Het grote publiek leerde haar in 2006 kennen als de vrouwelijke harmonieën in Damien Rice’s “9 Crimes”, maar Lisa Hannigan houdt er al bijna tien jaar een solocarrière op na. Met haar vorige twee platen bleef ze hier schielijk onder de radar, At Swim moet daar verandering in brengen.
In de schaduw van ontdekker Rice staat de bevallige Ierse nachtegaal natuurlijk al lang niet meer. Debuut Sea Saw uit 2008 was nog de jeugdige schattigheid zelve, en kreeg vooral in thuisfront Ierland de nodige lof. In 2011 volgde Passenger, duisterder en stouter, woelend op de golven van het jachtige leven dat ze koos. En nu, na vijf jaar, waarvan meer dan twee op tournee, komt ze bijna letterlijk opnieuw boven water. Geen ontoepasselijke titel dus, At Swim: water neemt een duidelijke hoofdrol in in Hannigans muziek. Sla er de tracklist maar op na, met songtitels als “We, The Drowned” en “Undertow”.
Maar zeggen dat Hannigan met haar lieflijke knuffelfolk water naar de zee draagt, is echt niet meer dan een flauwe woordspeling, waarvoor excuses. At Swim mag dan inderdaad te sorteren vallen in het vakje folk, Hannigan wist een groep natuurtalenten rond zich te verzamelen (daar hebben we Aaron Dessner van The National weer!) die het album van gewoon naar buitengewoon tillen. Maar die rijke instrumentatie — naast de basis met Hannigan op gitaar horen we viool, cello, piano, banjo, orgels — staat helemaal ten dienste van de hoofdzaak: Hannigans ongeëvenaarde fantastische stem. Die is nu eens beheerst ijzig (afsluiter “Barton”), dan weer troostend als een haardvuur bij najaarsstorm (toppers “The Fall” en “Snow”), soms dromerig, maar nooit te speels (“Lo”).
Eenmaal, op “Anahorish”, naar een gedicht van Ierse Nobelprijslaureaat voor de Literatuur Seamus Heaney, doet Hannigan het alleen met stem (bijgestaan door twee achtergrondstemmen). De geroemde dichter overleed in 2013, maar zou zich verdomd gevleid gevoeld hebben, want Hannigan maakt er een beklijvend mooie song van. Heaney’s poëzie was duidelijk een inspiratie voor de lyrics die Hannigan neerpende voor At Swim. “When you were the snow falling down/When I was the city losing colour and sound/When we were sunk like treasure”, horen we bijvoorbeeld in het melancholische “Snow”.
Naar verluidt wist Hannigan geen raad met het materiaal dat ze vergaarde na het touren met Passenger, tot duivel-doet-al Dessner haar contacteerde met de vraag tot samenwerking en de twee ideeën begonnen uit te wisselen. Maakt dat van At Swim niet meer een debuut van een nieuwe band? Toch niet. De plaat blijft Lisa Hannigan pur sang, en Dessner weet goed zijn afstand te bewaren, of beter: hij lijkt als geen ander te weten wat die afstand precies moet zijn. Zo laat hij zich andermaal opmerken als waardevolle en gesmaakte collaborator, als stille kunstenaar achter de schermen.
Lisa Hannigan putte diep in de zee van haar leven, verzamelde zo haar beste folksongs tot nog toe, en schenkt ze ons nu als At Swim: een warme wollen trui, een zachte cocon van een album. We weten de komende herfst en winter waarheen als we het koud krijgen.