Het leek even wat stiller rond Tricycle, maar een twintigste verjaardag kan je natuurlijk niet negeren. Acht jaar na het fijne Queskia? staat het door en door Belgische trio (dat bestaat uit een Vlaming, een Waal en een Brusselaar) er weer met een vierde album en die onmiskenbare sound.
Die herinnert door die instrumentatie meteen aan de tradities van musette, chanson en folk, maar is tegelijkertijd ook veel meer dan dat. De composities van accordeonist Tuur Florizoone hebben een elegantie en suggestiviteit die hen meteen een filmische insteek geeft. Het mag dan ook niet verbazen dat de man intussen zijn sporen verdiend heeft binnen die discipline. Het mooie is dat dat nu ook iets wederkerigs geworden is. Zo voorzag Florizoone muziek bij een recente documentaire over fotograaf Harry Gruyaert, maar siert een van diens foto’s nu ook Zoom.
Net als vroeger is dat meteen ook met de bedenking dat deze muziek meer is dan mooi geluidsbehang, geschikt om beelden te ondersteunen. De composities staan op zich, zitten vernuftig in elkaar en gaan best wel breed. Voor elk aanstekelijk heupwiegend stuk als “But Bout Bought A Boat” dat het album Mancini-gewijs opent met aanstekelijk getrippel, krijg je ook stukken die teren op een koppig aanhoudende baspuls (“Craft”) of even een donkerder, vaagweg bluesy geluid laten horen (“Ugo”). De combinatie van accordeon, contrabas (Vincent Noiret) en saxofoon of basfluit (Philippe Laloy) is er niet op uit om voortdurend te stunten met acrobatische hoogstandjes, maar wil vooral verhalen vertellen en daar zijn tijd voor nemen.
Florizoone is er vermoedelijk op z’n hoede voor om niet vastgepind te worden op het clichébeeld van de Parijse musette, maar dat betekent niet dat hij niet de Franse toer op kan gaan. “Cherbourg” is een van die stukken die meteen een breedbeeldscherm doen openrollen. Idem voor het titelnummer en “Symphony For E.L.”, wat zwaarmoediger stukken die de buik van de plaat wat extra gewicht geven. Een heel album van dit zou ongetwijfeld een monochrome indruk geven, maar volledig in de lijn van die hoesfoto blijft het evenwicht bewaard.
Kamermuziek à la “Oakland” blijft hand in hand gaan met zoete melancholie (“Wekka”), terwijl de ietwat speelse, exotische insteek bewaard blijft met “Glüpsül” en het frivoler walsende “Happy Sam”. “Photographer” zorgt even zelfs voor een spiritueel getinte toets. Zoom is dan ook geen album dat het moet hebben van hapklare brokken. De triosound is regelmatig lichtvoetig, maar de composities zijn te doordacht, te gelaagd om te fungeren als achtergrondmuziek en geven vaak pas na meerdere speelbeurten hun geheimen prijs.
Dat maakt van Zoom een lepe gast. Aan het oppervlak voorzien van een instrumentatie waar iedereen wel een beeld over heeft, maar in werkelijkheid toch net iets meer dan dat. Misschien is er ook daar een link met het werk van Gruyaert. In eerste instantie valt je vooral het opvallende kleurgebruik op, maar duik dieper onder in het oeuvre, en je wordt deelgenoot van een rijkere, soms ambivalente houding tegenover mens, maatschappij en dit thuis genaamd België. Zoom wordt zo beter, gelaagder naarmate je bereid bent om er zelf ook in te investeren.
Tricycle heeft zomaar even twee dozijn releaseconcerten gepland. De première vindt op 11/11 plaats in de AB (Brussel). Daarna wordt het hele land (en een stukje Nederland) doorkruist.