Hermann Ungar :: De klas

Zijn beperkte oeuvre en vroege dood brachten Hermann Ungar in een relatieve obscuriteit. Een eerste Nederlandstalige druk van zijn enige twee romans had niet het verhoopte gevolg. Maar De Klas blijft een beklemmend, expressionistisch meesterwerk. Het ontdekken waard.

Een klas is als een monster dat bedwongen moet worden, de leerlingen een troep hongerige wolven die bij de minste aarzeling of teken van zwakte de leerkracht zullen verslinden. Een genadeloze autoriteit, op het dwingende en tirannieke af, is het enige dat de meute tijdelijk in toom kan houden en zelfs dan dreigt het onafwendbare. De weinige romans die vanuit het oogpunt van een docent geschreven zijn, schetsen geen fraai beeld, getuige Heinrich Manns Professor Unrat (1905), Ferdinand Bordewijks Bint (1934) en uiteraard Die Klasse (1927) van Hermann Ungar.

De laatste twintig jaar of zo krijgt de Tsjechisch-Joodse schrijver Ungar (1893-1924) opnieuw de aandacht die hij verdient, al blijft hij ver achter bij tijdgenoten en kennissen/vrienden als Franz Kafka (1883-1924) en Thomas Mann (1875-1955), tevens peter van Ungars zoon. Nochtans was Ungar bij leven een rijzende ster aan het Duitse literaire firmament en kende hij aanvankelijk ook postuum nog enige faam. De reden daartoe is ondanks zijn beperkte oeuvre (twee bundels kortverhalen, twee romans, twee toneelstukken en één non-fictie werk) niet zo vreemd. Ungar plaatste zich immers in een literair-expressionistische traditie en incorporeerde daarnaast (de toen populaire) psychoanalytische motieven. Zijn focus op geestelijke en fysieke afwijkingen was voor zijn tijdgenoten zowel fascinerend als aanstootgevend.

Niets voor niets debuteerde hij in 1920 met de verhalenbundel Knaben und Mörder (dit jaar bij Koppernik voor het eerst in Nederlandse vertaling verschenen als Knapen en moordenaars) en doopte hij zijn eerste roman Die Verstümmelten (1923, vertaald als De verminkten in 1994). Hoewel in Ungars tweede roman, Die Klasse, de fascinatie voor het lichamelijke nog steeds aanwezig is, verschuift de aandacht meer naar het geestelijke en maatschappelijke, zonder in te boeten aan een sfeer van verontrusting en paranoia. Ditmaal staat de docent Josef Blau centraal, die zijn klas als een tiran regeert en elke potentiële dreiging door zijn rigide houding de kop tracht in te drukken. Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld die van Bordewijks Bint is Blaus heerschappij niet gestoeld op kracht en visie, maar op angst en twijfel. Blau is de zoon van een bode en ziet het leraarschap als een beroep dat uitgeoefend wordt door de zonen van arme mensen. Zijn leerlingen zijn daarentegen bijna allemaal lid van de hogere, rijke klasse en volgens hem in die optiek sowieso zijn meerderen.

Blau is er van overtuigd dat ze erop uit zijn hem ten gronde te brengen en tracht zelfs zijn persoonlijke leven angstvallig af te schermen. Die angsten en obsessies leiden ertoe dat hij zijn knappe vrouw Selma dwingt lange japonnen, typisch voor oude vrouwen, te dragen om elke vorm van vrouwelijkheid (die schril afsteekt tegen zijn gebrekkige mannelijkheid) te verbergen. Selma aanbidt hem echter en volgt lijdzaam elke nieuwe gril. Wanneer de nieuwe leraar Leopold op het toneel verschijnt, een jonge gymnast die zich er niet voor schaamt om samen met zijn leerlingen in bloot bovenlijf te sporten, is hij voor Blau niet minder dan een nieuwe dreiging, zowel op school als binnen zijn huwelijk. Hoewel Selma zwanger is, is hij ervan overtuigd dat als ze al geen verhouding hebben, het niet meer dan een kwestie van tijd zal zijn. In schril contrast met Blaus neuroses staat Oom Bobek, de neef van Selma’s overleden vader die zich als een volleerd levensgenieter uit en zich niet schaamt voor welke lichamelijkheid of uitspatting dan ook.

