Hermann Ungar :: Knapen en moordenaars

Met 'Knapen en moordenaars' is eindelijk een volgend werk van Hermann Ungars beperkte oeuvre vertaald. De twee expressionistische verhalen zijn een proeve van Ungars kunnen en vormen een perfecte opstap naar zijn romans.

Hermann Ungars schrijverscarrière was nauwelijks van start gegaan toen hij op zesendertigjarige leeftijd overleed aan een verwaarloosde blindedarmontsteking. Naast twee romans, Die Verstümmelten (De Verminkten, 1923) en Die Klasse (De klas, 1927), publiceerde hij ook de toneelstukken Der rote General (1928) en Die Gartenlaube (1930) en het non-fictiewerk Die Ermordung des Hauptmanns Hanika (1925). In 1930 verscheen postuum Colberts Reise, dat net als zijn debuut Knaben und Mörder (1920) kortverhalen bevat.

Hoe beperkt zijn oeuvre ook is, toch werd Ungars werk, ondanks een herontdekking rond de eeuwwisseling, niet tot nauwelijks vertaald. Behoudens De verminkten in 1994 en De klas in 2002 (recent herdrukt) bestaan geen Nederlandstalige edities van zijn werk. Ook in andere talen lijken vooral de twee romans hun weg gevonden te hebben, al is in het Engels ook zijn debuut al geruime tijd te vinden. Dat net Uitgeverij Koppernik nu haar schouders gezet heeft onder Knapen en moordenaars mag niet verbazen. De uitgeverij heeft er een handje van weg om moderne en oude auteurs die onder de rader schrijven een (nieuw) leven te geven. Bovendien heeft Ungar in het Nederlandse taalgebied geen vaste verdeler. Zowel het intussen ter ziele gegane Coppens en Fenks als IJzer brachten elk een werk van Ungar uit zonder zich meteen te binden aan meerdere vertalingen.

Hoewel het betreurd kan worden dat Ungars verzameld werk nog niet is ontsloten, is met het verschijnen van Knapen en moordenaars alvast een nieuwe stap in de goede richting gezet. De twee kortverhalen mogen dan wel niet de diepgang hebben van de romans, Ungar toont zich in de beide verhalen wel al een getalenteerd schrijver met een meer dan gezonde interesse in de duistere kanten van de menselijke geest. Het expressionisme dat in zijn romans en in het bijzonder in De klas een meer gebalanceerd karakter kreeg, overheerst deze verhalen in de manier waarop de horror, het gruwelijke en afstotende voorrang krijgen en elke menselijkheid en mededogen genadeloos afgestraft worden. Het noodlot is nooit veraf en sleurt zowat alle personages, die oppervlakkig beschreven blijven, mee in een onafwendbare val.

“Een man en een dienstmaagd” maakt zoveel meteen al duidelijk door de ik-verteller te laten verhalen hoe hij niet alleen zonder ouders opgroeide (beiden stierven nog voor hij zes was) maar ook geen enkel gevoel van ouderliefde kent noch mist. Hij groeit op in een zogenaamd kwijnhuis (een soort armenhuis) dat vier oude mannen en twee jongens kan herbergen, maar door gebrek aan middelen slechts drie oude mannen en de verteller huisvest. Aan het huis is een ander verbonden waar naast de `weesvader` Mayer en zijn vrouw ook de dienstmaagd Stasinka woont. Die laatste staat samen met de verteller in voor zowat alle klussen in huis en lijkt nog het meest op een dom werkdier, grof, mollig en met volle borsten. Als jonge tiener raakt de verteller gefascineerd door haar, niet in het minst doordat Rebinger, een van de oude mannen, continu naar haar verlangt maar ondanks al zijn opmerkingen nooit tot actie overgaat.

Wanneer de ik-verteller op veertienjarige leeftijd het kwijnhuis verlaat en laagbetaalde jobs uitvoert, tracht hij een laatste keer Stasinka te zien en haar te bezitten. Een glurende Rebinger verhindert zijn kans om zijn fantasie te realiseren waarna hij besluit samen met een lotgenoot naar een grote stad te vertrekken om daar zijn geluk te beproeven. Teleurgesteld vertrekt hij kort erna naar Amerika waar de kilheid en laagheid van zijn karakter alsook zijn meedogenloosheid hem een succesvolle, doch gehate zakenman en fabriekseigenaar maken. Rijk en machtig onderneemt hij nieuwe pogingen om Stasinka voor zich te winnen maar die blijft even stom en onverstoord als altijd. Opnieuw ontglipt ze aan zijn handen en hoewel hij blijft trachten haar geluk en leven te ondermijnen, impliceert het einde dat hij niet zozeer verloren heeft als wel beseft dat zelfs voor hem nog hoop op geluk en verlossing bestaat.

