De synopsis op Imdb.com voor de tragikomedie Ezra is: “Komiek Max heeft co-ouderschap met zijn ex-vrouw over hun autistische zoon Ezra. Wanneer hij een aantal belangrijke beslissingen moet nemen over de toekomst, beginnen vader en zoon aan een roadtrip doorheen Amerika die hun leven zal veranderen.” De kans is groot dat u nu niet meteen wild enthousiast wordt bij een dergelijke generische beschrijving, die vooral klinkt als iets wat we al honderden keren eerder zagen, zij het dan dat de aandoening van het kind in kwestie wat kan variëren.
De film die gepuurd wordt uit bovenstaand idee is even banaal als je kan vrezen en wordt enkel een heel (heel) klein beetje van de totale ondergang gered dankzij behoorlijk acteerspel. Van de plot komt in ieder geval geen soelaas. Gebruik maken van geijkte conventies en beproefde emotionele opbouw is één ding, een film draaien die aaneenhangt van tot in den treure uitgemolken materiaal en toestanden, is iets anders. Er is de aandoening die centraal staat, maar natuurlijk ook een scheiding die niet verwerkt is, een gespannen relatie met een vader, de moeilijke keuze tussen carrière en familie en ga zo maar door … De originele invalshoek zou moeten zijn dat de vader van de jongen een stand-upcomedian is, in praktijk wil dat alleen zeggen dat hij alles wat we zien ook af en toe nog eens uitlegt in scènes op het podium. Bobby Cannavale probeert het onmogelijke te doen met de ondankbare rol van de vaderfiguur en geeft tenminste een beetje ruggengraat aan het geheel, geholpen door korte verschijningen van Robert De Niro en Whoopi Goldberg die je het gevoel geven dat hier echt wel een betere film in zat. De jonge William A. Fitzgerald heeft zelf autisme en brengt het er behoorlijk vanaf als de jongen om wie alles draait.
Al die energie en inzet worden helaas niet beloond door de slappe regie van Tony Goldwyn, acteur, maar ook een regisseur die voor ettelijke televisieseries losse episodes inblikte en zich nu na bijna twintig jaar ook nog eens aan een bioscooplangspeler waagt. Misschien ligt het aan te lang vertoeven in de wereld van banale streamingreeksen, maar zo mogelijk nog slapper dan het script en verhaal, zijn de brave, onpersoonlijke beelden die als een saai prentenboekje aan ons voorbij trekken. Daarmee is Ezra gewoon niet slecht genoeg om echt aanstoot aan te gaan nemen, het is eerder allemaal bedroevend oninteressant en verre van meeslepend. Je zou kunnen stellen dat het niet overdreven hengelen naar goedkope emoties een pluspunt is, maar de duffe plejade aan nietszeggende momenten, in beeld gezet met alle nuance en diepgang van een witte muur, is al niet veel beter dan overdreven beladen melodrama.