Tussen Bobek en Selma’s moeder heerst duidelijk een seksuele spanning die later in het boek zelf zal uitmonden in een huwelijk. Problematischer echter is dat Bobek geld geleend heeft en dat Blau moet instaan voor het vereffenen van de schuld (inclusief rente) als Bobek niet kan betalen. Hoewel Blau niet wil, tekent hij de geldwissel toch mee als schuldenaar en zal hij die een boek lang als een zwaard van Damocles boven zich voelen hangen. Een wissel kan immers ook van eigenaar wisselen en wat als een van zijn leerlingen hiervan via hun vader op de hoogte raakt? De leerling die hem hierbij het meest een doorn in het oog lijkt, is Karpel. Hij is lichamelijk al wat meer opgeschoten dan zijn klasgenoten en zijn ontluikende mannelijkheid en charisma zijn een extra dreiging voor de iele, onzekere Blau.

Hoewel Karpel enkele malen Blau apart probeert te spreken, ontvlucht die dat elke keer uit angst dat hij het treffen zal verliezen. In de bediende Modlizki vindt Blau een soort vertrouwenspersoon – als kinderen groeiden ze beiden op in eenzelfde armoedige omstandigheden, maar Blau kreeg een beurs en kon verder studeren. Hij verdenkt Modlizki, die een afkeer heeft van de bestaande orde, al toont hij dat niet, ook hem te haten maar hij heeft hem ook nodig want Modlizki staat op goede voet met de jonge heren, die Blaus leerlingen zijn. Op een avond laat hij in bedekte termen weten dat enkele van die leerlingen, waaronder Karpel, geregeld naar een bordeel gaan en dat hij er voor kan zorgen dat Blau hen betrapt en zo zijn macht over hen kan verzekeren. Al zal ook dat niet verlopen zoals Blau gehoopt had.

Net als in De verminkten bezwijken de personages in De klas onder maatschappelijke druk, kleinburgerlijke opvattingen en zelftwijfel. Hoewel Blau hierin het meest uitgesproken is, wordt tussen de lijnen duidelijk dat ook de andere personages, zelfs schijnbaar onverstoorbare figuren als Bobek, Karpel en Modlizki, niet vrij zijn en onder een keurslijf zuchten. De ondraaglijke lijdzaamheid van Blau en de manier waarop hij anderen dreigt mee te sleuren in zijn neuroses wordt tastbaar beschreven door Ungar, waardoor de lezer zich zelfs fysiek ongemakkelijk kan voelen. Dat Ungar met zijn werk bij zijn tijdgenoten faam verwierf, verbaast niet. Want ook al zijn de tijden en zeden veranderd, de onderhuidse spanningen uit het verhaal blijven universeel gelden. De nieuwe druk van De klas, die het boek na twintig jaar opnieuw in Nederlandse vertaling beschikbaar maakt, zorgt hopelijk voor een vernieuwde interesse in het beperkte, maar fascinerende oeuvre van deze jonggestorven auteur.

8
Uitgeverij IJzer

recent

I.M. Steve Albini

Steve Albini is overleden. Een hartaanval. Volgens sommige berichten...

The Lemon Twigs :: A Dream Is All We Know

De Amerikaanse band The Lemon Twigs komt terug met...

Emperors Of Nothing

De wandaden die binnen de muren van onze gevangenissen...

St. Vincent :: All Born Screaming

St. Vincents zevende slaat je flink op je donder,...

Adrian & Regis Hautiere :: Het Weeskind van Perdide: 1. Claudi & 2. Silbad

Uitgeverij Lauwert waagt zich naast vaak gesmaakte graphic novels...

aanraders

Mark Schaevers :: De levens van Claus

De recent verschenen lijvige biografie De levens van Claus...

Tommy Wieringa :: Nirwana

Joe Speedboot, Caesarion, Dit zijn de namen en De...

Ton Lemaire :: Bomen en bossen – Bondgenoten voor een leefbare aarde

Wat doe je als je de tachtig voorbij bent,...

Adania Shibli :: Een klein detail

Deining op de Frankfurter Buchmesse afgelopen editie. Kort voor...

verwant

Hermann Ungar :: Knapen en moordenaars

Hermann Ungars schrijverscarrière was nauwelijks van start gegaan toen...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in