Met zijn vorige drie albums katapulteerde Jason Isbell zich tot de ongekroonde koning van de americana. Dat zorgde voor heel wat druk op Isbells schouders en leidde tot spanningen tijdens de opnames van Reunions. Niet dat er daar iets van te merken is op het uiteindelijke resultaat, al is het een album geworden dat de hoge standaard die we ondertussen van Isbell verwachten net niet haalt.
Ooit was er een tijd dat Jason Isbell de derde songschrijver — de plaatselijke George Harrison, zeg maar — was van de southern rock band Drive-By Truckers. Maar artistieke ambities en een drankproblemen zorgden ervoor dat hun wegen in 2007 scheidden. Pas toen Isbell zijn latere echtgenote Amanda Shires leerde kennen en de drankduivel buiten zette kende zijn solo-carrière een doorbraak op commercieel en artistiek vlak. Southeastern (2013) was een persoonlijke afrekening met zijn verleden en een muzikale triomftocht. Opvolgers Something More Than Free (2015) en The Nashville Sound (2017) zetten de kroon op het werk. Lovende recensies, een rits Grammy’s en de kroning tot een van de beste songschrijvers van zijn generatie — vooral dan aan de andere kant van de Atlantische Oceaan — waren zijn deel.
Reunions torst vooral de zware taak van de bevestiging op de schouders. Voor de opnames deed hij naar goede gewoonte weer een beroep op zijn vaste begeleidingsgroep The 400 Unit — net zoals op The Nashville Sound worden ze ook op het nieuwe album expliciet vermeld — en op producer Dave Cobb, momenteel de meest gegeerde knoppendraaier van Nashville. Toch liepen de opnames niet van een leien dakje. De druk die Isbell zichzelf oplegde om met dit album de voorgangers te overtreffen leidde tot een kort conflict met echtgenote Amanda Shires, die als violiste ook deel uitmaakt van de 400 Unit. Om Isbell de ruimte te geven om zijn ding te doen zonderde ze zich buiten de opnamestudio van hem af en verbleef alleen in een plaatselijk hotel.
Maar van die spanningen is nauwelijks iets merkbaar op het uiteindelijke eindresultaat. Integendeel, zelden klonk een album van Isbell zo netjes. Als een schilder die enkel gebruik maakt van zachte pastelkleuren om iets op doek te zetten. Een doelbewuste keuze van Isbell, die naar het geluid van albums van Crowded House, Squeeze en vooral Dire Straits verwees als inspiratiebronnen. Dat maakt van Reunions zijn meest gepolijste werk en zorgt er jammer genoeg voor dat het album te vaak eentonig wegdroomt en te zelden echt openbloeit.
Dat Reunions opent met de zwakste song “What Have I Done To Help” — met David Crosby als gastzanger — helpt niet echt. Nochtans is er weinig aan te merken op de kwaliteit van de overige nummers. Live kan een stevige rocksong als “Overseas” — in één take op tape gezet — ongetwijfeld uitgroeien tot een topper, maar de studioversie mist wat punch. De nostalgische mijmeringen in rustigere nummers als “Only Children” en “Dreamsicle” leveren goeie nummers op, maar toch missen ook zij de sprankelingen die we van Isbell gewend zijn.
Reunions bloeit echter helemaal open op de tweede helft van het album. De piano en de sobere, meeslepende viool overheersen op het ingetogen en mysterieuze “River”. Wie Jason Isbell op Twitter volgt — een aanrader gezien zijn scherpe en humoristische pen — weet dat hij er niet voor terugdeinst om zijn mening over de politieke situatie in de VS te geven. Op het stevige uithalende “Be Afraid” roept hij zijn collega’s op niet stil aan de zijlijn te blijven staan terwijl de charlatan in het Witte Huis het land de dieperik in helpt.
De grote sterkte van Isbell als songschrijver is dat hij er niet voor terugdeinst om zijn ziel bloot te leggen in zijn songs, of dat hij als hij geen ander weet hoe bepaalde ervaringen te projecteren op een fictieve situatie. Dat doet hij op het afsluitende drieluik, nummers waarmee hij duidelijk maakt dat die titel van beste songschrijver van zijn generatie aan hem toebehoort. Het kleinood “St. Peter’s Autograph” is een van zijn meest persoonlijke nummers ooit waarin hij ingaat op de verschillende manier waarop Amanda Shires en hij rouwden om hun vriend, de vorig jaar overleden songschrijver Neal Casal. Zijn drankverslaving schreef hij eerder al van zich af op “Cover Me Up” dat misschien wel de sleutelsong uit ‘s mans oeuvre is. Een nummer dat nu — na bijna een decennium geheelonthouding — een vervolg krijgt op “It Gets Easier”. Een verslaving is voor altijd, maar het wordt steeds iets makkelijker om mee om te gaan. Voor het afsluitende “Letting You Go” leidt een breekbare Isbell zijn dochter naar het altaar. Hoewel zijn dochter Mercy in het echte leven 5 jaar oud is en de song dus grotendeels fictie is, schetst Isbell een prachtig en delicaat beeld van hoe het is om vader te zijn.
Een moderne klassieker zoals de drie voorgangers is Reunions niet geworden, mede dankzij de wat eentonige productie. Maar op de beste momenten toont het desalniettemin het unieke talent van Isbell. Als het album onder de lat doorgaat, dan is het vooral omdat Isbell die lat zelf de voorbije jaren zo verdomd hoog gelegd heeft.
Op 14 november staan Jason Isbell & The 400 Unit in De Roma, al is dat in deze tijden van corona wel onder voorbehoud.