Door met de naam van zijn nieuwe ensemble te verwijzen naar een uitspraak van Marcel Duchamp, licht altviolist Frantz Loriot al een tipje van de sluier op die deze ambitieuze onderneming verhult: systematic distortion slaat namelijk op het doelbewust afleren van elementen die via de traditie werden aangeleerd, als een manier om tot creativiteit te komen. Op The Assembly probeert hij met een klein orkest iets in die trant te doen binnen de context van collectieve improvisatie.
Het aspect vrijheid staat binnen de freejazz en vrije improvisatie voortdurend ter discussie. Voor velen is het een ongelukkig gekozen term en dekt “spontaan” de lading veel beter. Absolute vrijheid bij het improviseren is volgens de meeste muzikanten bovendien een illusie, een individu is altijd gevangen in het web van zijn eigen ervaringen en staat niet los van (de invloed van) zijn omgeving. De manier waarop iemand improviseert kan dan ook onderhevig zijn aan tal van omstandigheden, waarbij technische bagage en muzikale scholing onbewust tot bepaalde keuzes leiden, maar tegelijk ook voor zekere routines kunnen zorgen. Met zijn Systematic Distortion Orchestra lijkt Loriot te suggereren dat hij vooral dat aspect binnen de improvisatie wil neutraliseren of toch zoveel mogelijk. Eigenlijk hoopt hij op die manier vooral een originele taal te vinden die eigen is aan deze specifieke verzameling muzikanten.
Deze elfkoppige band is voor de Frans/Japanse violist niet bepaald een vuurdoop wat grote ensembles betreft. Zo vinden we hem tegenwoordig niet alleen terug binnen het geweldige Carate Urio Orchestra van Joachim Badenhorst, maar is er ook nog zijn eigen Notebook Large Ensemble, waarmee hij zich vorig jaar op het album Urban Furrow van zijn meest creatieve en veelzijdige kant liet zien. Verrassend genoeg komt Loriot nu dus opnieuw met een soort orkest op de proppen, al is het compositorische aspect in vergelijking met het Notebook Large Ensemble wel bijna volledig verdwenen, waardoor deze twee bands eigenlijk amper overeenkomsten vertonen. Het Systematic Distortion Orchestra is bovendien op en top New Yorks terwijl die andere groep toch een echt Europees product was.
Met drie drummers (Carlo Costa, Flin Van Hemmen, Devin Gray), twee bassisten (Sean Ali, Pascal Niggenkemper) en vijf blazers (Sam Kulik, Ben Gerstein, Nathaniel Morgan, Joe Moffett, Brad Henkel) blijft Loriot qua bezetting ver verwijderd van het conventionele orkest- of bigbandgebeuren. Zelfs het grote orkestgeluid, dat bij uitgebreide ensembles meestal als belangrijkste troefkaart wordt uitgespeeld, lijkt hier niet van tel. In opener “Echo” wekt Loriot echter nog even deze illusie, door de blazers plechtig, maar toch lichtjes intimiderend te laten schallen terwijl de drummers zich van hun meest extraverte kant laten horen. Op een gegeven moment weerklinkt in alle euforie zelfs een heuse oerschreeuw. Maar vanaf dan gaat het de meest onverwachte richtingen uit en laat het orkest zich vooral opmerken via een opeenstapeling van vreemdsoortige interacties, vaak boordevol details.
De fijnmazigheid die door sommige instrumentcombinaties wordt geproduceerd, levert enkele bijna volmaakte momenten op. Viool en gedempte trombone zijn in de titeltrack als gezouten boter op versgebakken brood: pure zaligheid. Nochtans is dat hele nummer voor de rest een regelrechte aanval op de conventies. Het samenspel vol fricties en gepruttel dat via allerlei vreemde technieken tot stand komt, zou het brandalarm in het gemiddelde conservatorium spontaan laten afgaan. Ook “…Maybe…Still…” beantwoordt amper of niet aan enig verwachtingspatroon. Hier staat zowaar een spoken word-passage van bassist Sean Ali centraal en creëert het orkest vooral een onderhuidse dreiging via allerlei percussieve elementen, gevolgd door een hoop moeilijk te definiëren geluiden als afsluiter.
Een makkelijke luisterbeurt is The Assembly uiteraard niet en voor sommigen zullen deze vier tracks gewoonweg niet verteerbaar zijn — drie drummers die elkaar doormidden klieven is bijvoorbeeld best heftig — maar de manier waarop het orkest zich als een organische massa voortbeweegt, is op zijn minst fascinerend te noemen. De avontuurlijke luisteraar verlangt natuurlijk niet anders en zal deze plaat lieflijk in de armen sluiten. Anderen raden we toch vooral het meer toegankelijke werk van Loriot aan, zijnde het Notebook Large Ensemble of het collaboratieve trio Baloni met Pascal Niggenkemper en Joachim Badenhorst.
Frantz Loriot is deze zomer artist in residence tijdens het Météo Festival in het Franse Mulhouse. Van 23 tot en met 27 augustus presenteert hij er twee gloednieuwe ensembles: een trio met Yuko Oshima en Anil Eraslan, en een kwartet met Cédric Piromalli, Christian Wolfarth en Antoine Chessex. Met ongeveer dertig concerten op vijf dagen van onder meer Mats Gustafsson’s NU Ensemble, Archie Shepp & Joachim Kühn, The Thing feat. Joe McPhee, Zeitkratzer en het Roscoe Mitchell Trio, heeft dit festival daarnaast nog heel wat andere troeven achter de hand.