In 2002 populariseerde Danny Boyles 28 Days Later het gegeven van de sneller bewegende zombie (excuus, geïnfecteerde) in een genrelandschap waarin de traag maar onvermijdelijk oprukkende horde ondoden uit George Romero’s Living Dead cyclus de norm was (voor de introductie van dat sjabloon moeten we terug naar Nightmare City uit 1980). Er volgde een matige niet door de regisseur ingeblikte sequel – 28 Weeks Later – en nu keert Boyle bijna een kwarteeuw later terug – opnieuw met de hulp van Alex Garland als scenarist – naar een van de grootste successen uit zijn carrière.
De grote hoop daarbij was dat Danny Boyle daarmee eindelijk ook nog eens wat van zijn oude vorm zou terugvinden. De Brit begon zijn loopbaan met opwindend werk als Shallow Grave en Trainspotting, maar hoewel hij na zijn onderschatte Sunshine uit 2007 een Oscar won voor het zwaar óverschatte Slumdog Millionaire, ging het kwalitatief met ’s mans films spectaculair bergaf sindsdien. Miskleunen als Yesterday en Steve Jobs waren gewoon niet om aan te zien. Met een drieluik dat inzake tijdssprongen en vooruitgang van de epidemie der levende doden de originele Night of the Living Dead films van Romero sterk weerspiegelt, poogt de 28 cyclus zich in ieder geval andermaal stevig op de kaart van de 21e eeuwse horror te zetten, de vraag was vooral of Boyle zichzelf daarmee als filmmaker ook een beetje zou kunnen rehabiliteren.
Het antwoord is gelukkig volmondig ‘ja.’ Bij het bekijken van 28 Years Later kan je echt niet anders dan je afvragen waar deze versie van de cineast in godsnaam zich al die jaren heeft verborgen gehouden. Iemand die experimenteert met visuele ideeën, op zoek gaat naar sprekende beelden en die ook verwerkt in het concept van zijn film. De prent werd helemaal opgenomen met I-Phone 15 en dat levert een esthetiek op die doet denken aan een koortsachtige droom, eerder dan een echte horrorprent. Er zijn zoveel momenten van demente grandeur dat we er de inzinkingen graag bijnemen en we ons maar ons laten onderdompelen in dit delirante cinematografische universum.
De plot waar al die zaken aan opgehangen zijn draait om een jongen die deel uitmaakt van een kleine enclave die beschermd door de getijdenwerking de virusjaren heeft overleefd en die op het vasteland voor zijn zieke moeder op zoek gaat naar een nog levende dokter waarover hij geruchten gehoord heeft (een grotesk geslaagde vertolking van Ralph Fiennes). De queeste van de protagonist wordt een afdaling in een barokke hel gevuld met even bizarre als gruwelijke situaties.
Vooral bij de start drijft Boyle de chaos een beetje te ver – het reciteren van de verzen uit Rudyard Kiplings Boots werkte bijvoorbeeld beter in het staccato effect van de trailer dan in de film zelf – maar 28 Years Later slaagt er wel in opnieuw een originele en creatieve stem te zijn in een film- en streaminglandschap waarin de elementen die de eersteling aanreikte ondertussen verworden zijn tot vaste conventies.
Boyle en Garland hebben de smaak duidelijk weer te pakken want een nieuwe sequel – The Bone Temple – wordt momenteel reeds afgewerkt.