“Verhaal van een moord” heeft eenzelfde grimmige sfeer, zij het dat de ouderliefde ditmaal het verstikkende motief vormt. Het hoofdpersonage, spottend `het soldaatje` genoemd, verklaart meteen een afkeer te hebben van al wie misvormd is en van gebochelden in het bijzonder. Zijn walging van al wat zwak is, is des te opmerkelijker daar hij zelf klein, mager en iel is en zo zwak dat hij ondanks de voorspraak van zijn vader al na een half jaar van de cadettenschool gestuurd wordt. Desondanks blijft hij gefascineerd door het soldatenleven, in die mate zelf dat hij een jarenlange gevangenisstraf moeiteloos uitzit en ze beschouwt als een vorm van soldatenleven vanwege de opgelegde regelmaat en discipline. Dat verlangen om soldaat te worden vloeit overigens voort vanuit een eenvoudig verlangen: de schande van zijn vader uitwissen. Die laatste was een legerarts die vanwege financiële onregelmatigheden gedwongen was het leger te verlaten nadat hij met behulp van een aangetrouwd familielid het geld teruggestort had.

Achtervolgd door schaamte stierf zijn vrouw en trok hij zelf samen met zijn zoon naar een kleine stad waar hij hoopte onopgemerkt te leven. Toch bleef hij aan een aantal gewoontes van vroeger vasthouden en kreeg hij al snel de bijnaam `de generaal`. Zijn enige vertrouweling is de gebochelde kapper Joseph Hascheck die via achterbaks gevlei en gemanipuleer bij alle notabelen op een goed blaadje tracht te komen maar in het soldaatje snel een vijand en tegenstander ziet. Dat net de verteller noodgedwongen bij hem in dienst gaat als leerling-kapper is een van de vele wrede spelingen van het lot die aan zijn val zullen bijdragen. Niet alleen Hascheck maakt hem het leven zuur, maar ook diens nicht en echtgenote Milada, die nadat ze besefte dat het soldaatje haar niet helpen kon, de kant van Hascheck kiest.

De kentering in de zaak en de reden dat de ik-verteller voor moord berecht is, komt er met de aankomst van een mysterieuze vreemdeling. De generaal is bang dat zijn verleden hem opnieuw achtervolgt, een angst die verder gevoed wordt door de leugens van de kapper. De vreemdeling is evenwel meer geïnteresseerd in het soldaatje en is getuige van hoe die op een avond een kat martelt en doodt. Tussen beide ontstaat een verstandhouding die zal leiden tot het noodlottig einde dat eindigt in de gevangenisstraf van de ik-verteller. Uiteraard spelen ook zijn vader, Hascheck en Milada een belangrijke rol en schilderen de halve waarheden en getuigenissen van de kapper in het bijzonder de ik-verteller af als een `verhard, verstard en moreel minderwaardig wezen`. Het soldaatje weet echter beter: hij is iemand die te allen tijde de eer van zijn vader hooggehouden heeft en zijn veroordeling is niet meer dan een prijs die hij ervoor betaalt.

Van echte diepgang is in beide verhalen geen sprake. Ungars personages blijven eenduidig en zijn speelballen van het noodlot en hun eigen verdorven karakter. Geen enkel levend wezen kan op veel sympathie of deugdzaamheid rekenen. Als ze al niet op een of andere manier verdorven zijn, dan dragen ze hun noodlot zonder weerstand of maar enige emotie. Ungar weet die grimmige, haast groteske sfeerschepping echter perfect op te roepen waardoor beide verhalen niet aan kracht inbinden maar net een gevoel van hopeloosheid en afkeer oproepen. Als kortverhalen hebben ze weliswaar niet de langere beklemming van zijn twee romans maar verraden ze wel al zijn stem en stijl. Knapen en moordenaars is zo een mooie introductie tot en aanvulling op zijn ander (vertaald) werk.

8
Koppernik
Atelier Binder

recent

Chantal Acda :: Silently Held

Met haar nieuwe studioalbum Silently Held spant de Nederlands-Belgische...

John Moreland :: Visitor

Op Visitor keert John Moreland terug naar de uitgepuurde...

Challengers

Nadat hij in de vroege jaren 2000 enige furore...

Mother’s Instinct

Mother’s Instinct is een gepolijste remake van het Franstalige...

JD Morvan / Victor Matet / Cesc & EFA :: Vaarwel Birkenau

Vaarwel Birkenau toont de Holocaust van binnenuit. Overlever Ginette...

aanraders

Ilja Leonard Pfeijffer :: Alkibiades

Bekroond, gelauwerd, alom gelezen en geprezen: zonder overdrijven mogen...

Tommy Wieringa :: Nirwana

Joe Speedboot, Caesarion, Dit zijn de namen en De...

Ton Lemaire :: Bomen en bossen – Bondgenoten voor een leefbare aarde

Wat doe je als je de tachtig voorbij bent,...

Adania Shibli :: Een klein detail

Deining op de Frankfurter Buchmesse afgelopen editie. Kort voor...

verwant

Hermann Ungar :: De klas

Een klas is als een monster dat bedwongen moet...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in