De Britse tv-regisseur James Hawes, die zijn sporen reeds verdiende met de politiereeks The Bill en de fantasy-serie Merlin, rijgt de verschillende opdrachten vlotjes aan elkaar. Zo blikte hij onder meer enkele afleveringen in van Penny Dreadful en het door Netflix verdeelde Snowpiercer, waarna hij nu uitpakt met zijn eerste bioscoopfilm, die zich situeert aan de vooravond van W.O. II.
One Life vertelt het opzienbarende verhaal van Sir Nicholas Winton, een Londense financiële makelaar die meer dan zeshonderd joodse kinderen uit de handen van de nazi’s wist te bevrijden. Alles wordt in gang gezet wanneer Winton besluit een vriend te vervoegen die zich bekommert om het lot van de vele vluchtelingen in Praag. Geschokt door de humanitaire crisis die hij daar aantreft, poogt de jonge, maar gedreven Nicholas (Johnny Flynn) in allerijl een logistieke operatie op touw te zetten om de kinderen in veiligheid te brengen alvorens het geweld in alle hevigheid losbarst.
Hawes snijdt voortdurend heen en weer tussen 1938 en 1987, twee tijdslijnen die hij ook louter visueel op een andere manier inkleurt, maar het schipperen tussen beide periodes is niet bepaald bevorderlijk voor de continuïteit van de film. One Life, waarvan de titel verwijst naar een Hebreeuws spreekwoord, ziet eruit als een keurig tot leven gewekt en ietwat oubollig prentenboek. Het lijkt wel alsof de regisseur er blindelings op vertrouwde dat de plot op zich sterk genoeg was en voldoende draagkracht had om de film voor zich te laten spreken.
Gelukkig kan One Life steunen op de aanwezigheid van Anthony Hopkins, een van de grootste acteurs van zijn generatie. Hij speelt de protagonist op vergevorderde leeftijd en zet een doorleefde vertolking neer van een nederige man die orde probeert te scheppen in de papierberg waarvan hij kennelijk geen afscheid kon nemen, nadat die zich gedurende vijf decennia op zijn bureau opgestapeld had. Zelfs op zijn oude dag maakt Winton (die werd aanzien als een soort van Britse Oskar Schindler) zichzelf nog altijd verwijten dat hij niet voldoende inspanningen zou hebben geleverd om nog meer kinderen te redden, en tracht hij alsnog in het reine te komen met de schuldgevoelens en het verdriet dat hij al zo lang met zich meedraagt.
Een dergelijk heldenverhaal smeekt bijna om verfilmd te worden en werd anno 2000 dan ook al voorafgegaan door de Oscarwinnende documentaire Into The Arms Of Strangers: Stories Of The Kinderstransport van Mark Jonathan Harris, waarin de echte Nicholas Winton figureerde. One Life, gebaseerd op de roman One Life: The True Story Of Sir Nicholas Winton van Barbara Winton, is helemaal opgezet als een eerbetoon aan haar vader en leent zich daar ook goed toe, maar wijkt geen duimbreed af van de formule voor de traditionele biopic. Winton en de medewerkers die zich rond hem schaarden verdienen een betere film dan dit naar uw tranen hengelende historisch drama.
Dag Dieter
Het verhaal van die Winton blijft wel erg vaag over waarom hij enkel in kinderen redden geïnteresseerd is. Er wordt volledig voorbij gegaan aan het lijden van de ouders die gescheiden van hun kroost achtergelaten worden als prooi voor de nazis.
Hopkins zien wenen doet wel iets…