Het Mechelse Heliocentric doorweeft op Tribes elektronica met warme aardse klanken tot vier lappen bezwerende muziek.
Toen Timothy Vanvaeck besloot om zijn hiphopproject stop te zetten begon Heliocentric als soloproject. Wat het oude en nieuwe project gemeenschappelijk hadden was de keuze voor puur instrumentale muziek, maar bij zijn nieuwe band maakte hij zich een nieuwe muziektaal eigen door elektronica te injecteren met etnische instrumenten. In de loop van de afgelopen twaalf jaar werd de formule verder bijgeschaafd en bouwde Vanvaeck dat soloproject, met toevoeging van Bert Janssen en nieuwe drummer Tim Martens, uit tot een heuse liveband.
Alleen is live spelen sinds een dik jaar uiteraard een probleem, dus dook de groep opnieuw de studio in. Op de resulterende EP Tribes krijgen we vier nummers voorgeschoteld die als een goede stoofpot langzaam hebben mogen pruttelen om pas gaandeweg alle smaken vrij te laten. Zoals bij een echte groep bepaalt elk groepslid mee het geluid. Zo heeft de nieuwe drummer duidelijk invloed gehad op de muziek ten opzichte van het vroegere groepsgeluid.
De grooves zijn meer ingetogen en de muziek waaiert rustig uit waardoor ze volop kans krijgt om te ademen. Zonder opdringerig te zijn, worden telkens verschillende laagjes op elkaar gestapeld om de ruimte te vullen. In opener “Smile” worden een fluit en fingersnaps op rustige pianotoetsen gevleid. Voeg daar nog de drums en subtiele elektronische vegen bij en het geheel begint te vibreren als de ontwakende natuur onder een ochtendzon.
Hetzelfde procédé herhaalt zich bij de drie daaropvolgende nummers, zonder dat ze daarbij in herhaling dreigen te vallen. Supermario-achtige effecten trappen “Ganges” in – euh – gang alvorens een fluit en handclaps mee komen soebatten en een welgemikt “huh!” de lont in de beat aansteekt. Hier doorbreekt Heliocentric overigens als enige keer hun pure instrumentale karakter door hun Indische connectie Prateek Narsimha uit te nodigen voor de vocalen. De zang valt gaandeweg uiteen in versnipperde stemsamples die glitchen als weerkaatste zonnestralen op de golven van de rustig kabbelende stroom. Vooruitgeschoven single “Mesogeion” nam ons mee naar het binnenland van het Midden-Oosten en bij “Tribes” zweeft een vrij associërende gitaar over het repetitieve ritme en de zachtjes pulserende bas.
Tribes mikt niet op de heupen als EDM of op het verstand als IDM, het is muziek die volop gaat voor het hart. Wie referentiepunten zoekt, komt al gauw uit bij het knisperende werk van Moderat of bij Mount Kimbie, als die zich ten tijde van Crooks and Lovers in de weids uitgestrekte natuur hadden bevonden in plaats van in de grootstad. Alt-J liet ook traditionele instrumenten botsen met elektronica, maar laat je niet beduvelen door die referenties: de heren van Heliocentric klinken vooral als zichzelf. Tribes krijgt door zijn korte duurtijd geen kans om te vervelen, maar maakt ons vooral hongerig naar meer. Hopelijk kunnen ze die goede lijn doortrekken naar een volledig album. De tijd zal het uitwijzen, maar wat we hier horen klinkt alvast veelbelovend. Er is geen reden om te twijfelen aan de verdiensten van deze EP die rijk is aan texturen, waarbij de codewoorden ‘subtiel’ en ‘gelaagd’ zijn. Zeer benieuwd hoe dat live zal gaan klinken.