Op haar zestiende leverde Lorde met Pure Heroine een visitekaartje af dat van meer karakter getuigde dan reguliere leeftijdsgenoten. Het was een goede popplaat die de trends van de indiepop eerde maar ze ook naar eigen hand zette. Een sterke plaat zelfs, rekening houdende met de jonge leeftijd van de artieste erachter. Die aanvulling vervalt bij de opvolger, gewoonweg een steengoede popplaat.
Het getuigt van karakter om als kersverse Pitchfork pop princess vier jaar te wachten om je doorbraaksucces op te volgen. De lead single “Green Light” liet eerst een toenadering tot commercie veronderstellen: ondanks de nogal ongelukkige prosodie van de strofen, gezegend met een kanjer van een refrein, maar tegelijkertijd ook van minder persoonlijkheid getuigend dan de hits van haar puberdebuut. Gelukkig is het eerder een gemakkelijke entree tot Lorde 2.0 dan een blauwdruk van de hele plaat.
Waar de hits de duidelijke toppers van het debuut waren, ligt de ware schat hier dieper verborgen. “Sober” leunt duidelijk aan bij het geluid van “Pure Heroine” — net als “Team” heeft het een moordend aanstekelijk midtempo ritme — maar is veel rijker ingekleurd met sterk gekozen vocal loops en enkele koperaccenten. Samen met de sequel “Sober II (Melodrama)”, een met strijkers opgeluisterde elektronische ballade, vormt het de onbetwiste top van een sowieso puike plaat.
De eerste helft van Melodrama zet een sterke toon met een kwartet popparels gepeperd met een ton karakter. “Homemade Dynamite” dost cheerleader R’n’B uit met purperen patronen; “The Louvre” doet het iets trager aan en knipoogt naar de jaren tachtig — hallo Kim Wilde — met een Chromatics-bril op. Een bleker “Hard Feelings” volgt, maar krijgt in de staart alsnog intrigerende stuiptrekkingen, die tot de eerder experimentele coda (en sterkere songhelft) “Loveless” leiden.
Waar Pure Heroine middenin een dip nam en gradueel de eenheidsworst indraaide, begint de opvolger net nog bonter over de genregrenzen heen te kleuren, zowel aan de commerciëlere (“Supercut”) als de alternatieve (“Liablity II”) pool. In “Writer In The Dark” flikt Lorde zelfs wat velen probeerden, maar faliekant in faalden: zich als de millennial Kate Bush reïncarneren. De song is theatraal zonder Broadway te worden en komt in de kopstempartijen van het refrein akelig dicht in de buurt van het heliumbereik van de oorspronkelijke Babooshka.
Melodrama blijft grossieren in de overduidelijke sterkte van Lorde: tegelijkertijd alle tienerclichés omzeilen en een verfrissende jeugdigheid etaleren. Ze is duidelijk niet overhaast te werk gegaan voor haar tweede plaat, die diverser en rijker klinkt dan de voorganger, een opmerkelijk groter vocaal bereik vertoont en haar status als favoriete popsnoepje van de indieliefhebbers des te meer verdiend maakt.
Lorde staat op donderdag 29 juni in de Werchterse Barn en op 6 oktober in Lotto Arena.