Het is weer even geleden dat we van Daughter gehoord hebben. De soundtrack Music From Before The Storm was zeker te smaken en meer dan een tussendoortje, maar voor de laatste echte Daughterplaat moeten we toch al bijna drie jaar terug. Nu treedt zangeres, gitariste en songschrijver Elena Tonra naar voren met een soloproject onder de naam Ex:Re: een plaat die wel Daughter-DNA bevat, maar die zo persoonlijk is dat de rit zuiver gereden moest worden.
Een jaar geleden kreeg Tonra een relatiebreuk te verwerken. Ze liet haar gevoelens een jaar lang marineren om uiteindelijk met een soloalbum naar buiten te komen. Die periode van verwerken en schrijven bleek een catharsis, wat te moeilijk was om uit te spreken werd vertaald naar muziek. Verwacht daarbij geen blokhut- of zolderkameropnames, zoals op de eerste Daughter EP’s, maar bij momenten zelfs een streepje elektronica.
Elena Tonra zelf en hoe ze met de breuk omgaat is het onderwerp doorheen de tien nummers op Ex:Re. De afwezige is slechts een spook dat hier en daar opduikt, meer niet dan wel. De teksten zijn soms bijna ongemakkelijk direct: “You will not save me a standoff / Be another stranger and here / I will leave this empty handed / Feeling selfish, common as shit” klinkt het refrein van “Where The Time Went”. Of in “Too Sad”: “I see our fingerprints on household things / I’m too sad to touch”.
Met 4AD huisproducent Fabian Prynn achter de knoppen en arrangementen van Josephine Stephenson (die ook cello speelt) blijft, net zoals bij Daughter, melancholie het klankenpakket overheersen. In “Liar”, door subtiele percussie gedragen, spoken de leugens rond. Drank, het stille gezelschap, doet op “New York” zijn intrede, een nummer dat met zijn jazzy drums wat aan “Nude” van Radiohead doet denken. Op “The Dazzler” klinken zelfs de instrumenten beschonken.
“Romance” is — geef het een paar luisterbeurten — een van de mooiste nummers van dit jaar, een open wonde van bijna zeven minuten alcoholhoudende elektronica waarin Tonra tevergeefs alles van zichzelf af probeert te dansen: “I thought of another the whole time / Who would have never stared me like that / See, he saw me as a human / This one thinks I’m a slaughterhouse”. Ironisch dat er een kortere radio edit versie van gemaakt is.
Het pijnlijkst is de stilte, die gaandeweg hoorbaar wordt, op het afsluitende “My Heart”. Het is een soort bermudadriehoek tussen de ruimte, het spaarzame gitaargetokkel en de meer dan ooit beklijvende stem van Elena Tonra, die uiteindelijk afscheid neemt met “Will you make yourself ill with the lies that you tell? Still, in your hands, in your hands, my heart, my heart, my heart …” Dat komt binnen.
Door een soloplaat te maken blijft Tonra eigenaar van haar eigen ideeën en gevoelens en werd het verwerkingsproces bijna iets wetenschappelijks. Er is geen nood aan compromissen en dat zorgt voor een eerlijk, rechttoe rechtaan album. En zo is het resultaat geen doel, maar een middel. En hoe vastberadenheid het dan toch weer overneemt om er iets moois van te maken.