Al verscheidene jaren doet cineast Adam McKay hard zijn best om het imago van hofleverancier van hersenloze onderbroekenkomedie (Step Brothers, Anchorman) van zich af te schudden. Dat lukt de ene keer al wat beter (The Big Short) dan de andere (Vice). Met Don’t Look Up, trekt hij nu alle registers open:  Niet alleen wat betreft de thematiek (het einde der mensheid) gaat hij all-in, maar ook de gigantische productie met indrukwekkende sterrencast (maar liefst 5 voormalige Oscarwinnaars passeren voor de camera) geeft aan dat de cineast het met Don’t Look Up erg groots ziet en opnieuw voor de prijzen wil spelen.
De premisse van de film is even simpel als efficiënt: Wetenschappers ontdekken dat een komeet over zes maanden zal inslaan en het einde der mensheid zal inluiden. Wanneer diezelfde wetenschappers bij de bevoegde instanties aan de alarmbel trekken, lijkt echter niemand het wat te kunnen schelen. De wetenschappers in kwestie worden met zichtbaar plezier vertolkt door Leonardo DiCaprio (Professor Randall Mindy) en Jennifer Lawrence (Kate Dibiasky), respectievelijk professor en doctorandus astronomie. Zij zijn met de onbenijdenswaardige taak belast om het Amerikaans staatsapparaat wakker te schudden. Ze komen terecht in een bureaucratische mallemolen, moeten afrekenen met een zelfingenomen First Lady (Meryl Streep) die het bestrijden van de komeet niet vindt passen in haar verkiezingsprogramma en bovendien heeft de Amerikanen – de 99% – meer oog voor het laatste celebritynieuws dan wat wetenschappelijk geneuzel over een aankomende komeet.
Don’t Look Up is een lange film. Een komedie van schier tweeën een half uur is zelden een goed idee. Deze film laat zich echter op enkele beperkte uitzonderingen na niet betrappen op momenten waar hij zijn momentum verliest. De dialogen blijven scherp en de grappen blijven treffen. Toegegeven, er zijn enkele scènes die langer uitgesponnen worden dan narratief nodig, maar zelfs deze blijven overeind omdat ze als entiteit op zicht werken. Bovendien is er ook eenmaal genoeg vet aan het verhaal om zo’n lange zit te rechtvaardigen. We zijn oprecht geïnteresseerd in de eigenzinnige nevenplots en al zijn even eigenzinnige nevenpersonages. Grote verdienste gaat dan ook uit naar die uitgebreide sterrencast, die duidelijk in hun element is om de draak te steken met het establishment. Jonah Hill als treiterig schoothondje van President Orlean is de onuitstaanbaarste eikel, maar op zo’n pijnlijk grappige manier. Ook Mark Rylance die met zijn van alle menselijkheid ontdane glimlach het ergste van de tech-guru’s uit Silicon Valley bovenhaalt, is even onuitstaanbaar als genietbaar. Ten slotte komt Timothée Chalamet ook in Don’t Look Up nog even piepen zo tegen het einde van de film om ook hier weer alle aandacht naar zich toe te zuigen.
Don’t Look Up zal niet pretenderen een grootmeester te willen zijn in subtiliteit. Alleen de titel al is een dikke vette knipoog naar de kop-in-het-zandmentaliteit die we onze leiders toeschrijven. Wie echter denkt dat deze film een satire is op de aanpak van de COVID-19-crisis wereldwijd, heeft het echter mis: ondanks sterke gelijkenissen van DiCaprio’s personage met Anthony Fauci weten we dat het scenario al neergepend was vóór de huidige pandemie ontaardde. Nee, deze film is beslist een waarschuwing over die andere ramp die we zo briljant aan het negeren zijn. De woede-uitbarsting van Dr. Mindy tijdens een entertainmentshow doet bovendien verdacht veel denken aan DiCaprio’s speech op een Klimaattop enkele jaren terug. Tijdens de echte speech was het ernst en kalmte, in Don’t Look Up mag Dr. Mindy zich wel ongegeneerd in woede uitbarsten. En hoewel de film misschien soms net iets té groot durft te gaan, lukt het toch waar zoveel komediefilms niet in slagen: een ziel steken in de film. Tig van aanvankelijk zeer entertainende komedies ontaarden in een slappe tweede helft waar het strakke ritme plots plaats moet maken voor een makke karakterontwikkeling. In die val trapt Don’t Look Up beslist niet Hoewel enkele nevenpersonages blijven hangen in hun uitvergrote persiflages, lukt het McKay om de finale van de film toch erg klein te houden en op wondermooi af te sluiten bij het kloppend hart van deze film: de onversaagde Dr. Mindy en Kate Dibiaski. Nadat hun personages schier twee uur van het kastje naar de muur worden gestuurd in deze film, is het een verademing om hen uiteindelijk zelf het heft in handen te zien nemen en op hun voorwaarden te mogen zijn wie ze zijn, bij wie ze willen zijn.