In 1993 besloten Nintendo, Cinergi en Touchwood om samen met nog een rits partners om een filmadaptatie te draaien van het gelijknamige populaire Nintendo-spel dat na een debuut in de speelhal vanaf 1985 een vaste waarde was geworden op de toen nog jonge markt voor digitale thuisspelen. Het was een project waar weinig mis kon mee gaan, althans zo leek het op papier, want in werkelijkheid liepen de zaken totaal anders. Niemand liep warm voor de film waarin Bob Hoskins en John Leguizamo de titulaire broers vertolkten en het resultaat was een peperdure flop die ook nu nog (terecht) een vreselijke reputatie geniet en door de adepten vooral verweten werd niet trouw genoeg te zijn gebleven aan de ‘heilige’ bron.
Dertig jaar is er ondertussen voorbijgegaan en aangezien dat zeker in Hollywood een eeuwigheid is, werd er besloten dat het tijd was voor een nieuwe poging. Geen live-action prent dit keer, wel een digitale animatiefilm, een aanpak waar uiteraard iets voor te zeggen valt bij een film gebaseerd op een computerspel.
Ondanks die meer evidente benadering, lijkt het erop dat filmversies van Super Mario gedoemd zijn om rotslechte cinema op te leveren. Dat begint al bij de proloog die in hetzelfde bedje ziek is als zowat driekwart van alle huidige animatieproducties en zeker die van Illumination Studios: een holle aanval op de zintuigen die het equivalent is van een overdosis suiker en dat alles verpakt in een digitale esthetiek die zo vreselijk is, dat het pijn doet aan de ogen om ernaar te kijken. Nochtans lijkt er verbetering te komen wanneer de daaropvolgende introductie van beide broers plots iets leuks doet met de visuele stijl van de voorbijglijdende achtergronden uit het oorspronkelijke spel. Helaas belandt het duo protagonisten vervolgens in een ander universum waar ze betrokken raken bij de strijd tegen de veroveringsplannen van het plaatselijke boosaardige creatuur. Vanaf dat punt wordt de film niets anders meer dan een aaneenschakeling van luidruchtige achtervolgingen in volkomen inspiratieloos op het doek geborstelde werelden die niet eens een blik waardig zijn.
De makers stouwen alles vol met referenties aan zowat de hele Nintendo-catalogus, iets wat initieel wat soelaas brengt, maar al snel op de heupen gaat werken wanneer blijkt dat dat het enige is wat de film te bieden heeft. Hetzelfde geldt voor de jaren-tachtigdeuntjes die opduiken en over de actie uitgesmeerd worden: leuk voor heel even, maar eenmaal het trucje uitgewerkt is, vooral vreselijk doorzichtig.
Films gebaseerd op videogames leveren zelden goede cinema op, en The Super Mario Bros. Movie toont nog maar eens aan dat dat vooral is omdat de makers lijken te denken dat de herinnering aan het bronmateriaal voldoende is en het vooral niet nodig is ook een degelijke film te bouwen rond hetzelfde concept. Geef de fans wat knipogen, dat volstaat, lijkt het adagio te zijn. Eens te meer is het resultaat van die aanpak te mijden als de pest.