Star Wars, katjes en gratis: Wilco weet duidelijk hoe de moderne muzieknerd te behagen. En omdat
Jeff Tweedy een sympathieke mijnheer is (ja, bijna zo sympathiek als Dave Grohl hemzelf), deelde hij ook
nog een lijstje van collega’s
die meer moeite hebben om de volgspot hun richting uit te krijgen. Na zoveel vrijgevigheid kruipt onze
kritische pen algauw nederig richting onderste lade en gelukkig zijn er weinig redenen om ze er weer uit te
halen.
Het weerbarstige “EKG” verrast meteen, want even lijkt het alsof U.S. Maple herrezen is. Hoekige
drums en chaotisch kronkelende gitaren die elk een ander nummer lijken te spelen, zwellen aan naar een
kort maar krachtig hoogtepunt. Het is even slikken, dat wel, maar Wilco lééft weer en maakt brandhout van
de kritiek dat ze de laatste jaren te veel in hun comfortzone zouden blijven hangen. “More…” klinkt veel
vertrouwder, zo vertrouwd zelfs dat het lijkt alsof het nummer al jarenlang door je hoofd spookt. Het
weelderige refrein verdrinkt naar het einde toe in gruizelig lawaai, wat meteen een bondige omschrijving
kan zijn voor de klank van het gros van de nummers.
Een van de hoogtepunten, “Pickled Ginger”, spant daarbij de kroon met een extreem doffe gitaarklank,
gekoppeld aan Jeff Tweedy die zichzelf begeleidt met een weggemoffelde falset. Ook “You Satellite” zoekt
de donkerte op met een trage spanningsopbouw, die aan The Velvet Underground schatplichtig is. Of wat
te denken van afsluiter “Magnetized”, dat lichtjes bedwelmd van start gaat en pas in tweede instantie het
zonlicht opzoekt. Niks moet nog voor Wilco en dus proberen ze ook hier niet te verbergen dat “Strawberry
Fields In The Sky With Diamonds Forever” evenzeer een gepaste titel had kunnen zijn.
Niks moet, alles mag: dat is het gevoel dat Star Wars uitstraalt.En dus mag er ook gewoon
gedanst worden op pompende glamrock (“Random Name Generator”) of passeren er eenvoudige maar
hartverscheurende liedjes (“Where Do I Begin”) en ouderwetse meezingers (“The Joke Explained”).
Nergens wordt de strijd aangegaan met de grote klassiekers uit het Wilcooeuvre en de plaat ademt een en
al bescheidenheid uit. Dat is weer even wennen, maar zoals dat wel eens gaat met Wilcoalbums loont het
de moeite en kan je niet anders dan besluiten dat er weinig groepen zijn die aan het niveau van Wilco
kunnen tippen.
The Whole Love liet een Wilco horen dat opnieuw de ambitie had om zichzelf te overstijgen, iets
wat broodnodig was na het niet meer dan uitstekende Wilco (The Album). Met Star Wars
maakt die ambitie plaats voor plezier en levendigheid en het is van Being There geleden dat Wilco
het livegevoel zo goed wist te vangen op plaat. Het eindresultaat rammelt, schuurt en wringt, maar laat
vooral horen dat Wilco meer dan ooit bevrijd is van hun eigen verleden en na al die jaren nog steeds
memorabele liedjes weet te schrijven. En ja, je zou je kunnen afvragen of die omgekeerde drums aan het
einde van “Where Do I Begin” nu echt nodig waren en of het wel zo verstandig was om de kat af en toe
over de knopjes van de equalizer te laten lopen (laat staan ze op de hoes te zetten), maar dat zou alleen
maar de pret bederven en dus vraag je je dat gewoon niet af.