Ruim twee jaar na zijn overwinning in Humo’s Rock Rally wordt het lange wachten beloond. Drie kwartier lang brengt Whispering Sons op zijn debuut heerlijk kille, bezwerende postpunk met een hedendaagse injectie en enkele subtiele elektronische nieuwigheden.
Van een resem overtuigende liveshows (waaronder tweemaal Pukkelpop al) en tours over een fantastische debuut-EP Endless Party (2015) tot de singles “Performance”/“Strange Identities” (2016) en “White Noise” (2017), die in een mum van tijd uitverkocht waren: er waren genoeg aanleidingen om de verwachtingen de hoogte in te stuwen.
De Limburgers zetten ondertussen een nieuwe stap in hun leven. Van hun Limburgse dorpje verhuisden ze naar het hectische Brussel. “Het was een volledig nieuwe omgeving, een chaos waarin ik mijn weg moest vinden”, aldus zangeres Fenne Kuppens. Die vervreemding voel je gewoon op de plaat, die ongetwijfeld een muzikale weerspiegeling is van die verwarrende periode.
Op Image horen we niettemin een aantal vertrouwd klinkende nummers. In “Stalemate” doet die typisch kabbelende baslijn aan Pornography van The Cure denken terwijl een ijzige gitaarriff en sombere vocalen van Kuppens een claustrofobisch geluid nalaten. Tip: luister naar de plaat in de vroege ochtend, bij voorkeur wanneer het nog mistig en donker is, en u zal snappen wat we bedoelen. Ook “Fragments” en “Hollow” hebben dat vertrouwde donkere Whispering Sons geluid, maar erg is dat niet; ze blijven diep onder de huid kleven.
Hier en daar verkent de band, subtiel weliswaar, spannendere wegen. Zo is “Got A Light” aanvankelijk zeer sobere new wave, maar het nummer mondt gaandeweg uit in een majestueuze climax met steeds intenser wordende gitaren. Maar een heerlijk kil en beklemmend sfeertje blijft overheersen, zoals op de hele plaat trouwens.
“Skin” is een van de volgende hoogtepunten van de plaat. Het is een van de meest ingetogen nummers die de band al gemaakt heeft, maar wat een onderhuidse spanning zit er in die vier minuten. Of hoe je met soberheid intense kracht kan uitstralen. Ook in “Waste” is één gitaarlijn voldoende om je minutenlang mee te sleuren. Alweer een uppercut van jewelste.
Maar dit debuut kent ook enkele schoonheidsfoutjes. Ook in “No Time” is er elektronica te horen, maar het geheel klinkt nog iets te rommelig. In “No Image”, waarin Kuppens’ stem een perfect huwelijk aangaat met de piano, mocht dan weer de laatste meer uptempo minuut achterwege gelaten worden. Maar ach, die lange nazomer is een veel grotere spelbreker dan deze minpuntjes.
De kwaliteit van de songs is er enorm op vooruitgegaan, en toch blijft Whispering Sons klinken als een teletijdmachine naar de donkere jaren tachtig. Il faut le faire. Image is een heerlijke plaat vol donkere, melancholische nummers die het zonlicht niet kunnen verdragen. Het kan niet anders dat Whispering Sons hiermee zieltjes buiten de postpunk- en new-wavescene zal bijwinnen.