Met de neoliberale ontwikkelingen van het laatste decennium heeft het sociaal-realisme van Ken Loach een extra raison d’être gekregen. Dat was al duidelijk sinds zijn vorige aanklacht tegen doorgedreven kapitalisme I, Daniel Blake, waar hij de Gouden Palm voor in de wacht kon slepen. Waar in die prent nog enige verlichtende humor zat, heeft Loach in zijn film over een pakjesbezorger geen genade meer voor zijn publiek: u zal zijn verontwaardiging als een pletwals over u heen voelen walsen.
In Loachs thuisbasis, het Verenigd Koninkrijk, zijn de “zero-hour contracts” al even hot topic. Onder het mom van flexibiliteit presenteert het freelance-achtige contract zich als een goednieuwsshow: je bent tenslotte je eigen baas, als dat geen empowerment is voor de arbeidersklasse. Door de uitspattingen van onder andere Uber, Amazon en Deliveroo kregen die contracten evenwel ook een minder fraaie associatie: moderne slavernij.
Nu Ricky (Kris Hitchen) zijn job als bouwvakker verloor als gevolg van de economische crisis uit 2008, gaat hij noodgedwongen ook zo’n contract aan. Maloney (Ross Brewster), de wolf in schaapsvacht manager van een bezorgbedrijf, legt uit dat ze niemand “aannemen”, enkel zelfstandigen “onboarden”. Daarvoor moet hij enkel een eigen busje huren of kopen en pakjes stipt op tijd leveren – zeker voor de klanten die extra betaalden om het binnen een bepaalde tijdspanne hun pakje te ontvangen. Als hij de motivatieposters in het bedrijf volgt, “Don’t think & drive”, kan hij een riant loon vergaren door zo’n 14 uur per dag te werken, zes dagen per week.
Ricky is aanvankelijk optimistisch. Een jaar goed doorwerken, en hij kan zijn gezin het beste geven. Doordat zijn vrouw Abbie (Debbie Honeywood) ook al even aan een nulurencontract werk als verpleegster, is er tenslotte nog amper tijd om de zorg te voorzien dat hun kroost nodig heeft. Liza Jane, 11 jaar, probeert het gezin te dragen maar plast nog in bed. Haar oudere broer Seb heeft duidelijk artistiek talent, maar is een zelfzuchtige tiener die vaker met de politie in aanraking komt dan met de schoolbanken. Maar het is een Ken Loach film: des te harder Abbie en Ricky werken om hun gezin een toekomst te geven, des te meer grip ze erop verliezen.
“De ether zou vol verontwaardiging moeten zijn”, tekende Ken Loach onlangs nog op bij The Guardian. Verontwaardiging lijkt na het doorstaan – want dit is geen gezellig filmpje – van Sorry We Missed You niet genoeg. Dat Ricky soelaas moet zoeken in een plastic flesje, omdat er geen tijd is om te plassen is één ding. Dat hij niet betaald wordt voor pakjes die niet afgeleverd kunnen worden, dat hij 100 pond moet leggen voor een dag verlof, en dat te traag leveren resulteert in een lager loon, dat is iets anders. En ook Abbie, die enkel voor het bezoek, niét voor het transport, betaald wordt, worstelt om haar mantra “zorg voor je patiënt, zoals je voor je moeder zou zorgen” te laten primeren op het mantra time is money.
U zou het drammerig kunnen vinden, de manier waarop Loach het geknoei met flexibele contracten ontmantelt, maar misschien is het ook niet de bedoeling dat er ontkomen is aan zijn heldere boodschap: de concurrentiestrijd tussen bezorgbedrijven, hun claustrofobische contracten, hun methodes plegen geweld op de kleine man.
Die woede wordt na verloop overigens even tastbaar als de machteloosheid. Jazeker, u kunt wel eens twee keer nadenken vooraleer u zeven jurken van een onlineshop bestelt om de helft terug te sturen, maar de film maakt een vigoureuzer statement dan dat. Het is een strijd die verder reikt dan koeriers, want ook Abby die met hand en tand waardige zorg probeert te verlenen, wordt gekloot door het systeem.
De hoofdrollen en nevenrollen worden zoals steeds bij Ken Loach ingevuld door arbeiders, en hij baseerde samen met scenarist Paul Laverty zijn script op interviews met koeriers. Helemaal wegwuiven als fictie is geen optie meer. Ken Loach legt het systeem minutieus bloot, en verzekert dat u het niet alleen zal begrijpen, maar ook voélen.