En daar is er weer eentje uit Antwerpen, met banden met het Granvat-collectief, maar toch ook met een eigen geluid en stijl. Het
Wout Gooris Trio laveert behendig – of beter: stapt dromerig – tussen pianojazz en minimalisme, en
dat levert mooie resultaten op.
Gooris studeerde klassiek en jazz, maar zijn actieradius gaat verder dan dat. Zo is hij ook actief
als begeleider van zangeres Roselien (Tobbackx), zoekt hij het met Intercord ergens tussen pop en
ambient soundscapes, en bewandelt hij met zijn eigen Trio ook niet meteen het pad van de klassieke
pianojazz. Met bassist Nathan Wouters (van o.m. Sgt. Fuzzy en het kwartet van Ruben Machtelinckx)
en drummer Stijn Cools (Pudding oO en een hele resem andere Granvat-projecten) heeft hij zich
alleszins verzekerd van de steun van talenten die ook wel weg weten met een genre-overschrijdende
aanpak.
Een paar aanslagen ver in “Ongoing Mystery” en de eerste naam die opduikt, is die van Jan
Swerts. De muziek is traag en eenvoudig, baadt in sereniteit, een dromerige ballade die misschien net
iets dichter naar de jazz neigt dan het werk van de Limburger of een vergelijkbaar artiest als Wouter
Dewit, die ook dichter bij de minimalisten aanleunt. Tijdens sommige andere composities zijn de
wortels in de jazz duidelijker. Vooral “Uitwaaien” en “Fragment” hebben vaagweg iets van de stijl van
een Vijay Iyer, misschien vooral door de zacht stuiterende drums en bedachtzame sfeer, al kiest
Gooris iets meer voor de eenvoud.
De hoesinformatie geeft ook mee dat de drie muzikanten gebruik maken van live elektronica, maar
die is dan wel niet van de opdringerige soort. Afsluiter “Nacht” duikt het diepst in een klankenwereld
vol roterend geritsel en galm, maar de effecten zijn doorgaans zeer minimaal: de resonantie wordt
gerekt, ritmes krijgen een synthetisch randje, geluid wordt aangedikt, etc. Zo valt in het korte pianostuk
“All Rise” maar een paar keer op dat klanken artificieel worden gerekt. En enkel als je aandachtig
luistert.
In “QBRK” gebeurt het al duidelijker: de basklank schudt het puur akoestische van zich af, de
pianonoten blijven nazinderen, er duiken ambientklanken op, er golft van alles op de achtergrond.
Zodra het drumspel van Cools iets nadrukkelijker meegaat, moet je vooral denken aan het kaalste van
Talk Talk of het solowerk van Mark Hollis, wiens stem je elk moment verwacht. Ingetogen en afgelijnd,
maar ook pastoraal en atmosferisch, gelukkig zonder in muzak te verglijden.
En zo wordt na enkele beluisteringen duidelijk dat elke track op Current op een andere
manier gedaante geeft aan Gooris’ stijl, of het nu is met grilligere percussie (“The Chimp Militia”), een
iets abstractere koers (“Open Oli”) of verrassend zorgeloos klinkende zomerpop (“Van Verre”), waar
enkel nog een zangpartij bij moet om er een radiohitje van te maken. Maar Gooris en co. kiezen
resoluut voor de instrumentale aanpak en die blijft ook boeien voor de duur van zesendertig
minuten.
Current is geen plaat waar een ophefmakend statement mee wordt gemaakt. Het is niet
bepaald tegendraads, maar evenmin geluidsbehang. Het verzoent jazz, pop, minimalisme en subtiel
toegevoegde elektronica op een zachtaardige, smaakvolle manier en is eigenlijk al net zo vrij van
franjes zoals het werk van collega Ruben Machtelinckx. Het baadt ook in de warme sound waar
opnametechnicus Christophe Albertijn intussen een patent op heeft, en het bijzonder knappe artwork
(schilderijen van Stanley Casfea) en opvallende grafische ontwerp (Dear Reader) krijg je er nog eens
bovenop. Dit doet uitkijken naar meer.