfs een aantal keer expliciet naar The Silence of the Lambs, zonder zich daar te veel aan te willen spiegelen. De lofbetuigingen aan het adres van de regisseur zijn voor een keertje dus niet uit de lucht gegrepen: het griezelige geluidsontwerp en de korrelige textuur van de beelden geven de film een uitgesproken eigen karakter dat door de cineast knap wordt uitgediept. Een intense kijkervaring die diep onder je huid kruipt.