In de zomer van 2017 pikten we al een try-out mee van 3Men in a Boat. Een goed halfjaar later doet het deugd om te horen dat onze oren ons destijds niet bedrogen hebben.
De connectie tussen Philippe Thuriot (accordeon) en Kristof Roseeuw (contrabas) is er eentje die een paar decennia geleden al gesmeed werd en vooral aangescherpt werd toen de twee samenwerkten met het New Yorkse zwaargewicht Ellery Eskelin en door Senegal trokken met radioKUKAorkest. De link met drummer Lionel Beuvens werd gelegd toen die laatste eens moest invallen voor Teun Verbruggen bij Too Noisy Fish. De combinatie van deze stemmen klinkt zoals je zou verwachten, maar ze hebben niettemin wel wat verrassingen in petto.
Thuriot haalde in het verleden al stuntwerk uit dat je niet meteen associeert met een accordeon, zoals een uitvoering van Bachs “Goldbergvariaties”, maar nu blijft hij dichter bij de natuurlijke wereld van het instrument, namelijk een zwierige mix die raakvlakken heeft met musette, jazz, kamermuziek en volksmuziek. In opener “Soweto Sorrow” van Henri Texier, de Franse basgigant die al net zo graag rondhangt in een wereld van mediterrane flair, wordt de lat meteen hoog gelegd. Dit is broeierige elegantie met een exotische lichtvoetigheid en een melancholie die herinnert aan John Zorns toegankelijkste soundtracks.
Meest traditioneel is misschien wel Richard Galliano’s klassieker “Waltz For Nicky”, die hier het gat tussen musette en jazz dichtrijdt met een onweerstaanbaar dansende frivoliteit. Dit is de muziek bij een fietstocht door het Parijs van de jaren dertig. Of een scène in de Provence uit Jean De Florette. Warmbloedig, romantisch, melodieus. Wel een contrast met “Cet Air Là”, dat ze lenen van de Canadese meester René Lussier. Het is een van de keren dat het trio een iets dwarser gelaat laat zien, met een slepend ritme en aanhoudende zwaarmoedigheid.
Het drietal lijkt dan ook te willen bewijzen dat hier meer aan de hand is dan een verkenning van dat gezellige musettegeluid. “3Men With A Coat”, de eerste van drie Thuriot-composities, gaat al net zo ingetogen van start, met dramatisch aanzwellende accordeongolven. Tot het boeltje na een paar minuten openbarst met een driftig stuwende ritmesectie en tour de force van de accordeonist. Een groot contrast met zijn toepasselijk getitelde “Loss”, dat doordrongen is van een pakkend verdriet en stapsgewijs meer licht toelaat.
Meer licht komt er ook door de composities die Beuvens en Roseeuw aandragen. In “Song Of Ive” van de eerste voel je dat dit ontsproten is aan de pen van een drummer, met een minder zwevende, meer gewortelde ondergrond en hier en daar een tricky timing, al is Thuriots woordeloze zang nog het meest opvallend. Roseeuws “3Men On The Road” is het meest moderne stuk: groovier en hoekiger dan de rest, met haast funky drumslagen en springerige intervallen die het een uitgesproken hedendaagse toets geven.
Tel dat allemaal bij elkaar op en je krijgt een resultaat dat zal aanslaan bij wie zat te wachten op de lichtvoetigheid van jazzy accordeonmuziek, maar die aanvult met minder evidente complementaire ideeën en sferen. Zonder te ontaarden in moeilijkdoenerij krijgt het album zo een mooie extra dimensie.
Het trio heeft er net een concertronde op zitten, maar staat op 1 juni nog in CC De Abdij in Geraardsbergen.