Voor zo’n grote bezetting – zestien leden, die krijg je niet zomaar bij elkaar – blijft Flat Earth Society ongemeen productief. Drie jaar na dubbelaar Untitled #0 is de bende van Peter Vermeersch terug met een vervolg voor Boggamasta. Zet je opnieuw schrap voor een portie uit z’n voegen barstende, multicolore spacefunkjazz.
Er viel geen tijd te verliezen, dus werd volume 2 gewoon overgeslagen. Wél weer van de partij: origineel bandlid David Bovée, die net als op de voorganger een stevige bijdrage levert aan het karakter van het album, met onder ranzige effecten bedolven zangpartijen en snedig gitaarwerk. Maar natuurlijk heeft dit orkest in reguliere bezetting ook al meer dan genoeg volk in de rangen om te stunten. Met deze tien blazers – inclusief bandleider Peter – kan (en zal) de band het volledige spectrum verkennen van schetterende trompetten, scheurende trombones, knallende en flitsende saxen, zwierige fluit en die pompommende tuba van Berlinde Deman.
Het is ook deze keer weer een excentrieke boel, met strak geregisseerde schijnbewegingen en uit hun haak hangende crossovers. De compacte opener “Dust From The Stars” is een intentieverklaring, in goed 200 tellen binnen en buiten. Steek de begintune van Star Trek, ruimteprofeet Sun Ra en de magistrale gele van The B-52’s bij elkaar, en je hebt er ongeveer een idee van waar het naartoe gaat, met lekker ronkende baritonsax en de sirenenzang van Deman en Pauline Leblond. Dit is Fregglesjazz, onweerstaanbare cartoonkolder, kitsch op Ph.D.-niveau. Even goed: het latin-getrippel van “Trust In Me”, met opnieuw die verleidelijke meisjesstemmen die opduiken in een hoorspel met Ellingtoneske allure. Vooral knap ook hoe de blazers ingezet worden, de kleuren voortdurend veranderen.
En als “Sit Rise” al opzichtig zwiert met die kloeke heupen, dan is het epische “What” een uitgebreide staalkaart van favoriete tactieken. Een slepende elektrische bas versus een zingende, gestreken bas, met verderop plotse versnellingen, Zappa-stemmetjes met maffe accenten, kontschuddende ritmes, psychedelische effecten, breed uitgerolde trombones in surreëel samenzweerderige turbojazz met noir-randje die enkel in deze contreien kan ontstaan. Natuurlijk: die cartooneske toestanden zijn niks voor wie het graag droog en gestroomlijnd heeft, want dit is een groep die écht gebruik maakt van de mogelijkheden die ter beschikking staan.
Struikelende ritmes, funky heen-en-weergeroep, verenneweerde hiphop-ideeën, aanzwellende statigheid, percussieweelde, musical-bombast … het zit er allemaal in. En als Ellington, Sun Ra en Zappa al klassieke referenties zijn, doe er dan gerust nog Barry Adamson, Nino Rota, Raymond Scott, Lalo Schifrin en The Residents bij. Een van de enige bands uit deze contreien die even consequent eclectisch en virtuoos kon zijn, was het Willem Breuker Kollektief, maar die klonk dan weer compleet anders. Het geeft wel een idee van de weelde. Ook letterlijk, want de digitale versie doet nog eens twee songs bovenop de dubbel-lp. Heerlijke onzin. En ja, het mag ietske meer zijn.